Steeds meer bouwprojecten leiden tot conflicten tussen natuurbeschermers en opdrachtgevers. Vooral als door de bouw wettelijk beschermde diersoorten worden bedreigd. Gemeenten spelen hierin een belangrijke rol. Zij moeten de Wet natuurbescherming handhaven en ervoor zorgen dat zeldzame diersoorten niet onnodig worden gedood of verjaagd.
Maar wat als de gemeente zelf wil bouwen? Houdt de gemeente zich zelf wel aan de natuurwet? “Nee”, zegt Henny Brinkhof van Werkgroep Milieubeheer Groesbeek. Hij nodigt ons uit langs te komen in Groesbeek voor ons dossier Dier en Bouw.
Wat is er in Groesbeek aan de hand?
De trammelant begon in 2014, toen de gemeente in Groesbeek een fietspad aanlegde in de zogenoemde spoorkuil, dwars door het leefgebied van de beschermde zandhagedis. Brinkhof noemt het aanleggen van het fietspad “illegaal”. De gemeente heeft namelijk niet afgewacht of het Rijk wel toestemming zou geven voor de aanleg. De gevolgen van de bouw zijn desastreus voor de zonaanbiddende zandhagedis.
Een korte tijd na de aanleg werd het fietspad tijdelijk gesloten. Er werden op een deel van het traject tunnels en schermen geplaatst om het doodrijden van zandhagedissen te voorkomen. Maar tevergeefs: nog steeds worden er hagedissen overgereden.
Extra kosten: ca. 100.000 euro
Aantal dodelijke slachtoffers 2017: ca. 45
Was het fietspad een prestigeproject van een wethouder? Wie zal het zeggen? De gemeente heeft in ieder geval de schijn tegen: vlakbij het nieuwe pad lag namelijk al een fietspad. Kennelijk vindt de gemeente zelf ook dat het laatste woord hierover nog niet gezegd is. Er wordt momenteel een intern onderzoek gedaan naar hoe de besluitvorming destijds tot stand is gekomen.