‘Met schulden moet je niet te lang blijven aanklooien,’ zegt Peter Heijkoop. Als voorzitter van de commissie participatie, schuldhulpverlening en integratie van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten), vindt hij dat de aanloop naar een wettelijke schuldsanering (WSNP) niet te lang mag duren. ‘Kleine schulden kunnen namelijk snel doorgroeien tot grote schulden.’ Hij roept de landelijke overheid op de wet aan te passen.
Heijkoop heeft in recent commissie-overleg met onder andere grote gemeenten als Den Haag en Amsterdam geconcludeerd dat zij meer nodig hebben van de wetgever dan nu het geval is. ‘We willen graag een wettelijke termijn waarbinnen schuldeisers moeten reageren. Gemeenten kunnen er dan vervolgens voor zorgen dat ze mensen doorgeleiden naar de wettelijke schuldsanering. In mijn eerstvolgende gesprek met de staatssecretaris komt dit op tafel. We willen deze situatie graag doorbreken,’ aldus Heijkoop.
Wat de beste termijn daarvoor is, daar wil Heijkoop nog niet op vooruitlopen. ‘Een half jaar of een jaar, we moeten bekijken wat realistisch is.’ Gemeenten moeten volgens de wet inwoners schuldhulpverlening bieden als zij in de financiële problemen zitten. Iedere gemeente mag daarin haar eigen beleid voeren. Heijkoop: ‘Met mijn collega’s hebben we in de commissie het gesprek over wat effectieve schuldendienstverlening is. Het is prima dat ze in Groningen het net wat anders doen dan in Amsterdam of in Zeeland. Maar dan moeten we wel met elkaar afspraken kunnen maken over wat wel en niet werkt. En lange wachttijden voor mensen in de schulden werken duidelijk niet.’
Heijkoop vindt dat je daarom veel meer moet kijken naar wat er nodig is om iemand met schulden zo snel mogelijk te kunnen helpen. ‘Daar hebben gemeenten een rol in, maar daar hebben ook andere partijen een rol in. Bijvoorbeeld de rijksoverheid,’ zo stelt Heijkoop vast.
Schuldeiser nummer 1
Naast de termijnen in de wet voor het voortraject wil Heijkoop ook dat het hele toeslagensysteem op de schop gaat én dat er gekeken wordt naar de toegangscriteria voor de wettelijke sanering. Het aanvragen van toeslagen, zoals de zorgtoeslag en de kinderopvangtoeslag, zorgt nog wel eens voor problemen omdat ingevulde gegevens achteraf niet blijken te kloppen. En grote bedragen worden teruggevorderd.
Heijkoop: ‘Er zijn nu allerlei eisen. Bepaalde belastingschulden of CJIB-schulden zijn niet-saneerbaar. En soms is dat terecht. Maar soms hebben mensen daar ook buiten hun schuld mee te maken gekregen. Mensen doen soms domme dingen of er loopt zoveel mis dat er zaken tussen wal en schip belanden. De rijksoverheid is schuldeiser nummer 1 en je kan dan bij dit soort schulden wel op je gelijk blijven zitten, maar ik vind dat ze daar ook af en toe over hun eigen schaduw heen moeten stappen. Dan moet je kijken hoe je die mensen kan helpen. Niet helpen is wat mij betreft geen optie, want dan wordt de ellende alleen maar groter en de maatschappelijke kosten ook.’