Het zesjarige jongetje Sallo van Gelder blijft tijdens de Tweede Wereldoorlog door een wonder in leven. Vlak voordat hij richting Westerbork wordt vervoerd, neemt een als non verklede verzetsvrouw hem mee van Centraal Station Amsterdam. Zo’n 40 jaar na zijn eigen redding, besluit hij om de synagoge in zijn woonplaats Aalten van de ondergang te redden.

Het Jeruzalem van de Achterhoek: zo staat het Gelderse Aalten ook wel bekend. Het dorp is gebouwd op zeven heuvels, net als de heilige stad in Israël. In beide plaatsen hebben zowel christenen, moslims als Joden een gebedshuis. En als je het verhaal van Sallo van Gelder hoort, dan geloof je ook dat er in Aalten wonderen kunnen plaatsvinden.

De synagoge aan de Stationsstraat is behouden gebleven voor een Joodse gemeenschap die uit slechts één persoon bestaat: Sallo van Gelder (85), de laatste Jood van Aalten. Het gebouw zou in de jaren '80 tegen de vlakte gaan, maar kwam dankzij Sallo in handen van een stichting en werd gerestaureerd. Het dorp heeft zich ingezet om Joods religieus erfgoed te beschermen, terwijl er op Sallo na geen Jood meer in Aalten te vinden is.

Dat Sallo de oorlog overleefde is een groot wonder, en de synagoge heeft decennialang onder de dreiging van de sloophamer overleefd. En nu wil hij nog een laatste mysterie oplossen: waar liggen de lichamen van zijn neergeschoten dorpsgenoten Frits en Amalia Landau begraven?

Gered door een 'non'

Als zesjarig jongetje staat Sallo eind augustus 1943 op het Centraal Station in Amsterdam met honderden andere kinderen te wachten op de trein naar Westerbork. Sallo kan het op dat moment nog niet zeker weten, maar als hij op deze trein stapt, dan komt hij hoogstwaarschijnlijk nooit meer terug. Hij twijfelt. En vlak voordat hij moet instappen, ziet hij een non op het perron lopen. 'Kruip onder mijn rok', zegt ze.

Het blijkt een als non verklede verzetsvrouw genaamd Sietske Visser te zijn. Eigenlijk is ze op zoek naar een ander jongetje, maar als ze die niet kan vinden, neemt ze Sallo mee. Via Arnhem keert de jonge Sallo weer terug in Aalten.

Strooigoed Sallo van Gelder

Het volgende Aaltense wonder is dat de synagoge tijdens de bezetting niet in vlammen is opgegaan, vertelt Wim Mak, voorzitter van de stichting Vrienden van de Aaltense Synagoge. "Want de Duitsers hebben de synagoge een tijdlang als munitiedepot gebruikt. Dus er had maar iets fouten moeten gaan en dan was het verwoest."

Vlak voor de bezetting worden de Torarollen in veiligheid gebracht. Onder de keukenvloer van een Joods gezin worden de heilige geschriften opgeborgen. "Dat huis is later toegewezen aan een NSB-familie", zegt Mak. "En die hebben er altijd met hun voeten overheen gestapt, zonder te weten wat zich daar bevond.”

Na de bevrijding staat de synagoge er belabberd bij. Het interieur is eruit gesloopt en het gebouw uitgewoond. Maar de Joodse gezinnen die terugkeren naar Aalten hebben wel andere dingen aan hun hoofd dan de toestand van de synagoge. "Dat waren mensen die ontredderd waren", legt Mak uit. "Getraumatiseerd door alles wat ze hadden meegemaakt en de verliezen binnen hun families."

In de decennia na de oorlog wordt de Joodse gemeente in Aalten kleiner en kleiner. Jongeren vertrekken uit Aalten naar de grote stad. De synagoge wordt inmiddels niet meer voor diensten gebruikt. Sallo ziet het met lede ogen aan. Niet alleen in Aalten, maar op meerdere plekken in Nederland worden synagogen en begraafplaatsen verkocht aan projectontwikkelaars.

Zo'n 14 synagogen en 6 begraafplaatsen zijn tijdens de oorlog onteigend en doorverkocht, blijkt uit onderzoek van Pointer. Deze transacties worden genoemd in de Duitse registratie van deze roofhandel, de zogeheten Verkaufsbücher. Sinds 2020 doet Pointer onderzoek naar de verhalen achter de transacties, en of gemeenten hun eigen rol in deze vastgoedhandel onderzoeken.

