Thuiszorginstellingen krijgen volgend jaar meer geld voor de wijkverpleging. Drie van de vier grote zorgverzekeraars verhogen het tarief voor 2018 waardoor er minder verlies geleden wordt op thuiszorg. Het gaat niet alleen om een verhoging die rekening houdt met de inflatie en nieuwe CAO voor verpleegkundigen, maar om een structurele verbetering. Dit betekent echter niet direct dat ouderen volgend jaar direct meer zorg krijgen. Dat blijkt uit onze uitzending over de wijkverpleegkundigen.

Het afgelopen jaar is er geregeld sprake geweest van cliëntenstops in de thuiszorg. De sector kampt met een personeelstekort van duizenden verpleegkundigen en verzorgenden. Hierdoor kunnen patiënten niet altijd thuis worden verpleegd en blijven ze langer in het ziekenhuis liggen, terwijl ze medisch gezien wel naar huis kunnen. Ook lijden veel thuiszorginstellingen verlies. Eerder dit jaar bleek uit onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dat veel thuiszorgaanbieders onder de kostprijs werken. De NZa is de instantie die moet zorgen dat iedereen in Nederland passende zorg krijgt.

Yvonne Hijnen, manager wijkverpleging van zorgverzekeraar CZ, zegt in de uitzending dat er de afgelopen jaren ‘wel erg scherp aan de wind is gezeild’ in de wijkverpleging. Nu steeds meer ouderen langer thuis wonen, wordt de zorg die zij nodig hebben ook complexer. Het extra geld voor volgend jaar is o.a. ook bedoeld om personeel te kunnen bij- en omscholen, om meer personeel te krijgen en te voorkomen dat patiënten geweigerd worden in de wijkverpleging.

Overleven

Hijnen kan vanwege de concurrentiegevoeligheid niet aangeven hoe groot de stijging precies is, maar volgens Ruud Dijkers van Thuiszorg West-Brabant (TWB) gaat het om ruim 4%. De zorginstelling heeft in de onderhandelingen met name te maken met verzekeraars CZ en VGZ. ‘Bij beide voor ons dominante zorgverzekeraars bestaat wel het besef dat niet investeren in de wijkverpleging de doodsteek zal zijn voor veel organisaties,’ aldus Dijkers van de raad van bestuur van TWB.

Aan de stijging van de tarieven zit ook een kanttekening volgens Dijkers. ‘We krijgen meer geld onder voorwaarde dat we doelmatiger (gemiddeld minder uren per cliënt) gaan werken.’ Voor cliënten betekent het dus niet dat het extra geld ook meer zorg oplevert. Het is vooral bedoeld om zorginstellingen te laten overleven, denkt Dijkers. ‘Zoals wij er nu naar kijken is het een tarief waarmee we kunnen overleven, maar nog steeds geen investeringen gedaan kunnen worden om de thuiszorg door te ontwikkelen.’

Te weinig

Ook Zilveren Kruis Achmea en VGZ geven aan de tarieven het komende jaar te gaan verhogen. Zilveren Kruis zegt dat het tarief rond de 4% stijgt en VGZ geeft aan “enkele procenten” omhoog te gaan. De verzekeraars benadrukken dat dit niet voor alle thuiszorginstellingen het geval is. Zij zien grote verschillen in kwaliteit tussen de zorginstellingen en vinden dat daar meer aandacht voor moet komen.

Volgens Hans Bujing van de brancheorganisatie voor thuiszorginstellingen (BTN) is het mooi dat er nu wat geld bijkomt. Maar het tarief voor wijkverpleging betaalt is volgens hem nog niet voldoende. Verschillende thuiszorginstanties zijn nog aan het onderhandelen met zorgverzekeraars en zouden in de afgelopen weken contracten hebben geweigerd omdat ze de tarieven niet voldoende vinden. Verder maakt Buijng zich zorgen over het feit dat er gestuurd wordt op het aantal uren zorg dat cliënten mogen krijgen. ‘Dat schuurt enorm met het systeem waarin wijkverpleegkundige mogen bepalen hoeveel zorg iemand nodig heeft. De portemonnee van de verzekeraar hoort niet te bepalen hoeveel zorg iemand krijgt.’

Makers