Kinderen met het syndroom van Down leren meer op een gewone basisschool dan op het speciaal onderwijs. Het idee van passend onderwijs, ingevoerd in 2014, is ook dat meer kinderen met een speciale behoefte naar het reguliere onderwijs gaan. Maar de extra ondersteuning die daarbij nodig is, komt uit twee verschillende geldpotjes. En dat geeft problemen.

Luister naar de uitzending van Astrid Cornelisse:

Onderwijs of zorg: strijd over geldpotjes

Heeft een kind hulp nodig bij naar de wc gaan, dan is dat zorg en valt het onder de gemeente. Leer je een kind zelfstandiger te zijn bij het toiletbezoek, dan is dat onderwijs en komt het geld bij het ministerie van OCW vandaan. Maar twee begeleiders die één kind helpen naar het toilet te gaan, is een onwerkbare situatie. Wat is onderwijs en wat is zorg? En kan de bureaucratie rond dit soort aanvragen niet stukken eenvoudiger?

Strijd om het geld

Sommige gemeenten werken met jaarlijkse aanvragen, daar moeten ouders ieder jaar aantonen dat hun kind Downsyndroom heeft. Aanvragen worden niet toegekend, of het aantal uren wordt ineens gehalveerd, omdat een gemeente oordeelt dat iets geen zorg is maar onderwijs. Het is een strijd om geldpotjes, met als gevolg dat kinderen minder uren ondersteuning krijgen, of soms zelfs niet naar school kunnen.

Steekproef

Pointer deed een steekproef onder 47 gemeenten; grote en kleine, verdeeld over heel Nederland. Voor hoe lang geven zij een indicatie af voor zorgondersteuning op het regulier onderwijs aan kinderen met een handicap, zoals het Downsyndroom?

Zes gemeenten kennen de ondersteuning toe voor een half jaar tot een jaar. 40 procent van de gemeenten werkt met beschikkingen van een jaar of minimaal een jaar. De gemeente Zeewolde verleent de zorg voor een periode van twee jaar, en de gemeente Gouda heeft het plan om te werken met beschikkingen van drie jaar. In Dronten, Landgraaf, Utrecht en Amsterdam zit er geen einddatum op een toekenning, of krijgen kinderen hun hele basisschooltijd de nodige zorg. Dertien gemeenten laten weten dat zij maatwerk leveren. Bij hen verschilt het dus per situatie hoe lang een indicatie wordt verleend. De gemeente Haarlem organiseert helemaal geen zorgondersteuning op het regulier onderwijs, en in Sluis en Laarbeek is er tot op heden nog geen aanvraag ingediend door ouders.

In de meerderheid van de gemeenten is de realiteit voor ouders dus dat zij elk half jaar tot jaar documenten moeten aanleveren waaruit blijkt dat hun kind Downsyndroom heeft, en moeten zorgen dat hun kind de zorg krijgt die het nodig heeft.

Motie

In maart 2020 is een motie van Tweede Kamerleden Peter Kwint (SP) en Lisa Westerveld (GroenLinks) aangenomen, met een oproep om beschikkingen voor een langere tijd dan een half jaar af te geven. Veertien gemeenten laten weten dat zij hun beleid niet hebben aangepast naar aanleiding van deze motie. Omdat zij al beschikkingen langer dan een half jaar afgeven, of omdat er in hun gemeente al sprake is van maatwerk. Winterswijk, Aalten en Oost-Gelre zeggen dat de motie niet tot veranderingen in de afspraken heeft geleid, maar ‘mogelijk wel in de beschikkingsduur op casusniveau’.

Makers

Radio-maker