De woorden coronavirus, online, zorgpersoneel, Terschelling en klimaatcrisis zijn dinsdag voor het eerst in een troonrede uitgesproken. In totaal sprak koning Willem-Alexander 118 nieuwe woorden uit in zijn jaarlijkse toespraak op Prinsjesdag. Een troonrede met een opmerkelijke persoonlijke verwijzing in een uitzonderlijk crisisjaar, vindt Jaap de Jong, hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media van de Universiteit Leiden.
"Het mooiste is als er extreme omstandigheden zijn. Daar kun je makkelijk tegenaan schrijven”, zei De Jong vorig jaar als voorbeschouwing op de troonrede. Uiteraard had hij niet kunnen voorzien dat 2020 het jaar is waarin de coronacrisis het gesprek van de dag is. Heeft dat bij deze troonrede voor pakkende beeldspraak en oneliners gezorgd?
"Dit was een vakkundige toespraak. Ik had eigenlijk gedacht: 'Nu komt de knaller op het eind.' Maar die kwam niet. Ik voelde me op het einde niet opgetild. Dat paste bij een degelijke troonrede", is het eerste oordeel van de hoogleraar.
Opmerkelijk vindt hij het benoemen van de moord op strafrechtadvocaat Derk Wiersum. Zo vaak worden individuele personen niet genoemd in een troonrede. En net zo opvallend zijn de zaken die niet worden genoemd, zoals de vluchtelingencrisis in kamp Moria op Lesbos. "Reken maar dat daar links en rechts harde noten over worden gekraakt."
Samen met Jaap de Jong nemen we de opmerkelijkste woorden door.