Je zou ongeveer de hele provincie Utrecht moeten volbouwen met windmolens om net zoveel elektriciteit op te wekken als 3 kerncentrales, die slechts 2 voetbalvelden aan ruimte nodig hebben. Maar deze bewering van JA21 blijkt niet te kloppen. De cijfers — afkomstig van de eigenaar van de kerncentrale in Borssele — zijn 'niet realistisch': je hebt slechts een fractie van de windmolens nodig.

Dit blijkt uit onderzoek van het AD, Nieuwscheckers en Pointer.

Bron van de bewering

Op 1 maart 2023 stuurt het landelijke Twitter-account van JA21 (archieflink) een bericht waarin de productie van 3 kerncentrales wordt gelijkgesteld aan 4.400 windmolens. "Dit kabinet wil Nederland tot de laatste vierkante meter volzetten met inefficiënte en horizonvervuilende windturbines." Deze windturbines nemen volgens JA21 een oppervlak van 1.570 vierkante kilometer in: vergelijkbaar met de provincie Utrecht.

De feiten

JA21 pleit in elke provincie voor de bouw van een kerncentrale: in het Ketelmeer in Flevoland, twee nieuwe kerncentrales in Borssele, op de Tweede Maasvlakte, in de Eemshaven, in Geertruidenberg in plaats van de Amercentrale, en anders kleine, modulaire in Drenthe, Limburg, Overijssel, Utrecht en Zuid-Holland.

Het voornemen om extra kerncentrales te bouwen, staat ook vermeld op de landelijke website van JA21. In het zogeheten Kernenergieplan wordt over 2 extra kerncentrales gesproken, terwijl het in het twitterbericht nog om 3 kerncentrales gaat. Het blijkt om een voortzetting van Borssele te gaan, plus twee nieuwe 'EPR-centrales van 1500 MW naar Brits model in Borssele'.

"Ter vergelijking: twee nieuwe kerncentrales staan qua elektriciteitsopbrengst gelijk aan maar liefst 4400 windturbines. Ruimtelijk gezien hebben we het over twee voetbalvelden tegenover een oppervlakte ter grootte van de gehele provincie Utrecht."

Het is een vergelijking die niet zomaar uit de lucht komt vallen. De Electriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) — eigenaar van de kerncentrale in Borssele — noemt in een document uit november 2020 exact dezelfde getallen. In hoeverre klopt die berekening?

We kunnen de opbrengst van de geplande kerncentrales en windmolens met elkaar vergelijken. Dat doe je door het vermogen van zo’n energiebron — uitgedrukt in megawattuur, of afgekort MWh — om te rekenen naar het totale vermogen in een jaar. Daarvoor moet je het vermogen vermenigvuldigen met het aantal uren in een jaar (24 x 365). Dat levert het maximale productievermogen op, uitgedrukt in terawattuur of TWh.

De 2 nieuwe, kleine kerncentrales (die elk ongeveer de oppervlakte van een voetbalveld nodig hebben) plus Borssele hebben in het plan van JA21 een vermogen 3.485 MWh. Als deze centrales onafgebroken draaien, dan komt dat neer op 30,5 TWh. In de praktijk zal dat zelden voorkomen: de centrale in Borssele kan in theorie 4,2 TWh per jaar produceren, maar is in de praktijk tussen de 80 á 90 procent van de tijd actief, waardoor de daadwerkelijke opbrengst volgens de Rijksoverheid ongeveer 3,8 TWh per jaar is.

We geven de claim van JA21 echter het voordeel van de twijfel, en we gaan uit van 3 kerncentrales die onafgebroken op maximaal vermogen draaien. Hoeveel windturbines heb je nodig om dat op te wekken?

In de Factsheet Elektriciteit van de Regionale Energiestrategie (RES) staan een aantal aannamen waarmee we de productie van 30,5 TWh naar windmolens kunnen omrekenen. Moderne windturbines hebben een vermogen van 5MWh, en draaien volgens de RES ongeveer 40 procent van de tijd (een ‘vollast’ van 3.500 uur). Dat komt neer op 1.744 windturbines: een stuk minder dan de 4.400 die JA21 claimt nodig te hebben.

Pas zodra je uitgaat van windmolens van 4MW die minder dan 1.800 uur per jaar draaien, kom je in de buurt van 4.400 windmolens. Maar dan ga je dus uit van het meest gunstige scenario voor kernenergie, en minst gunstige voor windmolens.

Bovenstaande berekening wordt bevestigd door de Regionale Energiestrategie (RES): de organisatie die regio’s helpt om de klimaatdoelen in 2030 en 2050 te behalen door duurzame energie op te wekken. De RES trekt de conclusie dat het aantal van 4.400 windmolens niet klopt, omdat JA21 uitgaat van sterk verouderde windturbines. De getallen die zij gebruiken zijn 'niet realistisch', omdat moderne windturbines van 4 MW minstens 2.500 uur per jaar draaien.

De RES hanteert een richtlijn van 10 windturbines op 450 hectare: dan beïnvloeden de windmolens elkaar niet in de productie. Die aanname komt overeen met wat JA21 gebruikt. Maar de RES maakt wel een kanttekening: windmolens hebben flink wat oppervlak nodig, maar dat betekent volgens de woordvoerder echter niet "dat in die gebieden geen andere functies mogelijk zijn. Daar lopen nu in de praktijk wegen, landbouwgebied, bedrijven, etc."

"Binnen de doelstelling voor duurzame energie op land tot 2030, is kernenergie niet aan de orde omdat het niet uitvoerbaar is. In de praktijk komt grootschalige duurzame opwek dus neer op wind en zon", zegt de RES. “​"We horen vaker dat er in de politiek wordt gekeken naar kernenergie in plaats van windenergie op land. Dit is een misvatting, want ook in de berekening mét kernenergie zijn alle andere duurzame energievormen op land nodig."

Oordeel

Niet 4.400, maar 1.744 windmolens zijn nodig om evenveel elektriciteit op te wekken als 3 kerncentrales. Pas zodra je uitgaat van het meest gunstige scenario voor kernenergie, en een volgens RES onrealistische aanname voor windturbines, dan kom je uit bij de aantallen die JA21 noemt. De bewering van JA21 is dan ook onwaar.

Bronnen

Factcheck-marathon

Deze factcheck is uitgevoerd in het kader van de gezamenlijke factcheckmarathon van het AD, Nieuwscheckers en Pointer (KRO-NCRV) in de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen op 15 maart 2023

Makers