Al bijna 10 jaar probeert Sonja* uit de schulden te komen. Maar als ze aanklopt bij de gemeente voor hulp geeft die niet thuis. En ze zijn niet de enige. Sonja: ‘Ik ben bij allerlei hulpkanalen geweest, maar zodra ik benoem waar het om gaat krijg ik of geen antwoord of ze zeggen dat ze niets voor me kunnen doen.’
Het probleem is dat Sonja een zogenoemde ‘fraudeschuld’ heeft. Bij haar is die schuld ontstaan omdat ze veroordeeld is voor het schenden van de inlichtingenplicht. Volgens de sociale dienst heeft ze als kunstenares en muzikant gewerkt én geld verdiend, terwijl ze ook een bijstandsuitkering ontving. En dat mag niet. Sonja moet dus zo’n 5 jaar (bijna 40.000 euro) aan bijstandsuitkering terugbetalen, zo oordeelt de rechter.
Leven rond de armoedegrens
Sonja benadert ons in het onderzoek Schulden omdat deze beschuldiging van fraude en de daaraan vasthangende schuld haar nu al bijna 10 jaar achtervolgt. Want de ‘fraudeschuld’ aflossen, dat is haar in de afgelopen jaren niet gelukt. ‘Ik leef al mijn hele leven rond de armoedegrens. Heb geen opleiding, dus heb vooral baantjes als postbezorger of schoonmaker. En momenteel zit ik in de ziektewet. Deze enorme schuld van bijna 40.000 euro kan ik van mijn leven nooit terugbetalen. En overal waar ik aanklop voor hulp loop ik tegen een dichte deur vanwege het woordje fraude.’
Omgekeerde bewijslast
De ‘nachtmerrie’ begint ruim 10 jaar geleden met een tip van iemand die volgens Sonja wraak wilde nemen. De veroordeling die volgt ervaart ze nu jaren later nog steeds als onterecht. ‘Het was al bij voorbaat een verloren zaak. Hier geldt de omgekeerde bewijslast, dus ik moest aantonen dat de beschuldigingen niet klopten. Dat ik geen geld verdiende aan mijn hobby’s. Dat ik bepaalde optredens helemaal niet had gedaan. Weet je hoe ingewikkeld het is om te bewijzen dat je ergens jaren geleden niet bent geweest? En dat je iets jaren geleden niet hebt gedaan?’
En de sociale dienst wist volgens Sonja bovendien dat ze deze hobby’s had en heeft haar zelfs gevraagd of ze er haar werk van kon maken. ‘Ik heb toen gezegd dat het tientjeswerk is, waar de onkosten voor het huren van oefenruimte en de aanschaf van materiaal hoger zijn dan de verdiensten. Er is toen ook niet gezegd dat ik het dan toch als inkomsten moest opgeven of dat het niet is toegestaan om deze activiteiten uit te voeren.’
Uitzichtloos
De schuld is een aantal jaar geleden door de gemeente overgedragen aan een incassobureau. En dat zorgt ervoor dat Sonja haar schuld niet ziet afnemen, maar juist ziet stijgen. ‘Ondanks mijn lage inkomen heb ik vanaf het moment dat het mij verplicht werd wel netjes maandelijks een bedrag afgelost,’ vertelt ze. Het zijn kleine bedragen tussen de 5 en 40 euro per maand. Het vervelende voor Sonja is dat ze daarmee niet de schuld aflost, maar slechts een deel van de incassokosten betaalt. Sonja: ‘Het heeft voor niemand zin. De sociale dienst ziet geen cent van dit hele verhaal. En het kost mij ook geld, zonder een stap verder te komen.’
Geen gehoor bij gemeente
Hierdoor ervaart ze de hele situatie als uitzichtloos en besluit de gemeente een hartenkreet te sturen om met haar naar een gepaste oplossing te zoeken. Maar die reageert niet en stuurt de brief slechts door naar het incassobureau. Sonja: ‘Ik heb het gevoel dat ik levenslang heb door deze schuld. Het is nu te laat om nog te discussieren over de vraag of de veroordeling gerechtvaardigd was of niet. Maar stel dat het wel gerechtvaardigd was, dan vind ik de straf nog steeds inhumaan en weinig effectief. 10 jaar is echt te lang voor een mens in deze oneerlijke situatie. Het lijkt erop alsof niemand dat begrijpt of gewoon niemand het iets interesseert.’
*Sonja is een gefingeerde naam