Veel bewoners van Zuid-Limburg kampen nog steeds met de na-ijlende gevolgen van de mijnbouw. Aan de steenkoolwinning in Limburg kwam een kleine 50 jaar geleden een einde, maar het veroorzaakt nog steeds schade aan gebouwen. Door instortende mijnschachten en stijgend mijnwater kunnen verzakkingen ontstaan, met scheuren in muren of verzakte panden tot gevolg. Er is een calamiteitenfonds opgericht om de ernstigste gevallen aan te pakken, maar voor veel bewoners is het geld uit dit fonds niet beschikbaar.
In het verleden werd de schade aan de huizen vergoed door mijnbouwbedrijven, zoals DSM en Umicorn, maar die beroepen zich op verjaring. Een vernietigend rapport van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en een uitspraak van de Raad van State brachten daar verandering in. De verjaring werd van tafel geveegd.
Omdat het nog langer duurt tot er een loket voor mijnschade is, komt er eerst opnieuw een tijdelijke regeling, waar Limburgers vanaf begin 2026 kunnen aankloppen. Een paar jaar later zou er dan definitief een mijnbouwschadeloket moeten zijn. Ook komt er een proef met tien huiseigenaren die dit jaar alvast een schadevergoeding kunnen indienen om de regeling te testen.
Het is onduidelijk hoeveel huizen mijnschade hebben opgelopen. Aan de onderzoekstafel op de pop-up-redactie Heerlen, waar we met verschillende deskundigen hebben gesproken over mijnschade, werd geopperd dat het om tienduizend huizen kan gaan. Maar niemand weet het zeker. Daarom willen we graag weten hoe groot het probleem is.
Enquête
Pointer deed vanuit de pop-up-redactie Heerlen onderzoek naar de gevolgen van de mijnbouw in Limburg. We zijn op zoek naar huiseigenaren en bewoners die mijnbouwschade hebben aan hun huis. Loop je ook tegen een bureaucratische muur op bij een schademelding? Of heb je schade en heb je die nooit gemeld? Vul dan onderstaande enquête in.