Op invloedrijke bestsellerlijsten komen anderhalf keer zoveel mannelijke auteurs voor als vrouwelijke. Dat bleek uit onze analyse van bijna 50.000 Nederlandstalige bestsellertitels tussen 2005 en 2020. Deze ondervertegenwoordiging van vrouwelijke auteurs past binnen een bredere trend in het literaire veld. Hoe keren we het tij?
“We weten dat vrouwen schrijven. We weten dat vrouwen lezen. Het is tijd om ons af te vragen waarom de cijfers die feiten niet vertegenwoordigen.” Dit schreef dichter Amy King in 2010 nadat VIDA - een Amerikaanse feministische organisatie die streeft naar emancipatie in de literaire wereld - een confronterend rapport publiceerde over boekrecensies in toonaangevende kranten en bladen. Het rapport wees op een sterke genderbias ten gunste van mannelijke auteurs.
Inmiddels zijn we een decennium verder, maar ook vandaag de dag zijn er in Nederland tekenen dat gendergelijkheid in het literaire veld nog altijd niet in zicht is. Tussen 2000 en 2021 werden maar vijf Boekenweekgeschenken door vrouwelijke auteurs geschreven en de laatste twee decennia ging nog altijd slechts een kwart van de grootste literaire prijzen naar vrouwelijke auteurs. Bovendien worden romans van mannelijke auteurs door lezers structureel beter gewaardeerd dan romans van vrouwelijke auteurs. Terwijl onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau laat zien dat vrouwen meer boeken lezen dan mannen, en meer verschillende genres.
De Bestseller 60: een invloedrijke lijst
Voor dit artikel hebben we alle ‘top 60’-lijsten opgevraagd die door Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) tussen 2005 en 2020 zijn gepubliceerd. De Bestseller 60 wordt sinds 2003 wekelijks samengesteld op basis van de verkoopgegevens van meer dan 1800 verkooppunten, en geeft inzicht in de nationale én vertaalde internationale succesboeken op de Nederlandse markt. De lijsten zijn namelijk gebaseerd op een retailpanel dat zo'n 90 procent van de afzet in Nederland vertegenwoordigt. In de bestsellerlijsten is alleen Nederlandstalig werk opgenomen, waaronder vertaald werk van buitenlandse schrijvers. Het CPNB voert zelf redactie over de lijsten: niet meegenomen zijn boeken onder een bepaalde prijs (3,50 euro), stripboeken en titels die niet algemeen verkrijgbaar zijn.
Op basis van alle bestsellerlijsten hebben we een dataset gemaakt die 49.184 titels telt, waarvan 5.649 unieke titels (sommige titels komen immers meerdere weken achter elkaar in de lijst voor) van 2.577 schrijvers. Van iedere schrijver is het gender (‘man’ of ‘vrouw’) vastgesteld. Overige classificaties die we gehanteerd hebben, zijn ‘pseudoniem’ of mensen die als ‘groep’ publiceren (twee of meer schrijvers).
Waarom is De Bestseller 60 het bestuderen waard? Hoewel ze niet het hele literaire veld beslaan, zeggen bestsellerlijsten wel degelijk iets over ons leesgedrag. Zo lezen we in het boek van Corina Koolen Dit is geen vrouwenboek (2020) dat er een sterke correlatie bestaat tussen de bestverkochte boeken en de boeken die het meest geleend worden bij bibliotheken. Ook worden docenten op het voortgezet onderwijs geïnspireerd door de bestsellerlijst bij het adviseren van boeken voor de leeslijst, ondervond Jeroen Dera, letterkundige aan de Radboud Universiteit Nijmegen. En dat heeft weer invloed op wat (en óf) jongeren lezen. Daarover later meer.
Weggepoetst
Eerst naar de dataset. Want wat vertelt deze ons? Uit een analyse van de afgelopen 15 jaar blijkt dus dat mannelijke auteurs gemiddeld anderhalf keer zo vaak voorkomen in de bestsellerlijsten als vrouwelijke auteurs. Literatuurwetenschapper Corina Koolen, die genderongelijkheid in de letteren onderzoekt, hoort regelmatig als argument voor het achterblijven van vrouwelijke schrijvers dat “vrouwen er niet zouden zijn”. Maar dat beeld klopt niet, zegt ze. In haar boek Dit is geen vrouwenboek stelt ze dat niet precies te achterhalen valt hoeveel professionele vrouwelijke schrijvers er momenteel in Nederland zijn, maar gaat ze uit van een percentage tussen de 44 en 63 procent van de beroepsgroep.
