Europese deskundigen zeggen dat mazelenbesmettingen in de rest van Europa geëxporteerd kunnen worden naar landen met minder mazelen zoals Nederland. Hoe groot is dat risico eigenlijk?

In Italië is de nieuwe coalitie kritisch over het vaccineren van kinderen. Dat is hoogst ongelukkig voor een land waar al een mazelenepidemie is. Daarom vroeg ik de European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) wat dit voor andere landen betekent.

De ECDC stelde onlangs vast dat het aantal mazelengevallen in Europa de afgelopen jaren enorm toeneemt. In Rapid Risk Assesments (RRA’s) vat ze de risico’s voor andere landen samen. De RRA van afgelopen maart stemde niet vrolijk: Gezien de hoeveelheid gevallen van mazelen in Europa en de te lage vaccinatiegraad, is er een ‘groot risico op continue mazelenbesmettingen met zowel import als export tussen de verschillende Europese landen.’ Ook in een factsheet van de Europese Commissie staat zoiets: ‘De zwakke vaccinatiegraad van het ene EU-land brengt de gezondheid en veiligheid van burgers in heel Europa in gevaar.’

Uitgelicht

Moeder en kind in Italië / Dreamstime

Je baby zal op vakantie niet snel de mazelen krijgen, maar let wel op

Moeten we ons zorgen maken? Het ECDC bevestigt in een mail dat een uitbraak in het ene land zich natuurlijk kan verspreiden naar een ander land, omdat mensen reizen en als gevolg van algemeen vrij verkeer in Europa. Daarom is het belangrijk dat alle landen proberen ervoor te zorgen dat de dekkingsgraad van de vaccinaties minstens 95% bedraagt ​​voor mazelen - zowel op nationaal als op subnationaal niveau - om verdere verspreiding van de ziekte te stoppen. De vaccinatiedekking ligt in een aantal EU-landen nog steeds onder het noodzakelijk streefdoel, wat resulteert in uitbraken.

Tieners

Opmerkelijk is dat tot 80 procent van de tieners en jongvolwassenen die in 2017 mazelen opliep, niet was gevaccineerd. Zelfs wanneer de vaccinatiegraad op nationaal niveau hoog is, kunnen er in bepaalde regio's van hetzelfde land mensen zijn die vatbaar zijn en onvoldoende worden geïmmuniseerd - vandaar dat het dekkingspercentage van 95 procent zowel nationaal als regionaal moet worden gehaald.

Ik vroeg ook Hans van Vliet van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar deze kwestie.

-In hoeverre is de dalende vaccinatiegraad in Europa een risico voor Nederland en op welke manier?

‘Voor degenen die niet beschermd zijn omdat ze (nog) niet gevaccineerd zijn of het vaccin niet aangeslagen is, neemt het risico om in contact te komen met iemand met mazelen toe, want de kans op import is groter. In praktijk is de kans nog steeds klein, zie de lage aantallen mazelengevallen in Nederland.’

-Uit Europese studies blijkt dat er een relatie is tussen vaccinaties in de rest van Europa en Nederland. Hoe groot zijn nu die risico’s voor Nederland?

‘In kwantitatieve zin is dat moeilijk te zeggen. We verwachten in de biblebelt iedere 10 tot 15 jaar een epidemie, maar dat kan ook eerder of later zijn. Het is zeker zo dat als er meer mazelen in Europa is, dat de kans op import in Nederland toeneemt, maar veel meer is er niet over te zeggen.’

kaart

Ik ben zelf geïntrigeerd door deze kaart van de ECDC. Daarop is te zien dat in België, en in een paar plukjes direct over de grens in Duitsland, veel meer mazelenmeldingen per 100.000 inwoners zijn dan in Nederland. Over België wordt door de ECDC gezegd dat er een endemic transmission van mazelen is. Nog een keer het RIVM:

-Wat betekent dat voor Nederland?

