‘Het zijn soms schrijnende situaties die we hier zien. Mantelzorgers gaan onderuit, omdat ze de extra zorg voor hun partner niet meer aankunnen. Je moet beseffen dat dit een oudere doelgroep is, waarbij de partner vaak ook boven de zeventig is. Het is nogal wat om dan ineens extra zorg over te moeten nemen.’

Voor ons dossier Zorg aan huis verdiepen we ons in een knelpunt waar thuiszorgmedewerkers veelvuldig op wijzen. Zij maken mee hoe in de kwetsbare periode, waarin ouderen op de wachtlijst staan voor het verpleeghuis, het budget voor thuiszorg lager wordt. En wat helemaal opvallend is: ouderen moeten dan voor minder zorg ineens meer betalen.

Is dit inderdaad een landelijk probleem en waar wordt het door veroorzaakt? We gaan met die vragen aan de slag en stuiten op een memo van een zogenoemd signaalteam van gespecialiseerde verpleegkundigen op gebied van dementie. Eerder dit jaar luiden zij de noodklok over wat ze zelf de ‘zorgval’ noemen.

‘Kwetsbaar’

Hansje Pontier coördineert de dementiezorg in de regio Waardenland (Gorinchem/Dordrecht) en is daarnaast ook voorzitter van het Dementie Netwerk Nederland (DNN). ‘Juist in de fase van gevorderde dementie is de situatie vaak heel kwetsbaar en heeft de persoon in kwestie, maar ook de partner, familie en andere mantelzorgers, heel veel steun nodig. In deze fase krijgen de mensen vaak huishoudelijke hulp, zorg aan huis, gaat de persoon met dementie naar dagbesteding en is de begeleiding van de casemanager dementie van groot belang. Zwaardere zorg wordt doorgaans betaald uit de Wlz, de Wet Langdurige zorg. Een belangrijk knelpunt is als de zorg voor de cliënt niet langer meer door de zorgverzekeraar wordt betaald maar overgaat naar deze Wlz. En dat houdt in dat ze minder zorg kunnen krijgen, terwijl de eigen bijdrage voor de zorg omhoog gaat.’

‘Het is een heel tegenstrijdige situatie, die veroorzaakt wordt door de manier waarop we langdurige zorg betalen. Je hebt te maken met verschillende geldstromen, die niet goed op elkaar aansluiten’

Het begrip ‘zorgval’ is volgens Pontier en collega’s niet alleen op mensen met dementie van toepassing, maar het risico is bij deze groep extra groot. Juist omdat zij ongeneeslijk ziek zijn, achteruit gaan naarmate hun ziekte vordert en ze dus thuis veel zorg en ondersteuning krijgen. Naast de thuiszorg, die wordt betaald door de zorgverzekeraars, krijgen ze vaak aanvullende hulp, zoals schoonmaak en dagbesteding. Die worden betaald door de gemeente, die verantwoordelijk is voor uitvoering van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).

Doorschuiven kosten

Het probleem doet zich voor bij de overgang naar de Wet Langdurige Zorg (Wlz), die vaak al plaatsvindt voordat iemand daadwerkelijk in het verpleeghuis zit. De Rijksoverheid betaalt vanaf dat moment de zorg. Omdat die budgetten veel kleiner zijn dan het pakket wat gemeenten en verzekeraar betaalden, is een zorgval volgens het signaalteam ‘onvermijdelijk’. Bovendien is het volgens Pontier en collega’s lang niet altijd duidelijk waarom iemand eigenlijk in de Wlz-terecht is gekomen. Wettelijk gezien kan dat pas als er ‘24 uur nabijheid van zorg nodig is’, maar in praktijk gebeurt dat vaak sneller. Zowel verzekeraars als gemeenten lijken er op gebrand de hoge kosten voor langdurige zorg zo snel mogelijk door te schuiven naar het Rijk.

‘Hoe leg je al deze regels aan iemand uit? We begrijpen het zelf niet altijd, laat staan dat we aan familie kunnen uitleggen dat ze meer zorg van ons moeten overnemen en daarvoor meer moeten betalen.’

Anonieme wijkverpleegkundige

Pontier: ‘Mensen realiseren zich dat spel niet als ze richting de Wlz worden gestuurd, terwijl de gevolgen heel groot kunnen zijn. Het budget dat iemand vanuit de Wlz krijgt, is vaak te krap om de zorg die ze thuis al kregen te blijven geven. Bovendien moeten ze een hogere eigen bijdrage betalen. Je ziet dat ouderen dan keuzes maken die niets te maken hebben met hun zorgvraag, maar met geld. Ze schrappen ondersteuning door de casemanager of een deel van hun dagbesteding, terwijl die juist heel belangrijk zijn voor het ontlasten van mantelzorgers en een veilige overgang naar een verpleeghuis.’

Het signaalteam schat dat circa vijftien tot twintig procent van hun cliënten met zo’n zorgval te maken hebben. Een oplossing die door de beroepsgroep zelf is aangedragen – zorgverzekeraars en gemeenten verplichten te betalen totdat iemand daadwerkelijk is opgenomen in een verpleeghuis - is door voormalig staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid doorgeschoven naar zijn opvolger. In het nieuwe kabinet is minister Hugo de Jonge belast met ouderenzorg.