Bekijk ook ons interactieve verhaal

230501_vastgoedboeken_header.jpg

Het verdwenen Joodse vastgoed

De dreiging van de sloophamer

"De synagogen in Nederland werden rücksichtslos verkocht aan de hoogstbiedenden", vertelt Sallo. Hij somt een aantal plaatsen op: Borculo, Hattem, Nijkerk, Groningen, Den Haag: op meerdere plekken kon de Joodse gemeente niet langer voor hun religieuze erfgoed zorgen en zagen kopers hun kans schoon om het een nieuwe bestemming te geven.

In Aalten toonde een lokale projectontwikkelaar in de jaren '80 interesse in de grond waar de inmiddels vervallen synagoge op stond. Mak: "Die wilde het kopen met dollartekens in zijn ogen, met de bedoeling om de hele zaak tegen de vlakte te smijten en er woningen op te bouwen. Maar er was in heel Aalten geen aannemer bereid om de synagoge te slopen."

Sallo merkte dat hij een oplossing voor de lange termijn nodig had om de synagoge te behouden. Hij richtte in 1983 de stichting Vrienden van de Aaltense Synagoge op en verkocht het gebouw voor het symbolische bedrag van 1 gulden aan de stichting. Het bestuur bestaat uit niet-Joden, op eentje na: Sallo van Gelder.

Strooigoed synagoge in Aalten

Om geld voor het onderhoud bij elkaar te sprokkelen, stuurde hij huis-aan-huis brieven rond met de oproep om geld te doneren. Maar Sallo was ervan overtuigd dat zo’n actie alleen iets oplevert als mensen op de envelop met hun naam worden aangesproken in plaats van 'aan de bewoners van dit pand'. "Dan gooien ze die brief direct in de papierbak", legt Sallo uit. "Dus ik ben naar de directeur van de gasfabriek gegaan", omdat hij alle adressen van dorpsgenoten had. "Ik heb op mijn knieën voor hem gezeten, want hij mocht die namen en adressen eigenlijk niet geven. Maar uiteindelijk kreeg ik toch het hele bestand." De smeekbede pakt goed uit, want het dorp doneert vervolgens ruim 200 duizend gulden om de synagoge weer in de oude staat te herstellen.

'Synagoge mag niet volmaakt zijn'

De restauratie verloopt niet vlekkeloos, legt Sallo uit. De bouwlieden hebben weinig verstand van de Joodse tradities en gebruiken. De mikwe, het rituele bad van de synagoge, werd volgegooid met bouwafval. Sallo ziet het en haalt middenin de nacht de resten hout en steen uit de mikwe.

Hij wijst ook naar een ongepleisterd stuk muur. "Zolang de tempel in Jeruzalem niet herbouwd is, kan een synagoge nog zo mooi zijn, maar die mag niet volmaakt zijn," legt Sallo uit. "En wat gebeurt er? De stucadoor komt en denkt: 'Dat zijn ze vergeten', en smeert dat weer dicht." Ook hier grijpt Sallo in en haalt het pleisterwerk weer weg. Maar los van dit soort kleine tegenslagen, is hij de Aaltenaren dankbaar dat ze de synagoge in het hart van hun dorp willen behouden.

Strooigoed open plek in synagoge

Volgens Sallo heeft die houding vooral te maken met het christelijke karakter van het dorp. Ook de gereformeerde Wim Mak voelt een speciale verbondenheid met wat hij 'het oude bondsvolk' noemt. Maar vooral het besef dat Joden na de oorlog slecht zijn behandeld en aan hun lot zijn overgelaten, weegt zwaar. De synagoge is wat hem betreft een plek waar je kunt uitleggen dat de Joodse cultuur al eeuwenlang een belangrijke bijdrage levert aan de Nederlandse cultuur.

"En natuurlijk de hele geschiedenis van de jaren '30 en '40 met die gewetenloze uitroeiactie", vertelt hij. "Dat mag niet vergeten worden. Je ziet nu bij de volgende generaties het antisemitisme weer opkomen. Soms in hele brutale vormen, maar vaak veel subtieler. Daar moet niet alleen tegen gewaarschuwd worden, maar daar moet tegen opgetreden worden. Dat kun je niet laten gaan. Het zichtbaar houden van deze synagoge, en daarmee de Joodse cultuur, helpt om die intolerantie tegen te gaan."

