Ook in Limburg hebben ze te maken met grond die in beweging is. Daar dáált de bodem alleen niet, maar zou die juist omhóóg komen vanwege het mijnwater dat sinds 1994 niet meer wordt weggepompt. Huizen ondervinden schade door de grondbeweging. Er is een calamiteitenfonds opgericht waarmee schades snel en vooral gemakkelijk hersteld moeten worden. Voorzitter Jan de Wit: ‘Wij willen juist níet een enorm apparaat optuigen’

De provincie nam het initiatief om de Stichting Calamiteitenfonds Mijn(water)schade op te richten. SP’er Jan de Wit werd voorzitter. We nemen contact met hem op voor ons onderzoek Heel Holland Zakt. Hij meldt ons aan de telefoon dat ze een toegankelijke organisatie willen zijn, waar Limburgers met acute schades terechtkunnen. Zonder schadecircus zoals in Groningen. De Wit: ‘Wij zijn geen fonds dat mensen geld uitkeert. We zorgen dat schade hersteld wordt. Daarvoor hebben we overeenkomsten afgesloten met aannemingsbedrijven.’ Tot nu toe gaat dat goed. Inmiddels heeft het fonds twintig aanvragen binnen en zijn er drie woningen hersteld.

Waarom lukt het in Limburg wel? Een voordeel voor De Wit ten opzichte van zijn Groningse collega’s is in elk geval het vooralsnog beperkte aantal woningen met schade. Maar, er is nog een verklaring, zo vertelt De Wit: ‘Op het moment dat er een relatie kan worden aangetoond met voormalige mijnbouwactiviteiten dan is bij ons de kous af. Dan kunnen we al aan de slag. Je hoeft niet eerst langs coördinatoren, overlegtafels en kantoortuinen vol telefonisten. Wij willen juist níet een enorm apparaat optuigen.’

Daarnaast weten de Limburgers ook precies wat er onder hun huis gebeurt: ‘Een ingenieursbureau in Aken heeft de ondergrond in Limburg gedigitaliseerd. Het hele mijngangenstelsel. Je kunt dus opvragen: wat zit er onder mijn huis? Waar zitten de risico’s?’

‘Lateien wel, stucwerk niet’

Ze mogen overigens niet alle mijnschade herstellen, legt De Wit uit. Alleen schades die de constructie van de woning raken en zorgen voor een acuut onveilige situatie, pakken ze aan: ‘Een latei van een deur kunnen we vervangen, maar scheuren in het stucwerk moeten we meestal laten zitten.’

Dat is weleens lastig, meent de SP’er. Ze moeten mensen met lichtere schades teleurstellen: ‘Daarom willen we ook een speciale schaderegeling voor Limburg. Hier zijn, net als in Groningen, mensen die te maken hebben met scheve muren door de gevolgen van mijnbouw.’ Hij legt uit dat er in Den Haag aan de uitwerking van een uitgebreider schadefonds voor Limburg wordt gewerkt. Ondertussen hebben de bewoners apparaatjes waarmee ze scheuren kunnen meten, zodat ze kunnen aantonen dat scheuren groter worden. De Wit: ‘Eind 2019 moeten de eerste claims in behandeling worden genomen.’

Te laat?

Het was nog wel even spannend of de Limburgse schade nou wel echt door de mijnbouw zou komen en of er geen sprake was van verjaring. Dat gebeurt na dertig jaar en de mijnen zijn immers in 1975 gesloten. Iemand die nu schade meldt, zou dan dus te laat zijn. De Wit: ‘De rechtbank in Roermond heeft daar eind vorig jaar uitspraak over gedaan. Die zegt: als de staat beweert dat de schade ouder is dan 30 jaar en de bewoner ontkent dat, dan moet de staat maar met bewijzen komen.’ Minister Wiebes van Economische Zaken gaat in hoger beroep.

Volgt De Wit zijn schadecollega’s in Groningen een beetje? Wat vindt hij van hoe het er daar aan toe gaat? De Wit: ‘Ik ben er niet direct bij betrokken, maar ik word niet blij van wat ik erover hoor. Het leed dat daar veroorzaakt is, is niet te beschrijven. Mensen zijn nog steeds aan het wachten en er is totaal geen vertrouwen. Ik hoop dat het in Limburg nooit zo wordt.’

Makers