Voor de preventie en aanpak van jeugdcriminaliteit maakte het Ministerie van Justitie en Veiligheid vorig jaar vele extra miljoenen beschikbaar, maar een aantal gemeenten is niet te spreken over de verdeling. Zij hebben te maken met een hoog percentage jonge verdachten, maar komen niet in aanmerking voor deze extra middelen.
Eerder luidde de politiecommissaris van de gemeente Almere al de noodklok over de aanpak van jeugdcriminaliteit. De politie ziet de ‘nieuwe Taghi’s’ opgroeien in de wijken, maar heeft onvoldoende middelen om jeugdcriminaliteit te lijf te gaan. Ook andere gemeenten ondervinden dit probleem, zo blijkt uit een rondgang van Pointer.
Onduidelijke selectie
Om te voorkomen dat kinderen en jongeren in aanraking komen met criminaliteit stelt het Ministrie van Justitie en Veiligheid vanaf 2025 143 miljoen beschikbaar. Dat geld wordt verdeeld over negentien gemeenten, die op een lijst staan van het ministerie. Een aantal gemeenten, die volgens cijfers van het CBS percentueel gezien veel jonge verdachten heeft, staat niet op die lijst en krijgen geen extra geld.
Tot verbazing van onder andere de burgemeester van Zoetermeer, Michel Bezuijen, dreigt zijn gemeente buiten de boot te vallen: “Het is moeilijk te bepalen hoe die selectie plaatsvindt. Het is voor ons van belang dat we ook op die lijst komen omdat we zien dat wij ook veel te maken hebben met jeugdcriminaliteit.” Zoetermeer heeft volgens de cijfers van het CBS op zes gemeenten na het hoogste percentage jongeren die verdacht zijn van een misdrijf.
Dorpen met grootstedelijke problemen
Ook de gemeenten Vlissingen, die van heel Nederland het hoogste percentage jonge verdachten heeft, Zandvoort (2), Middelburg (5) en Nissewaard (6) Leidschendam-Voorburg (11), Terneuzen (12), Kerkrade (14) en Vlieland (15) laten weten graag mee te doen met het programma. Burgemeester Foort van Oosten, van Nissewaard, onder de rook van Rotterdam, vindt Preventie met Gezag een mooi programma en baalt daarom extra dat zij (voorlopig) niet zijn uitgekozen om er aan deel te nemen. Van Oosten: “Iedere gemeente heeft een verhaal, dat begrijp ik wel. Maar wij als gemeente Nissewaard hebben te maken met grootstedelijke vraagstukken.”
Hij ziet dat jongeren uit zijn gemeente makkelijk naar Rotterdam reizen en daar meedoen aan criminele activiteiten. Zo is er een hardnekkig probleem rond wapenbezit bij jongeren in zijn gemeente. “Daar heb ik oprechte zorgen over. De problemen in Rotterdam beperken zich niet alleen tot buurgemeenten, maar breiden zich ook uit naar Nissewaard. En met zo’n extra impuls om onze jongeren uit de criminaliteit te houden kan er echt voor zorgen dat we die jongeren een goede toekomst kunnen bieden.”
Welke gemeenten staan er wel op?
Gemeenten die wel extra geld krijgen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn: Amsterdam, Arnhem, Breda, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Heerlen, Leeuwarden, Lelystad, Nieuwegein, Rotterdam, Schiedam, Tilburg, Utrecht, Zaanstad, Delft, Dordrecht, Roosendaal en Vlaardingen. Dit zijn gemeenten waar de problematiek rond jeugdcriminaliteit groot is, maar volgens burgemeester Bezuijen hoort Zoetermeer daar ook tussen: “Ik begrijp waarom deze gemeenten zijn uitgekozen, maar ik denk ook: waarom staan wij daar dan niet bij? Want ik kan net zo goed een verhaal houden over waarom wij daar ook bij moeten staan.”
Burgemeester Van Oosten (Nissewaard), heeft begrepen dat de gemeenten die wel op de lijst staan een uitnodiging hebben gekregen om een zich in te schrijven om op de lijst te komen: “Ik had heel graag een uitnodiging van het ministerie gekregen om mee te kunnen doen. Het verbaast mij dan ook dat wij die niet hebben gehad omdat, spijtig genoeg, de cijfers voor mijn gemeente wel aanleiding geven voor zo’n uitnodiging.”