Dat het aantal vrouwelijke en mannelijke auteurs vandaag de dag nagenoeg gelijk zou zijn, wordt ondersteund door De Bezige Bij, een van ‘s lands grootste uitgeverijen. “Er is sprake van een inhaalslag. Ook voor ons huis geldt dat er in het verleden weinig vrouwen werden geacquireerd en gepubliceerd. Inmiddels wordt dat verschil steeds kleiner. We tekenen tegenwoordig net zoveel contracten met vrouwen als met mannen”, laat de uitgeverij ons per mail weten.
Men kent wél Gerard Reve, maar niemand weet wie Mensje van Keulen is
Het aantal schrijvende vrouwen doet tegenwoordig dus niet onder voor hun mannelijke collega’s. Ook zijn ze er altijd geweest - zij het door de jaren heen in wisselende mate. Zo stelt Erica van Boven, hoogleraar Letterkunde aan de Open Universiteit, dat er vanaf de opkomst van de roman in Nederland al vrouwen zijn geweest die dit genre beoefenden, en kenden de achttiende en negentiende eeuw een aanzienlijke hoeveelheid vrouwelijke romanschrijvers.
Hoe komt het dan dat vrouwelijke auteurs zo onderbelicht zijn in het literaire veld? Omdat ze systematisch weggepoetst worden uit de geschiedenis, stelt Corina Koolen: “Als we het specifiek hebben over literatuur, kennen jongeren wél Gerard Reve, maar weten ze niet wie Mensje van Keulen is. Dat heeft onder meer te maken met de selectieve overlevering: vrouwen worden minder vaak opgenomen in bloemlezingen en curricula. Op die manier raken ze vergeten, en blijft het beeld bestaan dat vrouwen er nooit geweest zijn.”
Dat laatste punt maken ook Jannah Loontjes, Fleur Speet en Manon Uphoff ook in hun recente essay Nederlandse romans zitten vol karikaturale rokjes-kontjes-tietjes: tijd voor meer vrouwen in de literaire canon: “Wie weet dat de eerste Nederlandse brievenroman geschreven werd door twee vrouwen (Wolff en Deken)? En dat de eerste Nederlandse historische roman op naam staat van een vrouw (Margaretha de Neufville)?”
Maar er speelt nog iets heel anders, en dat heeft volgens Corina Koolen alles te maken met de manier waarop lezers boeken waarderen. De literatuurwetenschapper stelt in Dit is geen vrouwenboek dat romans van mannelijke auteurs met mannelijke hoofdpersonen sneller als ‘literair’ worden gezien, en dat boeken van mannen en vrouwen in andere termen besproken worden. Zij liet lezers tijdens haar onderzoek meer dan 400 romans waarderen, en bij één boek moesten ze een toelichting schrijven bij hun waardering. Bij de boeken van mannelijke schrijvers kwamen in die waarderingen vooral technische termen voor (‘schrijver’, ‘stijl’, ‘taal’, ‘vorm’), terwijl bij de vrouwelijke auteurs termen gebruikt werden die gender en inhoud met elkaar verbinden: ‘chicklit’, ‘schrijfster’, ‘diepgang’ en ‘romannetje’.”
Romans van een vrouwelijke auteur met een vrouwelijk hoofdpersoon associëren we met lage literaire kwaliteit
In andere woorden: beoordelingen van lezers over boeken geschreven door vrouwelijke auteurs zijn dus vaak ‘gegenderd’ - een manier van beoordelen die, volgens het onderzoek van Koolen, mannelijke schrijvers bespaard blijft. Koolen: “Deze resultaten golden zowel voor mannelijke als vrouwelijke lezers. Oftewel: vrouwen zijn niet milder voor vrouwelijke auteurs dan mannen.”
