Van plastic verpakkingen en onvermijdelijk hoge energiekosten tot ontoegankelijke afvalscheidingsbakken en duurzaam vervoer: het maken van groenere keuzes is voor Nederlanders met een beperking vele malen moeilijker dan voor mensen zonder beperking. Dat blijkt uit onderzoek van Spot on Stories en Pointer. "Als persoon met een beperking word ik al van zo ontzettend veel facetten van het openbare leven uitgesloten. Ik wil niet ook nog eens uitgesloten worden van het maken van groenere keuzes", vertelt Didi de Vries.

Groenere keuzes: niet voor iedereen

Spot on Stories heeft de uitzending uitgeschreven. Lees hier de uitzending terug.

Uit een uitgebreide enquête onder ruim 300 Nederlanders met uiteenlopende beperkingen blijkt dat het overgrote deel van de respondenten zich zorgen maakt om milieu en klimaat. Tegelijkertijd geeft 78 procent van hen aan, dat het maken van duurzamere keuzes voor hen moeilijker wordt gemaakt dan voor mensen zonder beperking.

Didi de Vries (26) is slechthorend en slechtziend. En ze probeert zo duurzaam en circulair mogelijk te leven. "Ik hou in al mijn keuzes steeds meer rekening met milieu en klimaat. Ik probeer zo klimaatneutraal mogelijk te reizen, zo min mogelijk verpakkingsmateriaal te gebruiken en zoveel mogelijk plantaardig te eten. Het is vervelend dat ik voor mijn hoorapparaten dan heel veel batterijen moet gebruiken. En de hoeveelheden plastic en ander verpakkingsmateriaal dat om alles wat met brillen en hoortoestellen te maken heeft heen zit, is veel te groot."

Positie mensen met een beperking op veel terreinen verslechterd

Positie mensen met een beperking op veel terreinen verslechterd

Twee derde van de mensen met een beperking vindt dat de Nederlandse maatschappij onvoldoende is toegerust op het laten meedraaien van mensen met een beperking.

'Veel mensen vinden het milieu belangrijk'

Als Didi zich hier druk over maakt, voelt ze zich vaak onbegrepen. "Ik, en veel andere mensen met of zonder beperking, vinden het milieu en het klimaat heel erg belangrijk. Dat iemand die in een rolstoel zit beperkt toegang heeft tot OV is niet iets kleins, het is iets verschrikkelijks. Dat medicijnverpakkingen niet duurzaam zijn, stelt wél iets voor. Dat informatie over het verduurzamen van je huis niet toegankelijk is voor mensen die slechtziend zijn, is wel degelijk een big deal."

Van de respondenten die het idee hebben dat ze het klimaat meer belasten dan mensen zonder beperking, ervaart 44 procent gevoelens van boosheid en 37 procent heeft schuldgevoelens. Nick Bootsman heeft last van beiden. Het frustreert hem mateloos dat hij wordt belemmerd in het maken van duurzame keuzes. "Reizen met de trein is vele malen groener dan met de auto of met de regiotaxi. Daarom heeft dat ook mijn duidelijke voorkeur. Alleen moeten de liften op de stations het dan wel doen én reisassistentie moet beschikbaar zijn op het station, anders kom ik nergens."

Hoe maak je duurzame keuzes?

Veel organisaties geven aan het snijvlak van duurzaamheid en toegankelijkheid ‘ontzettend belangrijk’ te vinden. Maar vervolgens wijzen ze allemaal naar elkaar, op het moment dat het tijd is voor actie. De milieubeweging zoomt in op milieuproblemen. Gehandicaptenorganisaties leggen de focus op de rechten en kansen van mensen met een beperking. De Consumentenbond is er ‘voor alle consumenten’ en de overheid voor iedereen. Maar vrijwel niemand levert een concrete bijdrage aan het toegankelijker maken van duurzame keuzes.

Dit kan en moet anders, constateert Derk Loorbach, directeur van onderzoeksinstituut DRIFT en hoogleraar sociaaleconomische transities aan de Erasmus Universiteit. "Neem auto’s. Autobedrijven en overheden willen dat we zoveel mogelijk blijven autorijden, want dat levert veel op via belastingen en accijnzen. Qua klimaat is allemaal elektrisch rijden niet de oplossing, daarvoor moeten we heel veel batterijen gaan maken. Je moet het veel radicaler aanpakken: hoe maak je de stad zo inclusief dat iedereen toegang heeft tot mobiliteit, ook zonder auto? Denk aan een mobiliteitssysteem met minder auto’s, kleinere elektrische auto’s en meer deelauto’s – zo hou je ook meer ruimte voor andere voorzieningen."

In veel andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, bestaat duidelijkere wetgeving die bedrijven verplicht om na te denken over toegankelijkheid van de maatschappij in zijn algemeenheid. Daarnaast zijn er aan de andere kant van de Noordzee ook nog eens meer non-profitorganisaties die opereren op het snijvlak van toegankelijkheid en duurzaamheid. Een daarvan is het RIDC in Londen. De Nederlandse Ellen Fruijtier werkt voor het RIDC als senior onderzoeker.

Uitsluiten van de energietransitie

"Hier bestaat veel meer dan in Nederland een charity-cultuur", vertelt Fruijtier. "NGO’s springen hier in de gaten die de overheid achterlaat. Zo doen wij als RIDC zijnde in elk geval iets aan toegankelijkheid van duurzame alternatieven." Concreet gaat het er dan om dat je voorafgaand aan het doorvoeren van veranderingen op het gebied van verduurzaming nadenkt over toegankelijkheid. Fruijtier: "Iets wat heel makkelijk een groot verschil kan maken, is bijvoorbeeld als de pakketbezorgservice net dat extra knopje op hun webpagina heeft om aan te geven dat je wat extra tijd nodig hebt voor je bij de deur bent, zodat de bezorger niet elke keer nét weg is als je eindelijk de deur hebt bereikt."

In veel gevallen is het dus niet eens nodig om dure, moeilijke maatregelen te nemen en volstaat logisch nadenken. En dat laatste is, in de woorden van Didi de Vries, broodnodig: "Er wonen miljoenen mensen met uiteenlopende beperkingen in Nederland. Hen uitsluiten van de energietransitie, van duurzamer denken en handelen, van alles wat met milieu en klimaat te maken heeft, is een schande en dat moet stoppen."

Makers

Onderzoekscollectief