Nu we ons nieuwe dossier Spoedzorg zijn gestart, is de eerste vraag die we onderzoeken: Hoe verhoudt het alarmerende beeld dat artsen in Noord-Holland en Flevoland schetsen zich tot andere regio’s? Zijn de problemen op de spoedeisende hulp daar even groot? Die vragen zijn niet zo makkelijk te beantwoorden. Slechts 3 van de 11 regionale samenwerkingsverbanden werken met het Acuut Zorgportaal, waarin de capaciteit van de aangesloten ziekenhuizen wordt bijgehouden. Meldkamers in Noord-Holland, Flevoland en Utrecht zien zo in één oogopslag waar een patiënt naartoe moet in het geval van een patiëntenstop bij andere ziekenhuizen. Ziekenhuizen binnen het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) van andere regio’s hebben zo’n systeem niet.

We bellen daarom eerst met het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Beschikken zij over cijfers die iets zeggen over de druk op spoedeisende hulpverlening in de andere regio’s? Volgens Arold Reusken , hoofd van het landelijke bureau, zijn die cijfers er waarschijnlijk wel, maar liggen die bij de individuele ziekenhuizen. ‘We zijn die naar aanleiding van de brandbrief bij elkaar aan het brengen, maar het is nog te vroeg om daar al iets over te zeggen.’

Reusken wil daarom ook nog niet speculeren over het landelijke beeld. Hij benadrukt bovendien dat een patiëntenstop niet betekent dat er helemaal geen patiënten meer worden opgenomen. ‘Het klinkt erg abrupt, maar feitelijk betekent het dat ambulances met minder ernstige gevallen gevraagd wordt uit te wijken naar een ander ziekenhuis, waar iemand dan sneller geholpen kan worden.’

Vol is vol

Dat is niet wat spoedeisend hulp-verpleegkundigen tegen ons zeggen. Vol is vol, ook als iemand met een zwaar trauma onderweg is. ‘Je voert continu overleg met de centralist, bij wie je in geval van drukte aangeeft of iemand binnen afzienbare tijd geholpen kan worden. Maar als er op gegeven moment mensen vijf uur op de gang liggen, dan moet er iets gebeuren. Het medisch bestuur hakt dan op een gegeven moment de knoop door om niemand meer te ontvangen. Je bent dan echt gesloten.’ Volgens deze tipgever verschilt het per week hoe vaak dat gebeurt. Soms een week niet, maar soms zelfs drie keer in een week. De vraag is of overal even vaak gebeurt. Dat zo’n patiëntenstop voor angstige momenten kan zorgen lezen we in verschillende facebook-reacties.

‘Onveilig gevoel’

Yvon Oudenaarde maakt het een kleine twee jaar geleden mee in de Isala Kliniek in Zwolle. Ze heeft last van boezemfibrilleren, een soort hartritmestoornis. ‘Van tijd tot tijd slaat mijn hart gewoon op hol, vaak getriggerd door stress. Dat doet pijn en ik kan er echt onwel van worden.’ Boezemfibrileren is meestal niet levensbedreigend, maar moet wel worden behandeld om schade aan het hart te voorkomen. Yvon krijgt een aanval tijdens een inspanningstest bij de cardioloog en wordt daar haar arts naar de spoedeisende hulp gestuurd. Als de klachten erger worden, moet ze ‘geklapt’ worden, zodat haar hart weer het normale ritme vindt.

‘Ik meldde mij om half twee en toen was het topdrukte op de spoedeisende hulp. Ik werd in een stoel geparkeerd, naast enkele andere hartpatiënten omdat alle bedden vol waren. In de zes uur dat ik daar heb gezeten, is dat niet veranderd. Het personeel gaf aan dat de spoedeisende hulp werd gesloten. Ambulances moesten uitwijken naar andere ziekenhuizen. Ondertussen voel je je met de minuut ellendiger worden, maar niemand kijkt naar je om. Dat is geen onwil, maar ze hebben gewoon de tijd niet.’

Uiteindelijk begint haar hart uit zichzelf weer tot rust te komen en is een verdere ingreep niet nodig. Yvon neemt het ziekenhuis en het personeel niets kwalijk. ‘Zij kunnen er ook niets aan doen, ik heb de indruk dat er gewoon te weinig capaciteit is om piekdrukte op te vangen.’ Aan de ervaring zelf houdt ze een knagend gevoel van onveiligheid over. ‘Wat als ik weer zo’n hevige aanval krijg? Kan ik dan wel terecht? Ik zat daar op doorverwijzing van mijn cardioloog, niet omdat ik zomaar een pijntje had. En toch ben ik niet geholpen.’

Isala

We leggen de ervaring van Yvon voor aan het Isala-ziekenhuis. Ook hen leggen we de vraag voor hoe vaak dit soort patiëntenstops in de regio voorkomen. Voorlichter Astrid Nauta laat weten inhoudelijk te willen reageren, maar heeft wat tijd nodig om de informatie te verzamelen. We komen daar dus later op terug.