Chiel slaapt al jarenlang niet meer dan 3 tot 4 uur per nacht. Zelfs nu hij het nachtwerk als vrachtwagenchauffeur gedag heeft gezegd, wil slapen niet lukken.
Chiel Jongewaard is begin twintig als hij voor het eerst het trapje naar de bestuurderscabine beklimt. Met een koksdiploma op zak, maar nog geen brandende ambitie om zijn dagen te slijten boven potten en pannen, neemt hij plaats achter het stuur van een vrachtwagen. En dat bevalt hem wel. Een kwart eeuw brengt hij door in zijn kleine, brandschone universum, haast zwevend boven de wegen die heel Europa doorkruisen. Maar nu is het genoeg.
De laatste zes jaar die hij op de weg doorbrengt rijdt hij vooral in de nachten. Vaak begint zijn dienst rond 23:00 uur en die stopt pas als ieder ander lunchpauze houdt. Dagen van dertien uur zijn geen uitzondering in die tijd. Vervolgens haast hij zich naar het schoolplein, waar zijn kinderen hem verwachten. Na de scheiding heeft hij beloofd er na schooltijd te zijn – dan maar ’s nachts werken. Nadat het avondeten is opgediend, is er pas tijd om te slapen. “Dan sliep ik drieënhalf uur en dan ging ik weer. Daardoor heb ik echt roofbouw op mezelf gepleegd.”
Nachtradio en discolamp
De nachtdiensten vallen hem soms zwaar. Halverwege de nacht moet het raam open, zodat er frisse lucht binnenwaait die hem wakker houdt. De verwarming moet uit en de radio juist aan. “En dan vooral slap lullen. Nachtradio is heel belangrijk voor chauffeurs die dan rijden. Niet te veel muziek, vooral interactie, want dan moet je opletten.” Op een gegeven moment heeft hij zelfs een eigen barbecuerubriekje in een nachtprogramma. En wordt het echt knikkebollen, dan moet ook de discolamp aan.
Aan de keukentafel in zijn nieuwbouwwoning in Amersfoort vertelt Chiel dat hij genoeg collega’s kent die in de nacht brokken hebben veroorzaakt. Een tunnelongeluk, de vangrail in. Zelf is hij tijdens het filerijden ook weleens in slaap gevallen achter het stuur, maar gelukkig nooit te lang.
1,3 miljoen nachtwerkers
In Nederland werken 1,3 miljoen mensen in de nacht, waarvan 600.000 met regelmaat. Nachtwerk komt voor in verschillende sectoren, zoals de zorg, horeca en industrie. Maar het vervoer spant de kroon. Uit cijfers van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2021 van TNO en CBS blijkt dat 37 procent van de werknemers in de transportsector soms of regelmatig ‘s nachts werkt, gevolgd door de zorg (21 procent).
In 2017 onderzocht de Gezondheidsraad op verzoek van het ministerie of er een verband is tussen nachtwerk en het risico op gezondheidsklachten. Het eenduidige antwoord: ja. Behalve een verhoogde kans op diabetes en hart- en vaatziekten op de lange termijn, zorgt nachtwerk op korte termijn vaker voor slaapproblemen.
Het ploegendienstsyndroom
Zo hebben nachtwerkers naar schatting anderhalf tot twee keer zo vaak last van slaapproblemen als mensen die overdag werken. Daarbij kun je denken aan klachten over de duur en kwaliteit van de slaap na de nachtdienst, slaperigheid tijdens het werk of algehele vermoeidheid. Er is zelfs een officiële slaapstoornis bekend die gerelateerd is aan nachtwerk: shift work sleep disorder, oftewel het ploegendienstsyndroom.
Hoewel Chiel altijd al een slechte slaper is geweest, hebben de nachtelijke ritten hem op slaapgebied geen goed gedaan. Als hij in de zomer van 2022 uitvalt vanwege schouderklachten en zijn leven opeens het ritme aanneemt van ‘een normaal mens’ – zijn woorden – merkt hij het effect van jarenlang slecht slapen en nachten doorwerken pas echt. Zijn benen voelen zwaar, spieren doen pijn en nog altijd is hij moe. “Ik merkte dat ik mezelf naar de klote aan het helpen was. Maar tegelijkertijd twijfelde ik heel erg of ik de nachtdiensten wel gedag moest zeggen. In de transportwereld geldt: niet lullen, maar poetsen.” Hij stopt toch.
Erfenis van jarenlang nachtwerk
Inmiddels staat Chiel, met name overdag, weer in de keuken als zelfstandig cateraar. Maar slapen? Dat is nog altijd een probleem. “Ik val rond 22:30 uur ’s avonds als een blok in slaap, maar om 2:00 uur lig ik weer wakker. Dan zak ik tegen de ochtend nog een uurtje weg, en dat is het dan.” Een erfenis van jarenlang nachtwerk, denkt Chiel. En een beetje pech. “Maar ik ben er wel altijd geweest voor mijn dochter. Dat heb ik koste wat het kost waargemaakt."