Jeanne (61) woont in Uden, de brandhaard van de corona-uitbraak. Mensen die besmet raakten kent ze niet. Behalve haar moeder. Ze overleed op 86-jarige leeftijd, eenzaam en alleen in haar aanleunwoning. “Alleen via FaceTime heb ik mijn moeder nog gezien, ook toen ze overleden was. Ik moest het zien om het te geloven.”

Tien dagen zaten ertussen. Van de bevestiging dat het “coronaduiveltje”, zoals Jeanne het noemt, ook haar moeder had bereikt, tot het bericht dat “ons mam” het leven had gelaten. Tien lange dagen die haar moeder vooral in eenzaamheid doorbracht, snakkend tot aan haar laatste adem.

“Hoe heeft ons moeder zich in hemelsnaam gevoeld die laatste dagen? Toen haar huisarts in een blauw pak met masker en alles haar woonkamer binnenstapte. En daarna de mensen van de GGD, ook ingepakt in witte pakken. Hoe heeft zij dit beleefd? Daar ben ik zo benieuwd naar.”

Het is wat het is

Een prater was ze niet. Haar moeder hield van fysiek contact. En Jeanne trouwens ook. Want als je iemand in de ogen kijkt, dan hoef je niet sterk te zijn in woorden. Maar elkaar zien, dat kon niet. Ook na haar overlijden moesten Jeanne, haar drie zussen en broer afstand bewaren. Het eerste verdriet werd gedeeld per telefoon en de crematie op touw gezet vanuit ieders eigen woonkamer, met de begrafenisondernemer op Skype.

“We waren bang dat we elkaar zouden besmetten”

“Het is wat het is”, riep ze steeds als oudste van het stel. Maar toch had ze deze laatste fase van haar moeders leven anders voorgesteld. “Ik had gehoopt dat we haar zachtjes konden begeleiden naar de andere kant, met zijn allen rondom haar bed. In ieder geval met haar vijf kinderen. We wilden haar eigenlijk ook thuis op laten baren en mijn zus wilde haar mooi aankleden en verzorgen.”

Kil afscheid

Maar een corona-afscheid is een kil afscheid. Niemand die een arm om je heen slaat, niemand die je een zakdoek aanreikt, niemand die je troost. Vijf kinderen rondom de kist van hun moeder, op meer dan twee meter afstand van elkaar. “We waren bang dat we elkaar zouden besmetten. De dag voordat mijn moeder getest werd ben ik nog bij haar geweest en twee van mijn zussen werken in de zorg, ook met coronapatiënten. Mijn broer uit Lelystad durfde bijna niet naar Brabant af te reizen.”

“Mijn moeder was ook gegaan bij een andersoortig griepje, zo kwetsbaar was ze wel.”

De moeder van Jeanne was de oudste van een groot Brabants gezin, en de eerste die het leven liet. Ze had negen jongere broers en zussen in de leeftijd van 67 tot 85. Niemand heeft afscheid kunnen nemen. “Ze durfden niet.” Logisch, vindt Jeanne, want ook zij maakte zich zorgen over de gezondheid van haar ooms en tantes. Voor een van haar ooms was het kantjeboord. Ze is zelfs even bang geweest dat ze niet alleen haar moeder, maar ook een van haar ooms zou verliezen.

Hongerstaking

“Mijn oom stopte met eten toen het verpleeghuis waar hij woont op lockdown ging. Hij miste zijn vrouw zo erg. Ik dacht nog: jeetje, ze zullen toch niet achter elkaar gaan? Maar na een week of twee heeft de verpleging gemerkt dat het niet meer ging zo, dus mocht zijn vrouw weer bij hem. Nu eet hij weer. Of hij het anders gered had? Ik denk het niet.”

Volgens Jeanne is het maar de vraag of het inleveren op de kwaliteit van leven opweegt tegen het risico dat kwetsbare ouderen lopen om te overlijden aan corona.

“Ik denk dat je ze iets essentieels onthoudt. Zij leven vaak al in een kleine wereld, en nu maken we die wereld nóg kleiner. Volgens mij zijn er best wel veel mensen die helemaal niemand zien. En als je ouderen zo opsluit, dan gaat het vaak dubbel zo hard. Wat is dan erger? Mijn moeder was ook gegaan bij een andersoortig griepje, zo kwetsbaar was ze wel.”

Nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van dit dossier? Meld je dan via deze link (onderaan de pagina) aan voor de nieuwsbrief.

Makers