Strooigoed Wim Mak

Waar zijn Frits en Amalia Landau?

Sallo zit voorovergebogen tijdens het interview: alsof hij opnieuw de zware tijden tijdens en na de oorlog herbeleeft. En dan recht hij zijn rug: "Ik heb nu mijn tijd gegeven voor u. Misschien kun je ook nog iets voor mij doen?" Er is nog een mysterie dat hij wil oplossen.

Het Joodse echtpaar Frits en Amalia Landau woonden tijdens de oorlog in Aalten. Volgens Sallo was Frits een alcoholist met een kort lontje, iemand die regelmatig 'helemaal doordraaide'. Sallo heeft alsnog warme gevoelens als hij aan deze mensen terugdenkt: "Ik was daar drie weken ondergedoken, toen het op mijn eigen onderduikadres te gevaarlijk was. Amalia heeft mij als kind van vijf jaar gewassen, aangekleed, eten gegeven en verzorgd alsof ze mijn eigen moeder was."

Strooigoed Echtpaar Landau

Het onredelijke gedrag van Frits vormde echter een gevaar voor meerdere dorpsgenoten. "En de ondergrondse, het verzet, heeft hem en zijn vrouw toen geliquideerd." Het echtpaar is volgens Sallo ergens in een van de weilanden in Aalten begraven, maar hij weet niet waar. Al tien jaar lang is hij op zoek naar de de plek waar het echtpaar is begraven om de stoffelijke resten te herbegraven op een Joodse begraafplaats: met respect voor de overledene en eeuwige grafrust.

Frits en Amalia Landau

Heb jij ooit iets gehoord over de laatste rustplek van Frits en Amalia Landau in Aalten? Of ken je iemand die meer zou kunnen weten? Wij en Sallo van Gelder horen graag van u. Laat uw tip achter via jerry.vermanen@kro-ncrv.nl.

"Je weet niet wat er bij sommige mensen nog loskomt. Al is het maar een heel klein haakje waar je houvast aan hebt." In een plaats waar wonderen om de 40 jaar (Sallo’s redding in 1943, en de redding van de synagoge in 1983) lijken plaats te vinden, zou de ontdekking van Frits en Amalia Landau niet misstaan.

'De synagoge blijft altijd bestaan'

De zoektocht naar de Landaus, het opknappen van de synagoge of het onderzoek van gemeenten naar hun eigen rol in de roofhandel: waarom moet het telkens zo lang duren voordat zaken uit de Tweede Wereldoorlog worden onderzocht?

"Als je met een speld in de vinger prikt, dan schreeuw je direct au", legt Sallo uit. "Maar als je een ledemaat kwijtraakt, dan krijg je pas pijn in het ziekenhuis. Die verwonding is zo groot geweest, daar kom je niet direct aan toe. Het besef dat het pijn doet, komt nu pas. We hebben wel de pijn en het verdriet van onze ouders gezien, maar konden het nooit goed plaatsen, omdat er niet over werd gesproken."

Bekijk ook onze uitzending

Header bij tv-uitzending over verdwenen Joods erfgoed

De Vergeten Graven

Wat Mak betreft is het behoud van deze synagoge dan ook een belangrijk symbool om de geschiedenis levend te houden. "Het is een kwestie van historisch besef. Dat is niet dikgezaaid tegenwoordig. Maar alles wat er nu in de wereld gebeurt, roept vragen op over hoe we dat konden voorkomen." En volgens Mak herinneren deze gebouwen aan de tijd waaruit we die lessen kunnen trekken.

De verantwoordelijkheid voor de synagoge geeft Mak veel voldoening, maar hij maakt zich ook grote zorgen over de toekomst van de stichting. Nogal wat mensen in het bestuur zijn op leeftijd. Volgens de statuten moet er minstens één persoon uit de Joodse gemeenschap deelnemen in het bestuur. "Dus ja, aan wie draag je het straks over? Daar maak ik me wel zorgen over."

Sallo is optimistischer: "De synagoge blijft altijd bestaan. Dit gebouw verdwijnt niet zomaar", zegt hij. "En ik hoop dat over honderd jaar hier weer een Joodse gemeente komt. Dan moet de stichting het ook voor een symbolisch bedrag teruggeven."

Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek?

Elke week sturen we je onderzoeksverhalen, tips van de redactie, en verhalen die je nog van ons kan verwachten.

Makers