“Ik ben zeker niet tegen duurzame energie, maar die grote industriële windturbines horen gewoon niet in de buurt van woonwijken en onze natuur,” zegt Renske Zieverink van DeventerWint. Net als andere inwoners uit de wijk Colmschate en de buitengebieden vreest ze voor de komst van een aantal windturbines langs de A1. “Dat is namelijk niet alleen dichtbij de snelweg, maar ook 400 meter van onze woningen.”

Nu wethouders van dorpen en steden – in het kader van de Regionale Energie Strategie - druk op zoek zijn naar plekken om duurzame energie op te wekken, groeit ook het verzet bij veel van hun inwoners. In ons onderzoek Klimaatconflict in de polder stromen de reacties binnen van mensen die zich zorgen maken over mogelijke zonneparken of windturbines in hun ‘achtertuin’. Van Amsterdam tot Staphorst en van Limburg tot Twente klinkt protest.

Energietransitie

Windmolenactivist Drenthe woont nu in 'duurzaamste huis van Nederland’

Henk Bulder voerde strijd tegen de komst van 45 windturbines in de Veenkoloniën. Het windpark is nu bijna af, maar Bulder wachtte het eindresultaat niet af. Hij verkocht zijn...

Stuk voor stuk zeggen de tipgevers wél voorstander te zijn van duurzame energie, maar toch zijn velen de ‘megawindturbines’ liever kwijt dan rijk. Vlakbij de wijk Colmschate in Deventer staan al twee windmolens vertelt Zieverink, ook langs de A1. “Die zijn ongeveer 130 meter hoog, maar de turbines waar nu over gesproken wordt zijn zo’n 100 meter hoger. Dat maakt een enorm verschil qua uitzicht en ook qua overlast,” zo vreest ze. “Dus die plannen van de gemeente hebben een enorme impact op onze wijk en natuur.”

Zorgen zijn er bij burgers vooral over overlast door de slagschaduw van de wieken en mogelijke effecten op de gezondheid door (laagfrequent) geluid merken we in de reacties in onze inbox. Ook Zieverink is er niet gerust op. “In andere landen, bijvoorbeeld in Duitsland en Denemarken, worden windmolens veel verder van bewoning neergezet, dat is ook niet voor niets. In Nederland mogen ze op 400 meter van huizen worden neergezet. Ik zou graag in gesprek gaan met mensen die zo dicht bij zo’n grote windturbine wonen en daar positief over zijn. Maar die ben ik nog niet tegengekomen.”

Oproep

Kan jij ons meer vertellen over de effecten van windturbines op je leefomgeving. Woon je vlakbij een windmolen en ervaar je overlast? Of had je juist eerst je bedenkingen en viel de overlast juist mee? Hoe ben jij betrokken bij de windmolenplannen in jouw omgeving?

Maar als veel inwoners wél voor de energietransitie zijn hoe kan het dan dat de overheden nu toch op veel verzet stuiten? Zieverink denkt wel te weten hoe het kan dat er in Deventer veel weerstand is ontstaan. “Ik stoor mij enorm aan de wijze waarop ze de participatie hier hebben geregeld. Of eigenlijk niet hebben geregeld. Wat ik niet zo goed begrijp is waarom ons niet veel eerder is gevraagd om mee te denken. Dat de gemeente zegt: Jongens, we hebben een taak gekregen van de landelijke overheid om zoveel Watt aan duurzame energie op te gaan wekken. Laten we daar eens met elkaar over in gesprek gaan. Dat is niet gebeurd, er is nooit echt sprake geweest van een dialoog met de gemeente.”

Volgens een woordvoerder van de gemeente Deventer wordt er juist veel tijd ingeruimd voor het participatietraject, meer zelfs dan van tevoren voorzien. “We hebben vele gesprekken gevoerd met kleinere en grotere groepen,” zo laat hij weten. Allemaal digitaal, omdat fysieke inspraakavonden door corona niet mogelijk zijn. Ook is de gemeente van mening dat ze de bewoners ruim op tijd hebben betrokken in het hele proces. “Eind 2020 werd het onderzoek afgerond naar plekken waar windmolens in principe mogelijk zijn. Direct vanaf dat moment hebben we bewoners uit de omgeving geïnformeerd en uitgenodigd voor digitale bijeenkomsten,” aldus de gemeente.

Toch voelt het voor Zieverink alsof de locatieplannen door een paar ambtenaren zijn gemaakt en de burgers het nakijken hebben. “De gemeente zegt dat het nu de tijd is om met elkaar in gesprek te gaan, maar ze hebben de blauwdruk voor de plannen eigenlijk al klaar. Wij kunnen dan alleen nog meepraten over hoe de molens er gaan komen of hoe we dat financieel met elkaar gaan regelen. Dat vind ik geen participatie, dat is de omgekeerde wereld.”