“Geen handen geven, niet zoenen, anderhalve meter afstand: héérlijk.” Peter van Dijk heeft autisme en is vrijwilliger bij de Informatie en Advieslijn van de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA). Als we hem spreken, zit zijn dienst van vier uur er net op. “Ik ben één keer gebeld vandaag. Normaal is dat zeven of acht keer, of nog meer.” Toen de coronacrisis uitbrak breidde de NVA het aantal telefoonlijnen direct uit en regelde vrijwilligers in het hele land. Maar in tegenstelling tot wat werd verwacht, wordt er veel mínder gebeld dan normaal. “Maar de gesprekken die we hebben, zijn veel intensiever.”
“Mensen met autisme kunnen slecht tegen verandering. Door corona is alles anders: mensen kunnen niet meer drie keer per week naar de dagbesteding. Niet meer elke dag op dezelfde tijd in de trein. De vaste routine is weggevallen en de gedachte was dat dat problemen zou geven. Maar nee. Mensen zitten nu meer thuis, maar thuis is bekend.” Peter is ook veel alleen thuis, maar dat was hij altijd al, zegt hij. Hij is nu 56 en kreeg de diagnose autisme drie jaar geleden. Het ging continu mis op zijn werk, Peter liep steeds vast op de sociale contacten met zijn collega’s en de onderlinge machtsverhoudingen. Hij klopte aan bij de zorg en na een lang traject kreeg hij de diagnose die hij al verwachtte: autisme.
“In het begin toen corona uitbrak, vond ik het heel onwerkelijk. Het kan niet dat de wereld stilstaat. Het kan niet dat twee vakanties niet doorgaan. Dat gevoel heb ik nog steeds, het is nog steeds niet tot me doorgedrongen.” De eerste paar weken ging hij op zoek naar controle. Hij was geïrriteerd als hij twee mensen elkaar een hand zag geven op straat. “Mijn psychiater zei tegen me: schrijf op waar je invloed op hebt. Dat heb ik gedaan. Ik heb er invloed op dat ik het virus zélf niet doorgeef, ik kan me aan de regels houden. Waar heb ik geen invloed op? Op de ontwikkeling van het vaccin, op de verspreiding van het virus over de wereld. Alles waar ik geen invloed op heb, laat ik los. Sindsdien vind ik het makkelijker om met de situatie om te gaan.” Peter is ook gestopt met nieuws kijken. “Die beelden uit Italië bijvoorbeeld, over de volle ic’s daar. Daar heb ik ook geen invloed op. Op een gegeven moment heb ik ervoor gekozen om alleen naar de berichten op Teletekst te kijken. Die zijn kort en betrouwbaar.”
"Altijd twijfel en angst: wat vinden de mensen ervan als ik weer niet kom?"
De huidige situatie heeft ook een positieve kant voor Peter. “Ik vind borrels lastig, premières, recepties. Ongestructureerde sociale situaties. Ik werk in de culturele sector en word vaak uitgenodigd voor dit soort dingen. Altijd speelt mee: zal ik wel gaan of niet? Altijd twijfel en angst: wat vinden de mensen ervan als ik weer niet kom? Het scheelt heel veel stress dat dat er allemaal niet is.”
Mensen met autisme hebben veel minder last van de coronacrisis dan verwacht zeggen psychiaters, vertelt Peter. “Veel mensen met autisme vinden de anderhalve meter afstand lekker en zeggen: eigenlijk verandert er niks, ik ben al veel op mezelf.” Misschien dat de problemen pas komen als de wereld weer teruggaat naar normaal, zo mailde een NVA-collega naar Peter. “Dus als mensen met autisme terug moeten naar de oude routine: vanuit huis terug naar werk of school of dagbesteding.”