‘Je kunt je nu eenmaal niet permitteren om tegen windparken op zee te zijn, want er zijn veel windmolens nodig. En de ruimte op land volstaat in de verste verte niet,’ zegt Joris Wijnhoven van Greenpeace. Toch heeft het bouwen van windparken wel negatieve effecten op de natuur: bruinvissen hebben last van het heien van de palen, vleermuizen en vogels vliegen tegen de wieken aan en vogels raken leefgebied kwijt. Hoe ga je daar als groene club mee om?

We spreken Joris Wijnhoven voor ons onderzoek ‘Klimaatconflict in de polder’ waar we kijken naar de spanning die er soms is tussen duurzame energie en natuur.

‘Plant en dier ook bedreigd door klimaatverandering’

‘Greenpeace is groot geworden op zee,’ schrijft Wijnhoven eerder al in een column op de website Energiepodium.nl. ‘De zorg voor zeenatuur en een gezond visbestand staan nog steeds hoog op de prioriteitenlijst. Tegelijkertijd realiseren we ons als geen ander dat we onze zeeën, en zeker de Noordzee, hard nodig zullen hebben in de strijd tegen klimaatverandering. Dat vraagt ook in onze kringen om tot dusverre ongekende geestelijke souplesse.’

Als we Wijnhoven bellen vult hij aan: ‘Je kan zeggen als Greenpeace dat je helemaal niks durft te doen in de Noordzee, maar je moet je ook realiseren dat elke vorm van energie-opwekking nadelen heeft. Of je accepteert dat er klimaatverandering is of je schuift het op het bordje van een ander land, maar als je als Nederland zelf iets wilt doen dan gaat dat effect hebben.’

Greenpeace is inmiddels overtuigd voorstander van windparken op zee en vindt zelfs dat de plannen van het kabinet zoals ze in het regeerakkoord staan niet ver genoeg gaan: de organisatie zou willen dat de energietransitie sneller gaat. Het kabinet zet in op het realiseren van windparken op zee met een vermogen van circa 11,5 gigawatt (GW) in 2030, dat is een enorme toename van windmolens ten opzichte van de situatie van nu, namelijk 1 GW.

Want uiteindelijk heeft fossiele energie ook negatieve effecten op de natuur, zo redeneert de club. Wijnhoven: ‘Plant en dier, zeer zeker ook op zee, worden immers ook bedreigd door klimaatverandering. Als we daar niks aan doen, bijvoorbeeld door fossiele energie in te ruilen voor schone, zullen oceanen verzuren, wat een negatief effect heeft op het zeeleven. En het afsmelten van zee-ijs op Antarctica heeft effect op de levenscyclus van krill, de basis van de voedselketen daar.’

Greenpeace strijdt tegelijkertijd wel voor een zo goed mogelijke bescherming van de natuur. Wijnhoven: ‘Waar zet je de windparken neer op de Noordzee? Kunnen we molens stil zetten bij vogel- en vleermuizentrek? We kunnen eisen stellen aan het heilawaai, zodat bruinvissen er minder last van hebben. Molens bouwen in de natuur, maar dan wel vissers weren uit windparken. Nieuwe gebieden creëren waar vogels rustig kunnen leven, als bestaande gronden verloren gaan. Méér natuur beschermen dan de luttele twee of drie procent van nu.’

'Tevreden, maar wel vrees voor de natuur’

Guido Schild van Stichting De Noordzee zegt dat de uitdagingen die bestaan om windenergie en natuurbehoud samen te laten gaan het voor hen tot een interessante ontwikkeling maakt. ‘Klimaatverandering is een groot probleem, ook voor de natuur op zee. Wij zijn voorstander van wind op zee, maar bekijken deze ontwikkeling minder vanuit klimaatdoelstellingen, zoals Greenpeace, en meer met het oog op de ecologische kansen en risico’s van wind op zee.’

De kansen zijn er namelijk ook, onder meer omdat in de windparken niet met sleepnetten mag worden gevist. Op die manier krijgt de zeebodem een kans om zich te herstellen. Ook ontstaat er nieuwe natuur: iedere windmolen heeft een stortstenen bed rond de fundering en daar groeit en leeft van alles op, zoals anemonen, kreeften en krabben. Windparken bieden vanwege bovenstaande factoren bovendien een uitstekende locatie voor herintroductie van gewenste soorten, zoals de platte oester.

Het natuuronderzoek dat tot nu is gedaan is om ecologische risico’s in kaart te brengen is een goed begin, maar geeft nog geen antwoord op alle belangrijke vragen. Daarom pleit Stichting De Noordzee sterk voor meer onderzoek, al helemaal gezien de grote ambities van de uitrol van wind op zee.

Heel grote windmolens

De stichting is tevreden met de tot nu toe genomen maatregelen. Zo worden er voor toekomstige windparken voor de Zeeuwse en Hollandse kust, ten noorden van de Waddeneilanden, en bij IJmuiden grote turbines voorgeschreven. Er zijn er dan minder nodig om de gewenste hoeveelheid stroom op te wekken en ze staan verder uit elkaar. Hierdoor kan het aantal slachtoffers onder zeevogels drastisch worden verminderd.

Ook gelden beperkingen aan de hoeveelheid heigeluid die mag worden geproduceerd, om bruinvissen en andere zeezoogdieren te beschermen. Deze geluidsdrempel moet mogelijk wel steeds lager worden gelegd naarmate er meer windparken worden gebouwd.

Schild: ‘Onze vrees is wel dat natuur, vooral specifieke natuur op bepaalde locaties in de Noordzee, uiteindelijk één van de laatste belangen is waar naar wordt gekeken bij het aanwijzen van nieuwe gebieden voor wind op zee. Bij inrichting van de zee is ecologie nu eenmaal niet het sterkste belang.’

Makers