En niet alleen waarderen lezers mannelijke auteurs beter; ze krijgen ook vaker het voordeel van de twijfel. Bij de voorbereiding van haar proefschrift stuitte Koolen namelijk op nog meer onbewuste vooroordelen bij lezers. Twee groepen lezers kregen precies hetzelfde aangeleverd: een fictieve flaptekst, met een een quote, een samenvatting, en een kort tekstje over de auteur: een debuterende auteur die gevestigd essayist is. De enige variabele: het gender van de auteur. Wat bleek? Bij mannelijke schrijvers werd gezegd: “Deze auteur is een gevestigd essayist, dus dit zal een goed debuut zijn.” Terwijl de lezers bij vrouwelijke schrijvers oordeelden: “Ze schrijft voor het eerst een roman, dus het zal nog niet zo goed zijn.”
Belang diversiteit
Maar: waarom is het gender van de schrijver eigenlijk belangrijk? Het gaat toch om de inhoud van het boek? Volgens Koolen vellen we onze oordelen over literaire kwaliteit minder bewust dan we denken, en hebben die dus zonder dat we het doorhebben tóch te maken met het geslacht van de auteur. Bovendien blijkt het gender van de schrijver een bepalende rol te spelen bij wat en over wie we lezen. De Personagebank, een paar jaar geleden opgezet door Utrechtse literatuurstudenten, is een dataset met 1.517 Nederlandstalige boeken waarin de eigenschappen van de personages in voornamelijk literaire romans zijn geregistreerd. Conclusie: zelfs als er evenveel vrouwelijke als mannelijke auteurs in de bestsellerlijsten zouden staan, dan nog is het mannelijk vertelperspectief dominant.
Van alle boeken in de dataset geschreven door mannen, heeft ruim 90 procent een mannelijke verteller. Bij boeken geschreven door vrouwen heeft vervolgens maar 70 procent een vrouwelijke verteller. De hoofdpersoon is vaker een man. Zo’n 64 procent van de hoofdpersonages in een boek geschreven door een mannelijke auteur, is mannelijk. Vrouwen schrijven echter bijna even vaak over mannen als over vrouwen: in 46 procent van de gevallen is een man de hoofdpersoon.
Koolen, die zich specifiek focust op man-vrouw-verschillen in de literatuur, ziet bij uitstek het belang in van het vrouwelijk perspectief: “Homogeniteit zorgt voor een mannelijke norm. Het is toch bijzonder dat de midlife crisis van mannen universeel is, en de overgang een ‘vrouwending’? Ik denk dat het belangrijk is dat we meer in de belevingswereld van vrouwen duiken zonder erbij te gniffelen.”
Als in de meest gelezen boeken het vrouwelijk perspectief ondervertegenwoordigd is en blijft, zullen we overwegend door een mannelijke bril naar vrouwen blijven kijken. Hoe ziet dat perspectief er uit? Volgens de Personagebank nemen fictieve vrouwen, in boeken geschreven door mannen, opvallend vaak de rol van prostituee en huisvrouw in. Fictieve artsen zijn voornamelijk man, en de verpleegkundigen vrouw. In Nederland behalen tegenwoordig meer vrouwen dan mannen een hbo- en wo-diploma, maar blijkbaar heeft deze ontwikkeling de fictieve vrouw nog niet bereikt. De eendimensionale portrettering van vrouwen in boeken werd onderstreept door een tweetal essayisten in De Gids.
Het is toch bijzonder dat de midlife crisis van mannen universeel is, en de overgang een ‘vrouwending’?
Ook boekencriticus Fleur Speet van schrijverscollectief Fixdit, dat zich focust op diversiteit in de literaire wereld, herkent dit: “In de literaire romans moet je nog zoeken naar gelaagde heldenrollen voor vrouwen. En deze heldinnen vind je eerder in boeken van vrouwelijke auteurs."
Voor het belang van literaire diversiteit voor jonge lezers verwijst letterkundige Jeroen Dera naar Amerikaans onderzoek dat stelt dat wanneer jongeren zichzelf niet herkennen in de boeken die ze bijvoorbeeld voor hun leeslijst moeten lezen, op den duur hun leesmotivatie zal afnemen. Onderzoek naar de leeslijsten op Nederlandse middelbare scholen stemt wat dat betreft niet heel hoopvol. Uit het rapport De praktijk van de leeslijst, wat Dera in samenwerking met Stichting Lezen publiceerde, blijkt dat op de gemiddelde leeslijst de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke auteurs grofweg 3 op 1 is. In de top tien populairste schrijvers neemt de eerste vrouwelijke auteur de laatste plaats in.
