Veel mensen die we spreken in ons onderzoek naar overgewicht vinden het een goed idee om een gezond voedselaanbod te faciliteren, maar er is ook kritiek. Want als het om eten gaat, houden we het heft graag in eigen hand.
‘Vreselijke betutteling en gaat weinig tot geen effect hebben,’ reageert Leroy bijvoorbeeld op onze Facebookpagina onder het artikel over gezonde schoolkantines. En Jan schrijft: ‘Lekker af en toe laten snoepen, kan geen kwaad. (...) We moeten zelf uitmaken wat we doen of willen eten.’ En Sandra reageert: ‘Overdreven regelzucht, iedereen moet verplicht aan het fruit of of groenten. Maak het dan eerst maar eens goedkoper!’
Hebben deze critici een punt? Ben je zelf verantwoordelijk voor een gezond gewicht? Ik vraag het aan Anniek Boeijinga, communicatie- en informatiewetenschapper die onderzoek deed naar overgewicht bij vrachtwagenchauffeurs. Boeijnga snapt dit soort reacties wel. ‘Als iets van jezelf is, is het wel je gezondheid. De keuzes rondom leefstijl en voeding ervaren we als privé. Als je probeert om daarin maatregelen te treffen, stuit je snel op weerstand.’
Ondertussen is het aantal te dikke mensen razendsnel gestegen de afgelopen jaren, net als het aanbod van ongezond eten. Dat is vast geen toeval, bevestigt Boeijnga. ‘Overgewicht is lang niet altijd het gevolg van een gebrek aan kennis of motivatie. Vaak is de wil er wel, maar lukt het niet om deze om te zetten naar gedrag. Obstakels en verleidingen in de omgeving maken het lastig om gezonder te eten, zelfs voor mensen die dit wel graag willen.’
‘Niet willen, niet kunnen’
‘Niet iedereen kan zijn motivatie omzetten in gedrag. En dan ga je van niet willen naar niet kunnen. De omgeving speelt daar een grote rol in. Het is dan ook belangrijk om de wil om gezonder te eten te faciliteren.’ Boeijinga denkt niet dat we al het ongezonde aanbod moeten schrappen uit de vitrines. ‘De meest menselijke reactie is dan: ‘Ik mag toch wel af en toe m’n balletje?’ In plaats van mensen beperken in hun keuzes, kan je ze beter meer inspraak en juist meer keuze geven. En mensen kiezen vaak voor ‘de middelste’ uit extremen. Als je iets heel gezonds hebt, iets heel ongezonds en iets wat er tussenin zit, zal de keuze op de middelste vallen en heb je al veel gewonnen.’