Op de trekker reed oud-boer Rendert Algra (61) als kind rond op de melkveehouderij van zijn ouders, om onkruid te bestrijden met pesticiden. Niet alleen het gras werd door het gif geraakt, maar ook Rendert zelf. Hij heeft Parkinson en ziet een verband tussen het werken met pesticiden op de boerderij en de ziekte. “Er gaat zo veel dood van dat spul, dat het bijna onmogelijk is om daar uiteindelijk als mens geen last van te hebben.”
Rendert loopt over het terrein van de oude veeboerderij van zijn ouders in Kubaard in Friesland. Alleen zijn moeder woont er nog. Zij zet De sûkerbôle (Fries voor suikerbrood) met een grote plak boter en koffie klaar voor Rendert. “Dit is de plek waar ik als jonge jongen speelde, rondliep en kattenkwaad uithaalde met mijn broertjes en zusjes. Of we speelden televisieseries na, zoals Zorro”, zegt hij.
Onkruid wegspuiten
Het is ook de plek waar Rendert als kind ongeveer 6 jaar werkte met pesticiden. “Van alle kinderen bij ons thuis was ik vanaf mijn twaalfde de eerste trekkerchauffeur. Met mijn ‘tankje met grote vleugels’ reed ik over al het gras dat je hier ziet.” Hij wijst naar het weiland waar vroeger de koeien uitgebreid stonden te grazen. “Ik spoot om gras te laten groeien en zo veel mogelijk onkruid tegen te gaan. Natuurlijk probeerde ik rekening te houden met de wind, zodat het sproeien achter mij gebeurde. Maar als je aan het eind van het weiland bent, dan moet je omdraaien. Vervolgens zit je zelf midden in de bestrijdingsmiddelen en krijg je druppeltjes over je heen.”
Tijdens het werk droeg Rendert geen bescherming, terwijl bestrijdingsmiddelen via inademing, huidcontact of de slijmvliezen je lichaam kunnen binnenkomen. “Ik was niet vanaf mijn schouders beschermd en had geen masker op. Als ik nu terugkijk, dan is er zeker spul via de huid in mijn lichaam terechtgekomen, wat niet erg gezond was."
'Vergat de laatste traptreden’
In 2022 is bij Rendert de ziekte van Parkinson gediagnostiseerd. “Ik vergat af en toe de laatste trede van trappen. Dan viel ik het laatste stukje naar beneden. Ik begon stijver te lopen en met name in mijn schouders had ik last van stijfheid. Thuis kreeg ik commentaar: ga eens naar de dokter en laat controleren wat er aan de hand is. De huisarts deed de klassieke bewegingstesten en verwees me door naar de neuroloog. Toen de medicijnen tegen Parkinson goed aansloegen, was het duidelijk.”
“Mijn reactie was redelijk onderkoeld”, zegt Rendert nuchter. “Maar je maakt je tegelijkertijd natuurlijk wel zorgen hoe het zich zal ontwikkelen. Wat ik nu merk is dat ik mijn evenwicht af en toe niet op orde heb. Bij het laatste stapje van de trap ben ik daarom veel voorzichtiger geworden.”
Verband tussen Parkinson en bestrijdingsmiddelen?
Na zijn jeugd op de boerderij, is Rendert een aantal jaar politieagent in Amsterdam en vervolgens Tweede Kamerlid voor het CDA. Inmiddels adviseert hij oud-politici over hun loopbaan na de politiek. “De eerste 17 jaar van mijn leven ben ik opgegroeid in het paradijs, waar eigenlijk niks verkeerd leek. Toch leg ik voor mezelf nu het verband met de bestrijdingsmiddelen, daar moet wel een stuk van de oorzaak van mijn Parkinson liggen. Daar ben ik in mijn geval 99 procent van overtuigd.”
“We wisten destijds niet dat je ziektes van het gif zou kunnen krijgen. Achteraf is het altijd makkelijker praten dat je het anders had gedaan, op zijn Fries ook wel: ‘dat is een koe in de kont zien’. Ik geef niemand de schuld, mijn vader wist het ook niet. Of ik het anders niet had gedaan? Waarschijnlijk wel. Dan had ik als jochie gezegd: laten we maar wat brandnetels staan. Dat is voor de koeien vervelend, maar voor onze gezondheid beter.”
Spelletjes als training
Over de cognitieve en fysieke gevolgen van Parkinson maakt Rendert zich zorgen. “In dit stadium kan ik redelijk goed functioneren. Ik ken ook mensen die het al wat langer hebben. Dat is geen mooi vooruitzicht. Fysiek zal ik stijver en langzamer worden, ga ik meer kwijlen en op een gegeven moment zal ik niks meer kunnen ruiken. Maar ik zal het erger vinden wanneer mijn hoofd wordt aangetast, ik dingen niet meer kan onthouden en een bepaalde vorm van dementie zich ontwikkelt. Dat ik straks bijvoorbeeld niet meer op woorden kom.”
Rendert traint zijn hersenen daarom dagelijks. “Thuis doe ik spelletjes om dingen te onthouden, dat werkt aardig. Het moeilijke aan Parkinson hebben vind ik dat het maar een kant op gaat en dat is de verkeerde kant.”
Sporten tegen de achteruitgang
Ook sport Rendert iedere dag en doet hij aan Parkinson-boksen, om zijn achteruitgang tegen te gaan. Hij sport zelfs meer dan vroeger. “Eerst sportte ik ongeveer twee keer in de week en nu dagelijks. Ik doe aan Parkinson-boksen, muurkaatsen, walking-rugby, fietsen en ga naar de sportschool.” Parkinson-boksen doet hij samen met andere lotgenoten. “Je bokst en traint tegelijkertijd je brein tijdens het boksen, omdat je combinaties moet onthouden. Aan het eind van de les doen we met zijn allen een bakje koffie. Het is een stukje verbroedering.”
Wel is zijn motivatie om te sporten sinds de Parkinson-diagnose veranderd. “Als ik vroeger voor rugby trainde, dan deed ik dat om beter te worden en te winnen. Nu doe ik hetzelfde om achteruitgang tegen te gaan. Dat betekent dat ik bijvoorbeeld vandaag nog 100 passen kan doen, morgen nog 98, over 4 maanden nog 92 en over 3 jaar nog 2 stapjes. Je vecht tegen de achteruitgang, in plaats van dat je bezig bent met vooruitgang.”
Levensgenieter in een camper
Desondanks kijkt Rendert vol goede moed naar de toekomst. “Ik ben altijd een levensgenieter geweest en dat wil ik graag zo houden. Ik ga nu bewuster om met mijn tijd en wil vooral leuke dingen blijven doen. Mijn familie is belangrijk voor mij, dat zijn mijn naasten. Wat mijn vrouw en ik ons hadden voorgenomen op ons 70e te gaan doen, doen we nu. We hebben een camper gekocht en gaan weekenden weg.”
Rendert wil nu niet meer dat er in zijn omgeving wordt gewerkt met pesticiden. Hij grapt: “Als er bij mijn kinderen toch echt nog iets bespoten zou moeten worden, bedenken we ons wel een paar keer. Als het dan toch moet gebeuren, zeg ik: ‘Laat pa het dan maar doen, ik heb toch al Parkinson'.”