Het kabinet belooft veel nieuwe seniorenwoningen. Maar gemeenten eisen zelden dat bouwers deze daadwerkelijk neerzetten. Daardoor komt de bouw slecht van de grond, zo blijkt uit een onderzoek van journalistiek platform Pointer (KRO-NCRV).
Eén op de drie nieuwe huizen moet zelfs een seniorenwoning zijn, zegt het kabinet. Want met die huizen kunnen ouderen langer zelfstandig wonen, wat goed is voor de zorg. En het helpt tegen de woningnood, omdat senioren vaak grote huizen achterlaten bij verhuizen.
Maar gemeenten eisen zelden de bouw van deze huizen. Pointer hield een rondgang langs grote gemeenten in de 35 bouwregio’s waarin Nederland is verdeeld. Geen enkele gemeente zegt harde eisen te stellen in haar bouwplannen.
Zo reageert gemeente Zwolle dat er “geen dwingend kader” is voor dit type woningen. Gemeente Eindhoven schrijf dat er nu “geen harde eisen” worden gesteld voor het aandeel seniorenwoningen. Ook gemeente Utrecht zegt geen “harde eisen te stellen” voor de bouw van deze woningen.
Het gevolg is dat projectontwikkelaars niet snel deze huizen bouwen. Er moeten 288.000 seniorenwoningen bijkomen in 2030, maar vorig jaar is maar 1,4 procent hiervan gelukt, becijferde bouwplatform Cobouw onlangs.
Sier maken
“Gemeenten hebben er minder oog voor”, zegt Fahid Minhas, directeur van Neprom, de branchevereniging voor projectontwikkelaars. De lokale overheden willen vooral betaalbare huizen en woningen voor starters, merkt de brancheorganisatie. Seniorenwoningen liggen minder in het vizier.
“Ze vragen er weinig om”, zegt ook Tineke Groenewegen, van ontwikkelaar Blauwhoed. Zij ziet dat gemeenten meer de focus leggen op betaalbare woningen. “Natuurlijk moeten we ook voor starters bouwen. Maar bouwen voor senioren gaat ons maatschappelijk op de lange termijn meer opleveren.”
Iedereen loopt de kamer uit
Het ministerie van volkshuisvesting (VRO) zegt dat er wél seniorenwoningen worden gebouwd, maar dat ze niet altijd als zodanig worden geregistreerd. Daarom doet het kabinet “de aanname” dat veel appartementen die nu worden gebouwd, aan de definitie van een ouderenwoning voldoen.
Tegelijk beloven gemeenten wel actie, elk op eigen wijze. Zo wil de gemeente Leiden later dit jaar een minimumgrens stellen aan het aantal seniorenwoningen. Leeuwarden wil sturen op 10 procent als ondergrens, Deventer 30 procent. Breda zegt gesprekken te gaan voeren om hun woningbouw voor ouderen op peil te krijgen. Zwolle verwijst naar de regionale woonzorgvisie die een "richtinggevend kader" geeft.
Maar in de praktijk zijn het vaak plannen, streefgetallen, beleidsvoornemens en woonvisies. Ontwikkelaars zeggen ondertussen dat ze niet snel deze huizen gaan bouwen, omdat ze duurder zijn dan gangbare woningen. Zo hebben ze vaak een gezamenlijke ontmoetingsplek en meer buitenruimte. Dat maakt de prijs per woning soms hoger dan standaard rijtjeshuizen, en de verdiensten voor de gemeente lager. “Het betekent dat je bijna geen winst kan maken”, zegt Peter Prak, ontwikkelaar van zogeheten knarrenhofjes. “En dan loopt iedereen de kamer uit.”
Op de Woontop in november vorig jaar, deed ook minister Fleur Agema (Zorg) een oproep voor meer seniorenhuizen. De huizen zijn nodig vanwege het dreigende zorginfarct.
Kijk hieronder de uitzending van Pointer over seniorenwoningen terug: