Er heerst onrust over de komst van arbeidsmigranten op camping De Put. ‘Straks lopen er 300 (jonge) mannen rond op onze camping. Dan loopt je dochter van 16 echt niet meer lekker in haar bikini naar het zwembad. En als we met onze kinderen gaan bingoën op zaterdagmiddag en vijftig van die mannen zitten ook in de kantine, dan geeft dat toch een hele andere sfeer. Dan zitten we daar niet op ons gemak. Het gaat mij niet om welke afkomst ze hebben. De verhouding is straks zoek.’
Aan het woord is Angela Bazen, voorzitter van Recreantenvereniging De Put. Die vereniging is onlangs in het leven geroepen door een aantal bezorgde campinggangers die ieder jaar hun vrije tijd doorbrengen in hun stacaravan op camping De Put in de gemeente Molenlanden, gelegen tussen Utrecht en Rotterdam. De camping biedt plaats aan ongeveer 110 staanplaatsen.
Eind vorig jaar is De Put overgenomen door een nieuwe eigenaar. En die verraste Bazen toen hij direct na de overname bekendmaakte dat hij 250 tot 300 arbeidsmigranten wil gaan huisvesten op de camping. De gemeente Molenlanden ontving hiervoor vorig jaar een verzoek om de regels te veranderen zodat er op de camping het hele jaar door arbeidsmigranten mogen wonen.
Onrust onder campinggasten
De ondernemer, Hans Kramer, geeft aan dat hij door het huisvesten van arbeidsmigranten meer geld kan verdienen. En met dat geld kan hij de camping grondig opknappen, wat ook weer goed is voor de vaste campinggangers: ‘Iedereen mag blijven. We maken op de camping een deel huisvesting en een deel recreatie. Als we niks doen, komen we in financieel lastig weer. Die camping is vervallen en moet echt worden gerenoveerd. Maar zonder de extra inkomsten van de huisvesting kan dat niet. Ik laat de campinggasten meedenken in hoe we dat moeten doen zodat iedereen zich daar goed bij voelt.’
Maar Bazen denkt niet dat dat het einddoel is: ‘Het komt erop neer dat hij van iedereen af wil, zodat er allemaal chalets kunnen komen voor arbeidsmigranten.’ Bazen doet er, met de hulp van andere campinggangers, alles aan om de komst van de arbeidsmigranten te voorkomen. Zo begonnen ze een petitie tegen de veranderingen, schreven ze een protestbrief aan alle fractievoorzitters in de Tweede Kamer en proberen ze de gemeente te overtuigen het bestemmingsplan van het gebied niet te veranderen. Die verandering is nodig om de eigenaar toestemming te geven de arbeidsmigranten te huisvesten.
De angst voor die nieuwe groep werknemers, is volgens Bazen niet ontstaan vanwege hun afkomst. ‘Het gaat er niet om dat het Polen, Spanjaarden of Nederlanders zijn. De balans op de camping is straks helemaal zoek. De eigenaar zegt dat er evenveel plek blijft voor recreanten als voor arbeidsmigranten. Maar als hier straks een paar honderd jonge mannen rondlopen, dan is het toch heel anders qua vakantieverblijf.’
Tekort aan arbeidsmigranten en woningen
Volgens Kramer is er veel behoefte aan arbeidsmigranten in de regio. En voor die arbeidsmigranten is huisvesting nodig. Iets wat lang niet alle gemeenten makkelijk geregeld krijgen, zo schrijft hij in zijn plan: ‘Gemeenten zijn terughoudend in het huisvesten van het personeel, waardoor ongecontroleerde situaties ontstaan.’
Met zijn bedrijf wil hij hier een oplossing voor bieden. Hij heeft op verschillende plekken in Nederland al huisvesting voor arbeidsmigranten. Maar dit is de eerste keer dat hij iets probeert te ontwikkelen waarbij recreanten en arbeidsmigranten op dezelfde plek verblijven. Hij zegt dat dat niet tot problemen mag leiden voor de vakantiegangers: ‘Ik wil best een prestatiecontract tekenen dat het netjes gebeurt en we er anders mee ophouden. Netjes betekent: geen overlast, een veilig situatie voor iedereen en goed beheer van de camping.’
De onrust die er nu is ontstaan is volgens Kramer niet nodig. Hij denkt ook niet dat iedereen tegen het plan is. Volgens hem heeft de vereniging niet de steun van alle huurders op de camping: ‘Veel mensen hebben zich wat laten leiden door de publiciteit rondom de overname en de mogelijke komst van arbeidsmigranten. Ze zijn onzeker. Wat gebeurt er met mijn spullen en met mijn grond? Maar heel langzaam komen we ‘on speaking terms’ met de huurders.’
‘Van de ene op de andere dag is alles anders’
De recreantenvereniging heeft er een hard hoofd in: ‘De eigenaar zegt dat hij ons nog wil als huurders. Van de ene op de andere dag is alles anders. En al het nieuws daarover moet je dan uit de krant vernemen,’ vertelt Bazen.
Inmiddels is de vereniging een rechtszaak begonnen tegen de eigenaar. Die stuurde de huurders onlangs een nieuw huurcontract voor hun staanplaats. Het gaat om een contract van één jaar. Volgens Bazen was het contract met de vorige eigenaar voor onbepaalde tijd. Ze heeft het idee dat met de nieuwe contracten de huurders in een onzekere positie komen voor de toekomst en eist nu dat de oude huurovereenkomst in ere wordt gehouden.
Maar Kramer ziet dat anders. Volgens hem gaat het uitsluitend om het feit dat hij de nieuwe eigenaar is en er dus een nieuw contract met de huurders moet komen. Hij zegt dat er andere regels gelden bij het huren van een stukje grond voor een stacaravan, dan bij het huren van een woonhuis. Ook bij een contract voor een onbepaalde tijd zou hij een opzegtermijn van een maand hebben. Wat hem betreft verandert er dus weinig.
Of er ook echt arbeidsmigranten op de camping komen is afhankelijk van de gemeente. Die heeft het verzoek van de eigenaar van de camping in overweging en komt binnen enkele maanden met de beslissing. Kramer denkt niet dat hij de camping zal behouden als de gemeente geen huisvesting van arbeidsmigranten toestaat: ‘Als de gemeente dit niet wil moet ik heel hard achter mijn oren krabben. Dan doe ik de camping weer weg denk ik.’