Wie in de stad wil wonen, neemt de herrie op de koop toe. Klaag erover en je bent al snel een zeikerd, want: ‘Rust zoek je maar op het platteland’. Niet in Parijs, dat sinds enige tijd de oorlog heeft verklaard aan herrie. Klagen over Le Bruit is niet alleen bon ton, het recht op stilte wordt nu zelfs wettelijk vastgelegd.
Nooit heb ik me cooler gevoeld dan toen ik voor het eerst de ramen open deed van mijn huurappartement aan de Rue de Grenier Saint-Lazare. Vastbesloten om de familie van mijn half-Franse geliefde beter te leren verstaan, was ik naar Parijs afgereisd voor een taalcursus. Meer dan een brood bestellen bij de bakker kon ik op dat moment nog niet, maar met een glas rode wijn, loom hangend in de vensterbank, voelde ik me al meteen heel Frans.
Al snel kwam ik erachter waarom Parijzenaars alleen in Franse sigarettenreclames broeierig uit het open raam staren. De herrie is simpelweg niet te harden. Een eindeloze deken van lawaai die ieder gesprek smoort. Overdag: ronkende motoren, taxi’s, bussen, snerpende scooters, drilboren en lawaaiige metros. In de nacht: dronken uitgaanspubliek en de onophoudelijke sirenes die iedere vijf minuten onder mijn raam passeerden...Merde.
Oorlog tegen herrie
Dit typische grote-stadsgeluid is meer dan alleen irritant. Hart- en vaatziekten, depressie, maar ook leerachterstanden bij kinderen, worden door wetenschappers steeds meer in verband gebracht met door herrie veroorzaakte stressreacties in ons lichaam. Dat gebeurt al bij geluidsniveaus die veel eerder buitenwijk-Utrecht zijn dan centrum-Parijs. Een derde van Nederland woont bijvoorbeeld in een te lawaaiige omgeving. Zo’n twee maanden geleden stelde ik daarom voor ons onderzoek naar Geluidsoverlast de vraag: als herrie zo’n vernietigende invloed heeft op onze gezondheid, hoe krijgen we het dan stiller?
Om die vraag te beantwoorden moet ik terug naar Parijs. Uitgerekend in één van de meest lawaaiige steden van Europa is namelijk een opmerkelijke kentering aan de gang. De doorgaans stoïcijnse Parijzenaars (‘Bruit? C'est un part de la vie’) hebben de oorlog verklaard aan de herrie in hun stad, aangevoerd door de progressieve burgemeester Anne Hidalgo. Het stadsbestuur verlaagde de snelheid op de beruchte Boulevard Périphérique van 80 naar 70 kilometer per uur en maakt zich op deze naar 50 kilometer per uur te verlagen. Hetbestuur experimenteerde met ultrastil asfalt en sluit vanaf september het centrum iedere zondag af voor auto’s en motoren. In 2020 moet grofweg de helft van Parijse straten veranderd zijn in een 30-kilometer-per-uur-zone.
Ook de rest van het land volgt. De Assemblée Nationale - de Franse Tweede Kamer - stemt volgende maand over een grootschalige hervorming van de verkeerswet. Daarin wordt het recht om ‘te leven in een gezonde geluidsomgeving’ wettelijk verankerd.
‘Parijzenaar verliest drie levensjaren door herrie’
‘Ik denk dat er de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling is geweest. Voorheen werd over geluid vooral gedacht in termen van comfort. Een rustige wijk is prettiger om te wonen. Maar inwoners zijn zich er steeds meer van bewust dat lawaai ook een impact heeft op hun gezondheid. In de aankomende gemeentelijke verkiezingen is het absoluut een thema’, aldus Fanny Mietlicki, directrice van Bruitparif, de Parijse herrie-waakhond die een sleutelrol heeft in de ommezwaai die Parijs probeert te maken.
Afgelopen februari publiceerde Bruitparif een rapport, waarin medische prognoses van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) werden gecombineerd met ‘lawaaikaarten’, gebaseerd op data van het eigen netwerk aan akoestische sensoren. Bruitparif beheert 150 meetpunten in de stad, waarmee nauwkeurig in kaart wordt gebracht aan hoeveel geluid inwoners dagelijks worden blootgesteld. In de lijvige studie stellen onderzoekers vast dat een gemiddelde Parijzenaar ‘meer dan drie gezonde levensjaren’ gedurende zijn leven verliest als gevolg van geluidsvervuiling: de brom van wegverkeer, stijgende en landende vliegtuigen en het gekletter van passerende treinen. Boven bepaalde grenzen veroorzaakt die kakofonie talloze gezondheidseffecten, zoals vorig jaar in kaart gebracht door de WHO: tinnitus, een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, slaapverstoring, obesitas, depressie en leerproblemen bij kinderen.
‘Het is het logische gevolg van een mode de vie’, lacht Mietlicki in een non-descript kantoorgebouw in Saint Denis, een grauwe voorstad van Parijs. ‘Lawaai is de bijwerking van een levensstijl, mensen leven tegenwoordig 24 uur per dag en zijn continu op pad voor hun werk of vertier. De stad komt, in tegenstelling tot vroeger, niet meer tot rust. We merken, door enquêtes die we uitvoeren, dat veel mensen ernstig gehinderd zijn door de herrie van die 24-uurs economie.’
