In de Tweede Wereldoorlog worden in Nederland ruim 7000 woningen en bedrijfspanden van Joodse eigenaren onteigend. Ze worden vaak voor een schijntje doorverkocht aan louche ondernemers en vastgoedhandelaren. Voor een nieuw onderzoek zijn we op zoek naar de verhalen van nabestaanden. Zijn zij ooit gecompenseerd voor het geroofde vastgoed van hun familie?
Wil jij je verhaal met ons delen? Dat kan hier.
In 1942 worden de eerste Joodse burgers op transport gezet richting werk- en vernietigingskampen, veel anderen duiken onder. Hierdoor komen huizen leeg te staan. Alle Joodse inwoners hebben al eerder hun woning en ander vastgoed moeten aanmelden bij de Niederlandische Grundstücksverwaltung (NGV), de Duitse beheerder van Joods oorlogsvastgoed. Na het gedwongen vertrek van de Joodse bewoners onteigent het NVG deze woningen, om het daarna door te verkopen. Met de opbrengst werden onder andere de werkkampen waar de Joden naar werden gedeporteerd gefinancierd.
In Nederland gebeurt dit ruim 7000 keer. Dat is te zien in het administratief boekwerk hiervan: de Verkaufsbücher. Sinds juli vorig jaar is deze vastgoedadministratie gedigitaliseerd door het Nationaal Archief en het Kadaster.
Verhalen hierachter
Datajournalistiek platform Pointer deed in samenwerking met het Nationaal Archief onderzoek naar de verhalen hierachter. Ze spraken met families van nabestaanden, deden archiefonderzoek en reconstrueerden de verhalen van toen. Ze ontdekken dat makelaars en notarissen meewerkten aan schimmige administraties en vertellen de verhalen van woningen die zijn onteigend.
Ook komt Pointer erachter dat vier op de vijf Nederlandse gemeenten vrijwel niets weten over de onteigening van Joods vastgoed in hun gemeente. In sommige gemeenten moesten de Joodse inwoners een forse belastingschuld terugbetalen over de duur dat ze geen toegang hadden tot hun bezit en in een kamp of onderduikadres zaten. Zo werd inwoners van Amsterdam erfpacht in rekening gebracht voor de periode dat ze weg waren. Het is niet duidelijk of de terugkeerders in elke gemeente naheffingen kregen bij thuiskomst. In Amsterdam en Den Haag zijn deze bewoners inmiddels gecompenseerd, in Rotterdam en Utrecht wordt hier onderzoek naar gedaan.