Langer thuiswonen en meer gebruik technologie: ouderenzorg moet omslag maken 

Het moet anders in de ouderenzorg, vindt minister Conny Helder van Langdurige Zorg. Kort gezegd moet de ouderenzorg van de toekomst er zo uitzien: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan. Vorige week stuurde zij een visie naar de Tweede Kamer waarin ze haar plannen uiteenzet. 

Volgens minister Helder willen de ouderen van de toekomst zelf ook langer thuis wonen. “Mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig zijn, regie houden op hun eigen leven en wonen op een plek waar ze zich thuis voelen,” zo schrijft de minister in haar brief aan de kamer.

Maar de vergrijzing dwingt de ouderenzorg er ook toe om een omslag te maken. Er zijn gewoonweg te weinig zorgmedewerkers voor de groeiende groep ouderen. “We kunnen ondersteuning en zorg niet blijven verlenen zoals we dat nu gewend zijn,” aldus de minister.

Feiten en cijfers

In 2020 was 1 op de 21 mensen 80+, in 2040 is dat 1 op 12.

Op dit moment werkt 1 op de 6 werknemers in de zorg en om aan de toenemende vraag te voldoen zouden dat er in 2040 1 op de 4 moeten zijn.

Op dit moment wordt 13 procent van het nationaal product besteedt aan de zorg, in 2040 zou dat tussen de 19 en 21 procent zijn.

Het aantal mensen met dementie zal in de komende 20 jaar verdubbelen, maar het aantal mantelzorgers neemt af.

“Wie zorgt er straks voor mij?”

In ons onderzoek Dementiezorg onder druk zien we dat het op sommige plekken nu al piept en kraakt. Meer mensen met een complexe zorgvraag in de verpleeghuizen maken het werk voor zorgverleners steeds zwaarder (link naar onderzoek). En dat zorgt voor uitstroom uit het vak en een onzekere toekomst. Verzorgende Corry zegt daarover in de uitzending: “Het is een prachtig vak en ik wil het nog zo lang mogelijk doen. Maar ik vraag mij wel af: ‘Wie zorgt er straks voor mij?’”

Dementiezorg onder druk

Dementiezorg onder druk

Verpleeghuisdirecteur Ben de Koning van de Schiedamse Frankelandgroep vindt de plannen van de minister allemaal nog wat vaag. Bovendien, zo stelt De Koning vast, willen mensen al decennialang zo lang mogelijk thuis blijven wonen. “Dat is niets nieuws. Ik krijg hier niemand aan de receptie van het verpleeghuis die zegt: “Het gaat eigenlijk nog wel goed thuis, maar ik kom toch maar alvast lekker bij jullie wonen. Dus of dat nog langer kan, ik vraag het mij af.”

De Koning vreest dat de eenzaamheid toeneemt in de wijken, als hier op wordt ingezet. “Je krijgt allemaal klein en groot leed achter die voordeur, mensen die vallen en in het ziekenhuis terechtkomen bijvoorbeeld. Dat zie je nu al. Of er ontstaat een noodsituatie en dan is er alleen maar ergens ver weg een plek in een verpleeghuis. Ik zie nu de wachtlijsten al oplopen in mijn eigen verpleeghuis. Woonvormen als de onze zijn dus nu en in de toekomst hard nodig.”

Zorgverleners bij je thuis

Minister Helder wil in de toekomst echter vooral inzetten op de zogenoemde verpleegzorgplekken en thuiswonen zo lang mogelijk stimuleren door de inzet van technologische hulpmiddelen (zoals een heupairbag of een medicijnrobot). Wonen en zorg zijn gescheiden bij verpleegzorgplekken, ook financieel. Bij klassieke verpleeghuizen is dat niet zo. Als je een verpleegzorgplek hebt, woon je dus in je eigen huis en koop je een zorgpakket in. Zorgverleners komen bij je thuis om je bijvoorbeeld te helpen met schoonmaken, eten of om medische handelingen te verrichten. In 2030 moeten er 50.000 van dit soort woningen gebouwd zijn, de klassieke verpleeghuisplekken komen er niet meer bij, als het aan de minister ligt.

Jelle Albers

Eigenaar zorgboerderij: ‘Veel leed achter de voordeur van mensen met dementie’

Op de zorgboerderij van Jelle Albers krijgen mensen met dementie na de eerste klap van de diagnose vaak hun zelfvertrouwen weer terug.

De Koning vraagt zich af of dat laatste wel zo’n goed idee is. “Een verpleeghuisplek is de meest efficiënte manier als het gaat om kosten als je het mij vraagt, maar vooral ook als je kijkt naar de inzet van personeel. Je kan wel woningen bouwen voor mensen die veel zorg nodig hebben, maar dan moet je ook de hele zorginfrastructuur eromheen goed regelen. Daar heb je óók veel mensen voor nodig, daar wordt onvoldoende over nagedacht,” aldus de verpleeghuisdirecteur. “Je kan dit soort verpleegzorgplekken bovendien niet onbeperkt laten ‘meeleunen’ op de zorginfrastructuur van de verpleeghuizen die er dan nog wel zijn.”

Misvatting

Toch zegt ook hij dat de ouderenzorg niet door kan gaan zoals het nu gaat. De Schiedamse verpleeghuisdirecteur ziet de oplossing echter niet in het nog langer thuis wonen, maar in het behouden en aantrekken van nieuw zorgpersoneel. “Er zijn genoeg banen waar je je van kan afvragen wat die nu precies bijdragen aan de samenleving. Die mensen kunnen prima in de zorg werken en niet iedereen hoeft op het hoogste niveau gediplomeerd te zijn wat mij betreft. Bovendien is het echt een misvatting dat mensen niet in deze sector willen werken.” Een project dat hij recent heeft opgestart voor zij-instromers lijkt zijn betoog te onderschrijven. “Je moet het wel aantrekkelijk maken natuurlijk, dus mensen vanaf dag één gewoon een salaris betalen terwijl ze zich omscholen. We hadden 20 plekken, maar er hebben zich 80 mensen uit andere takken van sport aangemeld.”

Oproep

Ben je zorgmedewerker voor mensen met dementie (in de wijk of in een verpleeghuis) of ben je directeur van een verpleeghuis en denk je er hetzelfde (of juist anders) over als Ben de Koning? En wil je ons meer vertellen over jouw ervaringen?

Makers