Hoe gaan onze huisartsen om met de coronacrisis? De afgelopen jaren hebben we voor onze onderzoeken gesproken met verschillende huisartsen. Een van hen is Ton Dapper uit Tienhoven, een klein dorpje in de gemeente Stichtse Vecht, onder de rook van Utrecht. We waren drie jaar geleden bij hem op bezoek voor onze uitzending over obesitas. Hoe gaat het nu met hem, zijn team en zijn patiënten?
We vragen hem om een dagboek bij te houden. Ervaringen en bespiegelingen van een huisarts tijdens de coronacrisis.
zondag 22 maart
Ik leef in een ‘surrealistische wereld’, niets is meer zoals het lijkt. De spreekuren zijn bijna volkomen ‘opgedroogd’ (tachtig procent afname zeker), lege wachtkamer, lege parkeerplaats. Als er contact is, is het via de telefoon of whatsappgroepen. ‘Face-to-face’ verdwijnt langzaam maar zeker uit mijn dagelijkse praktijk. De assistenten werken zich te blubber aan de telefoon. Ook met hen lijkt het contact soms wat verstoord. We leven van dag tot dag in de praktijk.
Een van de eerste dingen die in mij opkomen is de uitspraak van de Duitse arts en filosoof Virchow (rond 1860). Hij schreef: gezondheid is de optelsom van pathologie (ziekteleer, red.) en politiek. “Geneeskunde is een sociale wetenschap en politiek is niets meer dan geneeskunde op grote schaal”. Pathologie is hier het coronavirus, de politiek op dit moment het ‘alle-deuren-sluiten-beleid’ van de overheid. Gezondheid kent niet alleen een biomedisch perspectief maar ook een individueel en maatschappelijk perspectief. En dat is vandaag aan alles te merken.
Ik vind het beleid van de overheid goed. Alle uitbraken zijn terug te voeren op ‘samenscholingen van mensen’: carnaval in Brabant, een evangelische bijeenkomst met 2000 mensen in Noord-Italië (waar al diverse mensen ziek bleken te zijn), daarnaast ook het traditionele Italiaanse familieleven en in Oostenrijk de ‘après-ski bar’ waar de barmannen positief bleken te zijn voor corona.
Ik merk dat ik gestrest ben en nadenk over noodscenario's. Vooral uitval van de assistenten en collega-huisartsen zullen er in gaan hakken... Hoe dan verder? Er ligt weliswaar een noodplan klaar, maar toch.
Ik ervaar ook zorgen over mijn eigen moeder. Ze woont zelfstandig in Eindhoven. Het gaat goed met haar, maar ze vindt de eenzaamheid soms kwellend.
Ik heb minder zorgen over de agressiviteit van het virus (tachtig procent maakt het mild door), wel over het massale karakter ervan. Maar als ik eerlijk ben, heel zeker voel ik mij bij dit alles ook niet.
maandag 23 maart
Ik ben heel blij met het sterke moreel appel van gisteravond van Arjen Lubach! (Hoeveel afstand houden van elkaar? Anderhalve meter? Oh...) en van burgemeester Aboutaleb van Rotterdam om in hemelsnaam die anderhalve meter afstand aan te houden.
dinsdag 24 maart
We hebben opvallend rustige spreekuren. Opvallend is ook dat het aanhoudt. Veel patiënten blijven gewoon weg. Vanochtend vroeg een telefonisch consult gehad waarin patiënt meldde (meer ‘bekende’) dat "hij tot een inzicht is gekomen dat hij eigenlijk al die jaren meestal voor niks bij de dokter is geweest.. terugkijkend ging eigenlijk bijna alles vanzelf over". Mooi dit.., dit ‘inzicht’. Het verklaart waarschijnlijk ook de aanhoudende ‘gewijde’ rust op de spreekuren.
Langzamerhand begin ik toestroom aan informatie via de whats-appjes, updates, mails en vele (slecht) nieuws herhalingen beu te worden, merk ik. Het is gewoon een infodemie zoals iemand beschreef.
Het is tijd voor een goed dieet, eindelijk eentje die werkt! HET INFORMATIEDIEET ... Ik ga kijken hoe ik dit vorm kan gaan geven voor mezelf.