Vijf jaar strijdt Willy Heikamp al tegen ongedierte in haar buurt, hele rattenfamilies zag ze de afgelopen jaren voorbij paraderen. ‘Vader, moeder, kind, alles. En baby’s, het liep er allemaal,’ zo vertelt ze als ze ons rondleidt in de Schiedamse wijk Nieuwland. Haar tomeloze inzet zorgt ervoor dat er inmiddels wel het nodige is gedaan om het rattenprobleem aan te pakken. Maar of het genoeg is om de familie Rat uit de wijk te verdrijven?
De problemen met afval in de buurt zijn namelijk nog niet opgelost, zo blijkt als we met Willy door de wijk lopen. En zwerfafval is één van de oorzaken van de Schiedamse rattenplaag. ‘Afval op straat, afval van de balkons, afval in de bosjes, iedereen gooit overal afval weg,’ legt Willy uit. In een aantal straten is het nu inmiddels een stuk schoner, maar dat is lang niet overal in de wijk het geval. Op onze ronde treffen we - naast prullenbakken - kapotte vuilniszakken met etensresten aan. En verderop: de restanten van een McDonalds-maaltijd langs de kant van de weg.
Ik ruim het op!
Tijdens de wandeling door Nieuwland wordt Willy aangesproken door een bewoner over het zwerfvuil. ‘Ik ruim het op, het komt goed, ik zorg dat het straks weg is,’ laat ze hem geruststellend weten. Want dat is wat Willy doet: mensen aanspreken, bij de gemeente op de trom roffelen en zwerfafval opruimen. ‘Als mensen hun vuilniszak naast de container willen zetten en ze zien mij lopen, dan denken ze: ‘Ik loop even terug.’ Een uur later staat die zak er wel weer naast, dat weet ik ook wel. Dan gooi ik hem er zelf in, maar ze weten dat er op hen gelet wordt.’
Goud voor de gemeente
De Schiedamse wethouder Jeroen Ooijevaar zegt blij te zijn met de oplettendheid van Willy. ‘We hebben echt de bewoners nodig om de problemen met de ratten op te lossen. Willy is goud voor de gemeente,’ aldus de wethouder. Toch werden de eerste acties van de Schiedamse – vijf jaar geleden - door de gemeente niet meteen enthousiast ontvangen, zo vertelt ze. ‘Ik heb geroepen, gescholden, strijd gevoerd. In het begin werd er gezegd: ‘Oh daar heb je die mevrouw weer.’ Ze vonden mij een pain in the ass.’
Dichtgegroeide struiken
Gemeenten hebben de taak om plaagdieren in de openbare ruimte te bestrijden. Zeker als – zoals bij ratten – de volksgezondheid in het geding is. Het weghalen van dichtgegroeide struiken (een fijne schuilplaats voor de rat), het plaatsen van meer vuilcontainers en het opruimen van zwerfafval kan allemaal helpen om een rattenplaag onder controle te krijgen.
Volgens Willy wordt er eigenlijk pas de laatste maanden, na veelvuldige media-aandacht, echte actie ondernomen door de gemeente. Ze wijst naar de plek waar de struiken recent zijn weggehaald: ‘In die struiken bleef zwerfvuil liggen, toen die weggehaald werden vonden we vuilnis dat zo naar het museum kon.’
Gemeente heeft beperkte invloed
Wethouder Ooijevaar is van mening dat de gemeente adequaat op de rattenplaag heeft gereageerd. ‘De eerste keren dat de ratten echt buitenkwamen en bij wijze van spreken over de voeten liepen zijn wij meteen in actie gekomen,’ stelt hij vast. Hij benadrukt verder dat de oplossing voor het rattenprobleem ook echt bij ‘de bron’ aangepakt moet worden: ‘Uiteindelijk moet het toch uit het gedrag van mensen zelf komen en daar heeft de gemeente maar een beperkte invloed op.’
Dat het een complex probleem is waar meerdere partijen bij betrokken zijn, maakt het oplossen van een plaag er niet gemakkelijker op. Ooijevaar: ‘Je hebt een woningbouwvereniging, de gemeente, zeer actieve bewoners. Maar ja, misschien hebben de ratten zelf ook wel een rol in het hele verhaal. Ik durf niet zo goed te zeggen wie eindverantwoordelijk is voor het probleem.’ De gemeente heeft er echter wel voor gezorgd dat deze partijen bij elkaar gebracht zijn, aldus de wethouder. ‘Die zijn nu veel beter met elkaar in overleg.’
Ondanks de inzet van verschillende partijen kan de wethouder niet beloven dat er volgend jaar zomer geen ratten meer in het Schiedamse Nieuwland rondrennen. ‘Ik denk dat er geen enkele gemeente is in Nederland waar geen ratten zijn, maar die overmatige aanwezigheid van deze zomer, die willen we echt niet meer zien.’
Minder ratten
En Willy? Die gaat ondertussen gewoon door met het opruimen van de buurt. Ook zij gelooft nog niet in een wijk zonder ratten. ‘Hopelijk worden het minder ratten, daar ben ik al heel blij mee.’ Maar dan moet de gemeente zijn aandacht niet laten verslappen vindt Willy. ‘Er is nog veel onderhoud nodig, hier en in andere wijken. En als de gemeente niets doet, dan zijn we weer terug bij af.'