'Mensen begrijpen decibellen niet'
Mietlicki, goedlachs en ruimschoots bereid haar werk toe te lichten, is sinds 2005 directrice van Bruitparif. De stichting is verantwoordelijk voor het monitoren van geluid in en om Parijs. Europese steden zijn verplicht iedere vijf jaar aan het Europees Milieuagentschap te rapporteren over de geluidsniveaus waar bewoners aan worden blootgesteld. Het idee is dat die informatie openbaar beschikbaar wordt gemaakt, zodat bewoners zich ervan bewust zijn en druk zetten op maatregelen. ‘Toen ik aantrad hebben we ons ook ten doel gesteld de manier waarop lawaai gevisualiseerd wordt te vernieuwen. Voor burgers en beleidsmakers is het belangrijk dat ze toegang hebben tot makkelijk te begrijpen data. Als de informatie over lawaai en de bronnen die dat veroorzaken goed is, kunnen ze betere beslissingen maken hoe die herrie te bestrijden.’
Maar leg je geluidsoverlast uit? De gangbare manier is in de vorm van decibellen, een logaritmische schaal die zelfs voor doorgewinterde experts moeilijk uit te leggen is. Een toename van 4 decibel lijkt niet zoveel, maar betekent in feite een verdubbeling van het geluid. ‘Bewoners begrijpen decibellen niet en beleidsmakers om eerlijk te zijn ook niet’, aldus Mietlicki. Bruitparif ontwikkelde daarom met enkele andere partijen de Harmonica-index, een manier om geluidsoverlast in een simpele grafiek uit te drukken.
De verticale as geeft de gemiddelde geluidssterkte per uur aan (de balken) en het hardst gemeten geluid (de pieken). Niet in decibellen, maar op een schaal van 1 (zacht) tot 10 (hard). Mietlicki: ‘Wettelijke normen zijn gebaseerd op de gemiddelde geluidssterkte over 24 uur. Door die middeling vallen hele korte, harde pieken weg: een motor die voorbij scheurt, of een opstijgend vliegtuig. Juist van die pieken worden bewoners wakker. Het weergeven van zowel de gemiddelden als de pieken zegt iets over de geluidskwaliteit over een hele dag. Dat is hele waardevolle informatie voor bewoners om hun overlast te duiden.’
Sensoren door de hele stad
Ik vraag Mietlicki of ze vindt dat het vaststellen van geluidsoverlast te ingewikkeld is gemaakt. Niet alleen door moeilijk te doorgronden geluidsnormen, maar ook door de manier van meten? Ze reageert instemmend: ‘In Frankrijk, maar ongetwijfeld ook in Nederland, worden geluidsmetingen meestal door ingenieursbureaus uitgevoerd, die weinig hebben gedaan aan het doorontwikkelen van technieken en de manier waarop je herrie visualiseert. We willen die praktijk een beetje doorbreken, door mensen zelf toegang te geven tot objectieve meetdata.’
Ze verwijst naar een zwart apparaat, dat inmiddels op meer dan 50 plekken in Parijs hangt. De Meduse (Frans voor kwal) bestaat uit een kleine, krachtige computer, vier microfoons en twee groothoekcamera’s. Via een website kunnen inwoners die metingen live volgen, maar ook meetmomenten terugkijken. De kwallen produceren namelijk ieder kwartier een 365-graden foto waarop in kleur wordt aangegeven wie de boosdoener is. Hang een Meduse-camera in een straat met barretjes en restaurants en het systeem wijst feilloos aan welke etablissement op welk tijdstip de volumeknop omhoog draaide.
‘We hebben het ontwikkeld na klachten van bewoners in de uitgaanswijken’, legt Mietlicki uit. ‘Bewoners en horeca-eigenaren stonden lijnrecht tegenover elkaar, er was nauwelijks communicatie meer.’ Door een platform te creëren met objectieve meetdata is volgens Mietlicki weer een dialoog ontstaan. ‘Bewoners hebben een meetinstrument om horeca-eigenaren zelf aan te spreken. Dat heeft een zelfregulerend effect. Bewoners zeggen dat het ‘s nachts merkbaar stiller is geworden.’
De Meduses zijn een stuk goedkoper om te produceren dan reguliere sensoren. Eén meetstation kost zo’n 1000 euro tegenover zo’n 30.000 euro voor bestaande meetstations. De komende jaren wordt het netwerk aan Meduses in de stad daarom fors uitgebreid en steeds slimmer gemaakt. Zo kunnen de akoestische snuffelpalen steeds beter geluidsbronnen van elkaar onderscheiden: verkeer, stemmen en muziek bijvoorbeeld.
Sinds deze zomer experimenteert Bruitparif met een andere toepassing. Langs populaire motorroutes wordt met Meduse-sensoren onderzocht hoeveel decibellen motoren veroorzaken en hoe vaak die te hard zijn. ‘Het geeft de politie inzicht in de overlast die bewoners ervan hebben. Moet er bijvoorbeeld meer gecontroleerd moet worden op geluid?’ In de toekomst is het zelfs de bedoeling dat de Kwallen automatisch boetes opsturen voor het veroorzaken van teveel lawaai. Mietlicki lacht: ‘Dat is nu nog toekomstmuziek, zowel technisch als wettelijk gezien is het nog niet mogelijk. Zo zijn de foto’s van de Meduses nu onherkenbaar gemaakt, omdat we geen persoonsgegevens mogen verzamelen.’ Ze legt uit dat de nieuwe verkeerswet waarover de Franse kamerleden binnenkort stemmen wel deuren open zet voor meer surveillance. ‘Die wet bevat ruimte voor een experiment. Twee jaar lang kunnen we experimenteren om de Meduses door te ontwikkelen tot een akoestische flitspaal, die ook kentekens kan vastleggen, zoals dat nu bij snelheid gebeurt.’