Jan Horsmans (77) woont al sinds 1986 in een oud mijnbeambtenhuis in Brunssum en heeft door de mijnbouw uit de vorige eeuw schade aan zijn huis. Dit is vooral goed te zien op zolder, waar een grote scheur de overloop versiert. Door de jaren heen zijn er langs die scheur allerlei vertakkingen ontstaan van kleinere scheuren. “Er loopt een hier scheur van zo'n drie meter. Die loopt omhoog en die vertakt zich als een wortelstelsel, naar het plafond van de zolder", vertelt Horsmans.
Jan merkte de schade aan zijn woning voor het eerst op in 1995. Er is nog niets aan gedaan, omdat de schade te klein was om het door het Calamiteitenfonds te laten oplossen. Daarnaast is het mijnbouwschadeloket, wat in 2024 geopend had moeten worden voor deze kleinere schadeclaims, nog niet geopend. Zelf kan hij wel eens in de zoveel tijd de scheuren kitten, maar daar is het niet mee opgelost. “Eigenlijk moet het door een professionele stukadoor gedaan worden. Maar dat kost nogal wat.”
Pointer pop-up Heerlen
In november 2022 zat Pointer in Heerlen in een pop-upwinkel. Van daaruit heeft de redactie voor het eerst onderzoek gedaan naar de mijnbouwschade in Zuid-Limburg. Toen bleek dat er zo'n tienduizend woningen in het oude mijnbouwgebied staan met verschillende mate aan schade. Dit komt doordat de grond waarop deze huizen zijn gebouwd door de jarenlange mijnbouw eerst is verzakt. Toen men in de jaren ’90 stopte met het wegpompen van het water in de mijnen, kwam de grond door het verhoogde waterpeil weer omhoog. De inwoners hebben dus op twee momenten te maken gekregen met schade aan hun huis. Eerst door verzakking, daarna door het omhoogkomen van de grond.
Jan Horsmans laat horen waar de schade zit
Zo ook Jan. Hij kwam in 2022 de pop-up in Heerlen binnen om een melding te doen van zijn schade. Omdat de schade aan zijn huis niet groot genoeg is, kon hij dus niet terecht bij het Calamiteitenfonds. Naast de zolder, toont ook zijn badkamer sporen van schade. “De naad tussen de muur en de vloer is breder geworden. Van drie millimeter naar zes millimeter, in een paar jaar tijd. Ik heb al drie keer opnieuw moeten kitten om waterschade te voorkomen.”
"Mijn huis staat scheef."
Lang wachten openen loket
Het Calamiteitenfonds werd in 2016 opgericht om de mensen met ernstige schadegevallen te helpen. Tijdens het eerdere onderzoek dat Pointer deed naar de mijnschade in Limburg in 2022, bleek al dat veel gedupeerden tussen wal en schip vielen en bij geen enkel loket konden aankloppen. Naar schatting van Jan de Wit, voorzitter van het Calamiteitenfonds, gaat het om zo'n tienduizend woningen met mijn(water)schade.
Naar aanleiding van het onderzoek van Pointer werd in oktober 2023 door de regio en toenmalig Staatssecretaris Hans Vijlbrief een plan opgesteld en ondertekend om alle mijnbouwschade aan te pakken. Onderdeel daarvan was het oprichten van een mijnbouwschadeloket, het Instituut Mens, Milieu en Mijn Limburg (I3ML).
"Voor de kleinere schades is er geen loket."
Dat loket had in 2024 moeten beginnen met herstelwerkzaamheden. Maar door een paar gebeurtenissen is dat nog steeds niet gebeurd. In eerste instantie stapte het kabinet Rutte IV op, met als gevolg dat er geen beslissingen meer zijn genomen over het loket. Daarna stonden nieuwe verkiezingen voor de deur. Het nieuwe kabinet, onder leiding van Dick Schoof, besloot vervolgens om het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) te splitsen in twee nieuwe ministeries. Naast Economische Zaken (EZ) werd het ministerie voor Klimaat en Groene Groei (KGG) in het leven geroepen. Het dossier mijnbouwschade Zuid-Limburg werd naar KGG overgeheveld en daarmee begon het lange wachten.
Huidig minister van KGG, Sophie Hermans (VVD) moet nog de knoop doorhakken over welke rechtsvorm het schadeloket moet krijgen, bijvoorbeeld een stichting of een zelfsturend bestuursorgaan. Hoewel dit al door toenmalig Staatssecretaris Hans Vijlbrief was besloten op advies van de kwartiermakers en het Calamiteitenfonds, wil de huidige minister zich er nogmaals over buigen.
Met tien mensen proefdraaien
Het heeft de regio allemaal lang genoeg geduurd. De gedupeerden van de tienduizend woningen willen graag een oplossing zien en de schade aan hun huis laten opknappen. Eind januari hebben gesprekken plaatsgevonden tussen minister Hermans en de regio, waar in ieder geval de gedeputeerde van de provincie Limburg, Elianne Demollin-Scheinders, bij aanwezig was. De gedeputeerde geeft aan dat in die gesprekken is besloten om met tien mensen met schade aan hun huis te proefdraaien met de schaderegeling. Minister Hermans hoopt binnenkort de Kamer te kunnen informeren, via een Kamerbrief.
De voorzitter van het Calamiteitenfonds Jan de Wit vindt dat het allemaal lang genoeg heeft geduurd: "Het betekent dat we nog maandenlang moeten wachten. Het is eerder een belediging.”
Jan hoopt in ieder geval snel iets te kunnen laten doen aan zijn woning. Hij is blij dat er eindelijk ontwikkelingen zijn, maar heeft twijfels over hoe snel iedereen geholpen is. “Het lijkt erop dat het loket er komt, maar ik heb er een zwaar hoofd in hoe snel de politiek dit door gaat zetten.”
"Wij komen niet in aanmerking voor het Calamiteitenfonds."