Deze week publiceerde BOOS gelekte WhatsApp-berichten van een jaarclub van Veritas uit Utrecht. De schrijvers willen zich verzetten tegen de ‘vrouwvriendelijke’ maatregelen van koepelorganisatie FUBAR, want “wij zijn toch geen wijven”. Het is niet de eerste keer dat een studentenvereniging het nieuws haalt met een incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Dergelijke incidenten zijn elke keer weer schrikken voor buitenstaanders, maar studenten zelf laat het ook niet onberoerd. Steeds meer studentenverenigingen zoeken naar manieren om seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan. Zo ook het Leidse Augustinus.
“Ik heb hem heel dramatisch opgebouwd,” zegt Linda van Duin terwijl ze naar haar PowerPoint kijkt. De eerste dia begint met een verzameling krantenkoppen over seksueel grensoverschrijdend gedrag. 'Een op negen studentes verkracht tijdens studententijd' ‘Claudia werd slachtoffer van verkrachting in haar studententijd: 'Op de universiteit werd ik niet gehoord'
Linda lacht er verontschuldigend bij, maar de trots wint al snel. Het is inmiddels een jaar geleden dat ze met deze PowerPoint naar het bestuur van Augustinus is gestapt, de Leidse studentenvereniging waar ze al vier jaar lid is. Ze weet nog hoe zenuwachtig ze was. Ze had zo vaak als ze kon geoefend, zelfs voor haar ouders en vriendinnen. Tot de presentatie goed genoeg was.
Meldingen
Met de presentatie wilde Linda aan het bestuur duidelijk maken dat er op de vereniging meer gedaan moet worden aan seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat doet ze onder andere door het rapport van Amnesty International te quoten, over seksueel grensoverschrijdend gedrag onder Nederlandse studenten. Volgens dat rapport heeft 20 procent van de studenten in Nederland tijdens hun studietijd te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag (30 procent van de vrouwelijk studenten, 10 procent van de mannelijke studenten). 11 procent van de vrouwelijke studenten wordt zelfs slachtoffer van verkrachting.
Deze cijfers gaan over de gehele studententijd, dus niet specifiek over studentenverenigingen, en het is ook niet te zeggen hoe groot het probleem op Augustinus zelf was of is. Wel blijkt uit het rapport dat slechts enkele van de slachtoffers melding maakte van grensoverschrijdend gedrag. Dus vroeg Linda aan het bestuur hoeveel meldingen zij binnenkregen, en of die percentages in de buurt kwamen van de cijfers uit het rapport van Amnesty. “Het antwoord: nee, bij lange na niet. Toen zei ik: oké, dan moeten wij daar verandering in moeten aanbrengen, zodat mensen zich wel durven melden.”
“Ik zei: ik wil geen seks hebben”
Linda is nog steeds blij dat ze lid is geworden van Augustinus. Ze verhuisde naar Leiden voor haar studie, en bij Augustinus voelde ze zich meteen thuis. Toch is geen toeval dat juist zij besloot dit probleem aan te kaarten. Tijdens haar studietijd is ze twee keer slachtoffer geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
De eerste keer was na een feest op het pand van Augustinus. Een jongen nam haar haar mee naar huis, ondanks dat ze zo dronken was dat ze bijna niks meer kon. Bij hem thuis randde hij haar aan. Hij stopte pas toen ze een paniekaanval kreeg.
De tweede keer was na een activiteit met een andere vereniging, niet Augustinus. Een ‘datediner’ waarbij ze met een grote groep in koppels uit eten ging in een restaurant in Delft. Linda’s ‘date’ vroeg naderhand of ze wilde blijven slapen. Ze zei ja. “Anders moest ik nog een uur op de trein wachten. Maar ik zei ook: ik wil geen seks hebben. Nou dat was allemaal prima. Maar vervolgens werd ik toch wakker midden in de nacht terwijl hij me betastte. ”
Tea and consent
Linda vond het lange tijd moeilijk om te praten over wat haar was overkomen. Ze gaf zichzelf de schuld van wat er was gebeurd. “Ik dacht van: dan had ik ook niet met iemand mee moeten gaan.” Ook was ze bang voor de reacties die ze zou krijgen: “Ik zag wel voor me dat mensen me niet zouden geloven, of de andere kant zouden kiezen, en dat je jezelf moet gaan bewijzen, wat het nog duizendmaal erger maakt. Of dat ik het er de hele tijd over moest hebben.”
Ze lacht flauwtjes. “Ik probeerde een beetje te doen alsof het allemaal niet was gebeurd, dat was mijn strategie.”
Dat veranderde, toen ze het filmpje ‘Tea and Consent’ zag, thee en toestemming.
“Toen ik die video zag begreep ik: iemand had dit nooit bij me mogen doen. Als jij laveloos op bed ligt en je niet kan bewegen, gaat iemand ook geen thee door je strot duwen. Dus dan moet je ook niet proberen om seks met iemand te hebben in die toestand.”
Rond de tijd dat ze de video zag, kwam ook het rapport van Amnesty International uit. Ineens viel er van alles op zijn plek. “En toen dacht ik nee, dit kan niet. Ik wil niet later een dochter moeten opvoeden in een wereld waarin dit iets is waar je maar gewoon mee te dealen hebt.”
