Aan de rand van het centrum van Alkmaar ligt het stadspark Alkmaarderhout. De gemeente heeft een deel van het eeuwenoude bos beschikbaar gesteld voor de nieuwbouw van het ziekenhuis. De actiegroep Red de Hout is hier fel op tegen omdat het park het leefgebied is van verschillende beschermde diersoorten zoals de bosuil en de rosse vleermuis. We zijn hier voor ons dossier Dier en Bouw.
Sweco, een internationaal ingenieursadviesbureau, heeft een natuuronderzoek gedaan voor het ziekenhuis. Dit onderzoek is verplicht om een bouwvergunning te kunnen krijgen. De actiegroep Red de Hout heeft kritiek op de uitkomst van dit natuuronderzoek. Zo vertelt oprichter Johan Bos: ‘Wat je leest in het voorlopige rapport, is niet hoe de natuur behouden kan worden, maar hoe het mogelijk is om de natuur te kunnen slopen. Het is moeilijk het natuuronderzoek serieus te nemen. Dit wordt versterkt door het punt dat het onderzoek in de maand december heeft plaatsgevonden. De maand dat de natuur in volledige rust is. Het rapport is met grote haast en met de natte vinger in elkaar geknutseld.’
We nemen contact op met de ecologen van Sweco, die verantwoordelijk zijn voor dit natuuronderzoek. Ze laten ons weten wel een interview te willen geven over hoe Sweco natuuronderzoek in het algemeen uitvoert, maar dat ze geen vragen kunnen beantwoorden die betrekking hebben op een lopend onderzoek. We hebben een telefonisch gesprek met ecoloog David van der Veen en teammanager van de afdeling ecologie van Sweco, Maarten Mouissie. Ook de persvoorlichter Ditmar van Diggelen is bij het interview aanwezig.
Hoe gaan jullie te werk als jullie een aanvraag krijgen van een initiatiefnemer die wil bouwen?
Maarten Mouissie: ‘Een initiatiefnemer wil iets gaan ontwikkelen. Dan moet er vaak iets gebouwd of gesloopt worden. Die klopt aan bij Sweco omdat er dan een heel scala aan onderzoeken voor elkaar gekregen moet worden, zoals het verkrijgen van de benodigde vergunningen en bijvoorbeeld een bestemmingsplan dat gewijzigd moeten worden. Wij kunnen deze onderzoeken allemaal in huis doen en dan kunnen wij tot een goed plan komen dat past in de wet- en regelgeving. Vaak leiden projecten waaraan wij werken ook tot een verbetering van de leefomgeving en natuurkwaliteit.’
Stel: er zitten op een bepaald gebied waar gebouwd moet worden beschermde dier- en plantensoorten. Wat kunnen jullie dan doen om er voor te zorgen dat er toch een ontheffing kan worden verkregen?
David van der Veen: ‘Wij beginnen met een verkennend onderzoek. Als blijkt dat er bijvoorbeeld potentie is voor een vaste nestplaats van de huismus, die een beschermde status heeft, dan gaan we een vervolgonderzoekstraject in. Dit wil zeggen dat je volgens een protocol op zoek gaat naar nesten van de huismus. Als dit het geval is, vragen we een ontheffing aan. Met de ingang van de Wet natuurbescherming dit jaar doen we dat bij de provincie. Zij gaan dan controleren of wij het onderzoek goed hebben uitgevoerd. We moeten in het rapport aangeven of we gekeken hebben naar de instandhouding van de soort. Dus je moet antwoord geven op de vraag wat het betekent voor de totale populatie als een pand, waar nesten van de huismus in voorkomen, gesloopt wordt.’
‘In het rapport geven wij aan op welke manier je de schade kunt voorkomen, mitigeren en/of compenseren. Dus op welke manier we nieuwe plekken kunnen terugbrengen waar de huismussen weer kunnen broeden zoals bijvoorbeeld het ophangen van huismuskasten onder dakranden. Verder geven we in het rapport ook aan wanneer de bouwwerkzaamheden kunnen beginnen. Dus bijvoorbeeld niet slopen in het broedseizoen.’
Hoe doen jullie veldonderzoek?
David van der Veen: ‘Dat hang af om welke diersoort het gaat. Bij de huismus doe je de veldonderzoeken in april. Dit veldonderzoek is verplicht.’
De kritiek op het natuuronderzoek in Alkmaar (voor de bouw van het ziekenhuis) is dat jullie het veldonderzoek in december hebben uitgevoerd. Waarom is dit veldonderzoek toen gedaan?
