‘Dit was ooit allemaal heide. Het gras neemt de overhand door de ammoniak,’ legt ecoloog Wieger Wamelink uit terwijl hij ons rondleidt in Nationaal Park de Hoge Veluwe. Hij laat ons voor het onderzoek Boer en Beleid zien wat ammoniak uit de veeteelt doet met de natuur. ‘Er is al heel veel verdwenen.’
Op een grote open vlakte wijst Wieger ons op de kleurverschillen in de beplanting. Op wat bomen aan de rand na, zie je alleen maar gele en bruine stroken. ‘Dit is de heide. Je kunt de bloemen zien van vorig jaar,’ illustreert de onderzoeker van de Wageningen Universiteit terwijl hij een paar bruine takjes beetpakt. ‘Daar zit nog wat zaad in. Het lijkt dood, maar die loopt over een tijdje uit. In het najaar bloeit het weer en dan is het één grote paarse bloemenpracht.’
Die paarse bloemenzee wordt de afgelopen jaren dwars gezeten door een andere plant. ‘Dit is een grassoort, het pijpestrootje. Op zich ook mooi, maar het overgroeit de heide als er teveel ammoniak op de heide komt. Je raakt alle heide kwijt en alle soorten die erbij horen. De vlinders verdwijnen. De veldleeuweriken die we horen, die verdwijnen. Je houdt dan één grote grasvlakte over,’ wijst de ecoloog naar de grote gele stroken met droog gras.
Tekst loopt door onder de foto.
Ammoniak komt uit de uitwerpselen van dieren in de landbouw. Via de lucht verplaatst ammoniak zich over een groot gebied en daalt het neer op de natuur. Niet alleen op de Hoge Veluwe speelt dit probleem. ‘Eigenlijk zie je het bijna overal in Nederland. Ook in de bossen zie je problemen. Je ziet op heel veel plekken bramen opkomen die al het andere overwoekeren. Ook in de duinen zie je net als hier vergrassing. Je moet overal ingrijpen. Elk stukje natuur.’
Om de heide op de Veluwe toch te laten overleven, wordt er geplagd. Dan wordt de bovenste laag met daarin de ammoniak afgegraven, zodat de natuur weer kan herstellen. Wieger laat een stukje zien waar momenteel weinig groeit. ‘Je moet er heel veel geld in steken om dit te plaggen en af te voeren. Dus het kost heel veel geld en moeite om die heide in stand te houden. Het is steeds moeilijker om heide te behouden voor Nederland.’
Dweilen met de kraan open
Volgens de ecoloog is het dweilen met de kraan open. Zolang de landbouw grote hoeveelheden ammoniak in de lucht brengt, blijf je bezig met het opruimen van het overschot aan ammoniak in de natuur. Zijn minder dieren dan de oplossing? ‘Dat zal zeker helpen. Of ze moeten anders eten. In ieder geval moeten we ervoor zorgen dat er minder ammoniak vrijkomt. Als we niks doen, raakt alles aangetast. Je houdt een paar soorten over en dat is ontzettend saai.’
Veerkracht
De biodiversiteit wordt dus aangetast door teveel ammoniak. Dat levert een eentonig landschap op, maar zijn er andere risico’s als er dieren- en plantensoorten verdwijnen? Die vraag leggen we binnenkort in een ander artikel voor aan Koos Biesmeijer. Hij is directeur van Naturalis en hoogleraar Natuurlijk Kapitaal. ‘Als je veel soorten in een systeem hebt, dan zit daar veerkracht in. Hoe weerbaarder het eigenlijk is.’