Daar komt bij dat de leesadviezen die docenten Nederlands aan leerlingen geven óók niet divers zijn. Jeroen Dera heeft 104 eerstegraadsdocenten gevraagd welke acht titels zij regelmatig aanraden aan leerlingen in de vierde klas. Hoewel er drie vrouwelijke auteurs in de top tien van de meest aangeraden titels staan - waarvan één zelfs koploper is - is bijna 70 procent van alle unieke aangeraden titels geschreven door een man. Slechts drie van de zestien auteurs op deze lijst hebben een niet-westerse achtergrond.
Het gebrek aan meerdere perspectieven is onwenselijk, volgens Dera: “We leven in een veelkleurige samenleving, en we moeten jongeren op de middelbare school veelkleurige stemmen laten horen.” Hoewel er meer onderzoek gedaan moet worden om de correlatie tussen docentadviezen en leerlingkeuzes aan te tonen, durft Dera de hypothese wel aan dat diversere leeslijsten bereikt kunnen worden als docenten meer oog zouden hebben voor diversiteit in de adviezen die zij hun leerlingen geven.
En dat brengt ons weer terug bij de bestsellerlijsten van het CPNB. In het artikel De lezende leraar, óók van Jeroen Dera’s hand, lezen we dat wat docenten Nederlands zélf lezen op zijn beurt weer beïnvloed wordt door de succesromans op de literaire markt.
Buiten kijf staat dat het onderwijs hier een grote verantwoordelijkheid draagt. Maar hoe kunnen we kijken naar de rol van uitgeverijen in het diversifiëren van invloedrijke boekenlijsten? Bij De Bezige Bij werken tegenwoordig meer vrouwen dan mannen, laat de uitgeverij ons weten per mail. “Maar”, reageert Corina Koolen daarbij op cynische toon, “hoe zien we dat terug op de plekken die er met het oog op diversiteit verder toe doen?” Het aantal vrouwelijke auteurs dat via De Bezige Bij terecht kwam in De Bestseller 60 schommelde de afgelopen vijf jaar tussen de 10 tot 20 procent, en daarin is geen stijgende lijn te bekennen. Een beeld dat overigens bij veel grote spelers in de uitgeverswereld te zien is.
Toch, laat De Bezige Bij ons weten, heeft de uitgeverij “goede hoop” dat het tij de komende jaren zal keren: “We tekenen tegenwoordig net zoveel contracten met vrouwen als met mannen. Op de schrijfopleidingen zie je nu meer vrouwen dan mannen. Het is een evolutie, en het duurt een tijd voordat die ontwikkeling zichtbaar wordt.”
Als er één plek is waar je aandacht kan besteden aan diversiteit dan is het de middelbare school
Diverse bestsellerlijsten: een noodzaak
Diversifiëring van invloedrijke boekenlijsten doet recht aan vrouwelijke auteurs, verbreedt ons wereldbeeld én heeft - via het onderwijs - invloed op hoe de jeugd leest. Het leesgedrag van docenten Nederlands wordt immers beïnvloed door bestsellerlijsten, en daarmee hoogstwaarschijnlijk de boeken die ze leerlingen adviseren. Bovendien, stelt Dera: “Als er één plek is waar je aandacht kan besteden aan diversiteit, en zeker weet dat iedereen het mee krijgt, dan is het de middelbare school.”
En daar, op die middelbare scholen, gloort al een sprankje hoop aan de horizon. Jeroen Dera’s onderzoek naar de leeslijsten laat namelijk óók zien dat Koolens onderzoeksresultaten over waardering van vrouwelijke romanschrijfsters in het onderwijs niet opgaan: boeken van vrouwelijke auteurs worden iets hoger gewaardeerd door leerlingen dan boeken geschreven door mannelijke auteurs, én ze worden vaker uitgelezen.
Goede ontwikkelingen, maar het belangrijkste is dat uitgeverijen, het onderwijs, én het individu zich bewust worden van hun onbewuste vooroordelen ten opzichte van vrouwelijke auteurs, stelt Corina Koolen. “We zijn minder rationeel dan we denken en moeten verder kijken dan de usual suspects. Het idee dat we vooruit gaan, is nu eigenlijk de reden dat we dat niet doen.”
Research en redactie door Lisa Arnold, Sanne Toebes en Neeltje Walgien. Design door Wendy van der Waal.