Ze wilde iets doen. “Dit landelijk oplossen, dat gaat misschien niet, maar ik kan in mijn directe omgeving verandering teweegbrengen.”
Ze had geen idee hoe het bestuur zou reageren op haar presentatie. Ze was zo lang bang geweest om zich uit te spreken. Maar toen ze eenmaal begon, kreeg ze niet de reacties die ze gevreesd had. Niet alleen haar vriendinnen waren enthousiast, ook het bestuur van Augustinus vond meteen dat ze er iets mee moest doen.
Een heel eenvoudige vraag
Linda richtte een comité op met een paar andere leden, en daarmee ging ze aan de slag. Gelukkig was er een helder startpunt: de ‘Ben je Oké’-campagne van Rutgers.
Deze campagne wil het probleem breder aanpakken. “Meldpunten zijn prima,” zegt Willy van Berlo, programmamaker seksueel geweld bij Rutgers, expertisecentrum seksualiteit. “Maar het is nog belangrijker om te voorkomen dat het überhaupt misgaat.”
Het idee is om mensen aan te sporen om in actie te komen als ze iets zien wat misschien niet door de beugel kan. Van Berlo: “Mensen willen vaak helpen, als ze iets zien gebeuren, maar ze weten niet altijd hoe ze dat moeten doen.” Terwijl je vaak al veel kan bereiken door simpelweg te vragen of beide partijen een goede tijd hebben, of niet. Door omstanders te betrekken bij het voorkomen en bespreekbaar maken van seksueel grensoverschrijdend gedrag, leren mensen beter herkennen waar de grenzen van een ander liggen. Hierdoor hoopt Van Berlo dat er een cultuurverandering plaatsvindt. “Het gaat erom dat iedereen zich betrokken voelt.”
Een duimpje opsteken
Claire van Megen kan zich nog goed herinneren dat die acties begonnen. Inmiddels is ze vicevoorzitter, maar in februari 2022 was ze nog gewoon lid. “Ineens waren er overal posters. Ik dacht: wat betekent ‘Ben je oké?’”
De posters waren nog maar het begin. Er kwamen ook externe vertrouwenspersonen en een nieuwe gedragscode. Introducés moeten die gedragscode tekenen als ze naar een feest willen. Voor bestuursleden, en leden die tijdens feesten toezicht houden of achter de bar staan kwamen speciale trainingen.
Het idee van die training is om met studenten in gesprek te gaan over wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is, en hoe je het in de praktijk herkent. Rutger Lamberts, de voorzitter van Augustinus, heeft de cursus ook gedaan: “Als je bijvoorbeeld twee mensen in de gang ziet praten, en er staat iemand met de rug tegen de muur, en iemand anders staat ervoor. Dat je dan gewoon even een duimpje opsteekt. Dan heb je alleen even een knikje nodig, en dan weet je dat het goed zit.”
Hij heeft het idee dat de campagne werkt. Er zijn bijvoorbeeld meer mensen die naar de vertrouwenspersoon gaan. “Ook de vrijwilligers die ’s avonds rondlopen, buiten het bestuur om, weten hoe ze moeten handelen. Het scheelt dat je als bestuur weet dat zoveel mensen je kunnen helpen.” Dat helpt zowel bij preventie, als wanneer er toch iets misgaat.
Voor Linda was het best raar om ineens zo op de voorgrond te staan. Er kwamen veel leden naar haar toe met allerlei vragen. “Ik kreeg vragen als: hoe doe ik dat dan? Hoe kan ik nou bij iemand aanvoelen waar iemands grens ligt? Nou, dan hadden we daar vaak een heel open gesprek over.”
“Heel veel mensen hebben ook gewoon nog geen ervaring. Ik bedoel: je gaat net uit, je bent met een hele nieuwe groep, je bent net seksueel actief. Dat is soms gewoon ook even puzzelen, hoe je met die grenzen omgaat.”
Nog even over de campagne
Van Berlo merkt dat veel studentenverenigingen behoefte hebben aan de Ben je Oké-campagne. Er zijn veel verenigingen die contact met hen zoeken, en al meer dan 350 verenigingen hebben de posters en het informatiepakket met maatregelen gedownload. Hoeveel van hen al die maatregelen ook echt hebben ingevoerd wordt nog onderzocht.
Bij Augustinus hebben ze nu alle stappen doorlopen, maar dat betekent niet dat ze klaar zijn. Om ervoor te zorgen dat de maatregelen effect blijven hebben, blijven ze aandacht aan het onderwerp besteden. Lamberts: “Studentenverenigingen zijn heel oud, er zijn veel dingen die hier al heel lang gebeuren. Als je echt wil veranderen, heb je tijd nodig. Stel bijvoorbeeld dat we die trainingen vier-vijf jaar lang doen, dan hebben alle leden hier zo’n training gehad, en dan ga je echt het verschil merken.”
Ook Linda heeft de campagne veel gedaan. “Ik durf beter mijn grenzen bij anderen aan te geven, en ik weet ook dat er beter naar geluisterd wordt.” Ze heeft zelfs, drie jaar na dato, een melding gemaakt van het eerste incident. Ze wilde niet dat de jongen direct gestraft werd, maar wel dat de vertrouwenspersoon ervan afwist voor het geval er weer zoiets gebeurt. “Nou, dat had ik drie jaar geleden al helemaal nooit gedurfd.”