‘België kent kleine en wat grotere clusters van mazelengevallen in groepen met een lage vaccinatiegraad. Als de tijd tussen die uitbraakjes kort is, spreekt de ECDC van endemic transmission. In feite is dat niet zo en is de definitie (te) streng.’

-Op de kaart is ook te zien dat net over de grens in Duitsland er een lage vaccinatiegraad is. Ook daar de vraag: hoe groot is nu dat risico voor Nederland?

‘Zie hierboven. Het risico op import neemt wat toe, met altijd het risico op een uitbraak onder groepen met een lage vaccinatiegraad.’

-Het roept ook weer de vraag op in hoeverre een lage regionale of wijk-vaccinatiegraad een risico is voor de daar naast gelegen regio of wijk. Wat valt daar over te zeggen?

‘Het belangrijkste is dat degene die gevaccineerd is, goed beschermd is. Ongevaccineerden lopen altijd risico.’

Italië

Ik vroeg de ECDC ook of de situatie in Italië een risico vormt voor de rest van Europa. Daar wil ze niets over zeggen. ‘Vaccinatieprogramma's zijn een nationale bevoegdheid en daarom is het ECDC niet in een positie om opmerkingen te maken over de bijzonderheden van het nationale beleid van een land en alle daarmee samenhangende politieke dimensies.’ Het RIVM wil zich ook niet over Italië uitlaten, omdat het nog speculeren is wat er in Italië echt gaat gebeuren.

Social media

Het fenomeen dat ouders twijfelen aan vaccinatie is wijdverbreid en verspreidt zich via social media zoals Facebook. Vorig jaar vroegen wij aan Hans van Vliet, namens het RIVM verantwoordelijk voor het Rijksvaccinatieprogramma, of het RIVM zich niet actiever tegen deze kritische mensen moet aanbemoeien. Van Vliet reageerde toen dat zij het gesprek vooral in de kamer van de jeugdarts willen voeren. Maar de directeur van de ECDC, Andrea Ammon zei onlangs in een interview dat de volksgezondheidsautoriteiten op EU- en nationaal niveau eraan werken meer van ‘de ruimte op sociale media te bezetten’, aangezien deze momenteel bijna volledig wordt bezet door mensen die tegen vaccinatie zijn. Ik vroeg de ECDC wat concreter te worden. Komen ze bijvoorbeeld met een fakenews-brigade?

Facebook

De ECDC gelooft dat de beste manier om misinformatie over vaccinatie aan te pakken is met ‘formats that are accesible to the target audiences’. Dat is een beetje ene open deur. Hoe dan en wie precies, blijft onduidelijk. Wat ook niet veel vertrouwen wekt is dat ze al die info willen promoten via de eigen website en social media. Op zich prima om te doen natuurlijk, maar met 22.000 volgers op Twitter (dat is al de helft minder dan onze eigen presentator Teun van de Keuken), en 7000 likes op Facebook, verwacht ik nog geen aardverschuivingen in Europa.

De ECDC verwijst ook naar nieuw beleid van de Europese Commissie. Die wil een Europees informatieplatform over vaccinatie. En ze willen de verspreiding van verkeerde informatie gaan monitoren. Maar dat komt uiteindelijk neer op informatiehulpmiddelen en richtsnoeren voor het tegengaan van deze online desinformatie. En er komt meer gedragsonderzoek naar de mensen die kritisch zijn over vaccineren.

Ook Europa kiest er niet voor op social media de confrontatie aan te gaan met tegenstanders, of om websites met misinformatie op andere manieren aan te pakken. Het RIVM laat ons weten dat social media zeker van belang zijn, maar het is bijzonder arbeidsintensief om daar aanwezig te zijn. Hun prioriteit ligt daarom bij het gesprek dat met de jeugdarts gevoerd wordt. De EU heeft een reeks plannen bekendgemaakt die nu voorliggen in de deelnemende landen. In de tweede helft van dit jaar zullen ze verder uitgewerkt worden.

Makers

Verslaggever