Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is veel Joods cultureel erfgoed uit ons land verdwenen, bleek eerder uit onderzoek van Pointer. Op de plek van de Joodse begraafplaats in Kampen ligt nu een parkeerplaats. Meerdere experts en Kampenaren beweerden dat na de ruiming in 1948 nog botresten – en zelfs een schedel – zijn aangetroffen in de omgeving. En in 2017 werd nog een voetbeentje aangetroffen aan de rand van de begraafplaats. De eeuwige grafrust is in de Joodse religie erg belangrijk.

Pointer publiceerde over de onduidelijke situatie en het ontbreken van een permanent gedenkteken voor de oude Joodse begraafplaats. Aan die twijfel is volgens de gemeente nu een eind gekomen.

Bodemonderzoek met radar

Een gespecialiseerd onderzoeksbureau heeft het terrein onderzocht met een grondradar en elektromagnetisch onderzoek, waardoor de bodem onberoerd is gebleven. Dat biedt geen 100 procent zekerheid over de aanwezigheid van stoffelijke resten. Een volledige opgraving biedt meer zekerheid, maar dat is om religieuze redenen ongewenst.

De gemeente stelt dat zowel zij als de Opperrabbijn deze onzekerheid accepteren. Er worden geen verdere onderzoeken uitgevoerd op het terrein van de voormalige begraafplaats. Wel wordt er momenteel overwogen of op deze locatie een gedenkteken kan worden geplaatst.

"Het onderzoek heeft ons in staat gesteld om belangrijke informatie te krijgen zonder de bodem te verstoren", legt wethouder Erfgoed Richard Boddeus uit. "We willen ons nu richten op een blijvende herinnering aan dit belangrijke stuk geschiedenis. Samen met de Opperrabbijn en de Israëlitische Gemeente Zwolle gaan we overleggen hoe we op respectvolle wijze aandacht kunnen geven aan het vroegere gebruik als Joodse begraafplaats."