David van der Veen: ‘Je kan het verkennend veldonderzoek in december uitvoeren. Het is alleen maar om te zien of er potentie aanwezig is. En die potentie is meer een beeldvormer. Daarna ga je in de juiste onderzoeksperiode, afhankelijk van de diersoort, je verdere veldonderzoek doen.’
Het natuuronderzoek in Alkmaar is dus nog niet afgerond?
Persvoorlichter van Sweco, Ditmar van Diggelen interrumpeert het gesprek: ‘We gaan het hier verder niet hebben over het onderzoek in Alkmaar. Dat hebben we afgesproken met onze opdrachtgever. Dus we houden het bij algemene vragen over natuuronderzoek.’
David van der Veen: ‘Ik kan alleen zeggen dat het natuuronderzoek nog loopt. Maar hoe en wat kan ik niet zeggen. Dat zal niet ten goede zijn voor de resultaten.’
Waarom mag dit niet gemeld worden? Waarom is het geheimzinnig?
Persvoorlichter Ditmar van Diggelen: ‘We werken voor een opdrachtgever en het is niet gepast om, voordat het onderzoek is afgerond, hierover te spreken als opdrachtnemer. We houden met allerlei belangen rekening. ‘
We vragen niet naar de uitslagen, we vragen naar wat jullie nog gaan doen?
David van der Veen: ‘Wat ik kan zeggen is dat we zorgvuldig moeten zijn en dat wij als ecologen altijd de natuur voorop stellen. We kijken hoe we op de juiste manier omgaan met de natuur. Dat is het allerhoogste belang vanuit ons oogpunt als ecologen.
Is het dan ingewikkeld dat je een hart voor de natuur hebt en dat je aan de andere kant met een opdrachtgever zit die iets wil?
Maarten Mouissie: ’Ecologen die hebben gekozen om bij een bureau als Sweco te gaan werken die doen dat met het vertrouwen dat economie en ecologie elkaar niet perse in de weg hoeven te zitten. Dat je door economische ontwikkelingen ook natuurontwikkeling mogelijk kunt maken. We slagen er ook in om juist iets extra’s te doen voor de natuur. Het is ook in het belang van de opdrachtgever dat we het onderzoek objectief en zorgvuldig uitvoeren omdat je ziet, zoals hier in Alkmaar bij de mogelijke bouw van het ziekenhuis, dat er partijen zijn die hier niet op zitten te wachten. Als je een boom wilt kappen dan is er altijd wel iemand die vindt dat de boom zo waardevol is dat die niet weg mag. Als je een boom wilt planten dan is er wel weer een partij gehecht aan het vrije uitzicht. Dus los van het natuurbelang zijn er partijen die er op tegen zijn en die grijpen ook de natuurwetgeving aan om er tegen in het verweer te gaan. Die willen dit soms doorprocederen tot aan de Raad van State. Het is daarom van belang dat wij alle beschermde soorten goed in kaart brengen en de opdrachtgever adviseren hoe ze daar mee om kunnen gaan volgens de letter en geest van de wet zodat je dan ook die juridische procedures, mocht het zover komen, goed kan doorlopen.’
Adviseert u wel eens om helemaal niet te bouwen vanwege de natuur?
Maarten Mouissie: ‘Ja, wij adviseren onze opdrachtgever soms om niet te bouwen omdat er alternatieven zijn. Bijvoorbeeld een weg die ergens aangelegd moet worden. Dat kan ook op een alternatieve plek waarbij niet een bos waar allerlei zeldzame vleermuizen aanwezig zijn moet wijken. Dan moet je voor een alternatief kiezen. Ook moet er een wettelijk belang zijn, zoals volksgezondheid, veiligheid of een ander dwingende reden. En dat vertellen we de opdrachtgever ook. We zeggen dan dat het niet uitvoerbaar is volgens de wet. Dan krijg je dus geen ontheffing en mocht je die toch krijgen, dan houdt deze juridisch geen stand als het voor de rechter zou komen.’
Komen jullie veel actiegroepen tegen in jullie werk?
Maarten Mouissie: ‘Onze ervaring is dat bij alle projecten van een behoorlijke omvang er een partij is die er niet gelukkig mee is. Dat kan een natuurorganisatie zijn, maar er zijn ook steeds vaker bewonersorganisaties die zich verenigen. Als een partij echt tegen een plan is om welke reden dan ook, halen zij alle juridische argumenten uit de kast in een beroepsprocedure. Het voorkomen van verdwijning van beschermde soorten in het projectgebied kan één van deze argumenten zijn, naast bijvoorbeeld milieunormen of archeologie.