Vier van de twintig grootste gemeenten in ons land zullen statushouders voorrang blijven geven bij het verkrijgen van een sociale huurwoning, ook als dat wordt verboden in de wet. Dat zijn Amersfoort, Amsterdam, Arnhem en Haarlem blijkt uit een rondvraag van Pointer. Momenteel ligt de woningwet van Mona Keijzer, waar dit in staat, bij de Eerste Kamer. Wethouder Paul Smeulders van Arnhem: “We willen als stad deze mensen gastvrij ontvangen.”
De Tweede Kamer stemde in juli in met de wet versterking regie volkshuisvesting, waarin het verbod op voorrang voor statushouders is opgenomen. De Eerste Kamer moet zich er nog over buigen. Maar deze wet conflicteert met een andere wet: gemeenten zijn namelijk wettelijk verplicht een bepaald aantal statushouders te huisvesten. Deze taakstelling wordt elk half jaar bepaald en het aantal is afhankelijk van de grootte van de gemeente. Waar Den Haag de tweede helft van dit jaar bijvoorbeeld iets meer dan vierhonderd statushouders moet opnemen, zijn dat er in Veendam twintig.
Onuitvoerbare wet
Zonder asielzoekers voorrang te geven bij het verkrijgen van een huurwoning, kunnen gemeenten nooit voldoen aan die taakstelling, zegt de Haarlemse wethouder Floor Roduner tegen Pointer: “Deze wet is onuitvoerbaar. Zo lang we als gemeente de taakstelling krijgen hebben wij geen andere oplossing om daaraan te voldoen dan het toewijzen van sociale huurwoningen.”
Verpieteren in opvangcentrum
Ook de gemeente Arnhem zal statushouders voorrang blijven geven op een sociale huurwoning, melden ze ons. “We vinden dat we juist op dit thema onze menselijkheid voorop moeten zetten en ze ook laten meedoen, zodat ze niet verpieteren in een opvangcentrum met alle gevolgen van dien. Meedoen is namelijk vanaf de eerste dag essentieel. Daar hoort dus ook fatsoenlijke huisvesting bij.”
Zonder urgentie niet te plaatsen
Statushouders, asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen, worden door de overheid in een gemeente geplaatst. Vaak is dat in de buurt van het asielzoekerscentrum waar ze hebben gewoond, omdat ze in die omgeving al een netwerk hebben opgebouwd. Op het moment van toewijzing kunnen de statushouders zich pas inschrijven voor een sociale huurwoning. En die wachtlijsten zijn gemiddeld acht jaar. Zonder urgentieverklaring kunnen gemeenten deze groep nauwelijks plaatsen door het huidige woningtekort. Hierdoor blijven statushouders in een azc wonen, waar ze plekken bezet houden voor nieuwe asielzoekers die vervolgens in de veel duurdere noodopvang terecht komen.
Morele ondergrens
Ruim de helft van de twintig grootste gemeenten zegt af te wachten of de wet door de Eerste Kamer komt voordat ze zich uitspreken of ze zich eraan gaan houden, maar de meeste wethouders geven ons aan dat ze grote moeite met de wet hebben. Wethouder Yusuf Celik van Tilburg noemt deze “hoogst onverstandig, contraproductief en een dure oplossing voor het probleem.” Hij zegt ook dat een wethouder zich aan de wet moet houden, maar geeft aan dat gemeenten straks de ene wet moeten overtreden om zich aan de andere wet te houden. “Wij zullen ons tot het uiterste blijven inspannen om nieuwe Tilburgers te helpen bij het maken van een goede start in onze gemeente.” Ook de gemeente Utrecht zegt dat een wethouder zich aan de wet moet houden, maar meldt ons tegelijkertijd het grondig oneens te zijn met de nieuwe woningwet. “Dit is door de morele ondergrens. De taakstelling blijft ongewijzigd, dus het is een onwerkbare situatie.” De gemeente Groningen voegt eraan toe: “Als de urgentie voor statushouders vervalt, verdwijnt daarmee een belangrijk onderdeel uit een goed werkend systeem dat zorgt voor onderdak, spreiding en inburgering. Dat maakt het lastiger om voldoende woningen te vinden en bemoeilijkt ook de integratie.”
Een beer op de weg
Alleen Leiden en Enschede zeggen op voorhand dat ze de wet zullen uitvoeren. De gemeente Leiden denkt aan het bouwen van doorstroomlocaties voor statushouders maar ziet wel meteen een beer op de weg: “Wij zien weinig plekken waar we voldoende ruimte hebben om doorstroomlocaties te realiseren waar we statushouders voor minimaal 8 jaar kunnen huisvesten, want dat is de wachttijd in onze gemeente.”
Amendement Mooiman
In juli werd op de valreep het amendement Mooiman aangenomen toen er werd gedebatteerd in de Tweede Kamer over de wet versterking regie volkshuisvesting. Daarin staat dat statushouders nóóit voorrang mogen krijgen op een sociale huurwoning, ook niet als er sprake is van bijvoorbeeld medische nood of huiselijk geweld. Dit amendement is aangenomen door de Tweede Kamer, maar is in strijd met artikel 1 van de grondwet. Minister Keijzer van Volkshuisvesting wil de wet op het punt van amendement Mooiman repareren. Keijzer wil wél dat gemeenten statushouders geen urgentie meer mogen geven enkel op grond van het feit dat ze statushouder zijn. Ze stelt hun positie gelijk aan die van andere Nederlandse woningzoekenden. De Raad van State heeft inmiddels een advies klaar over dit onderdeel van het wetsvoorstel, dat maandag openbaar wordt gemaakt.