Minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming heeft gereageerd op Kamervragen over ons onderzoek naar duiveluitdrijving bij kinderen. Hij gaat met de GGZ in gesprek om aandacht te vragen voor demonenuitdrijving bij kinderen en wil de alertheid bij leraren voor dit soort praktijken vergroten.
In januari lieten we in een uitzending zien dat de van oorsprong Deense christelijke organisatie The Last Reformation aan demonenuitdrijving doet bij kinderen, óók in Nederland. Maar uit de reacties na de uitzending blijkt dat de Deense beweging lang niet de enige organisatie in ons land is waar bij minderjarigen duiveluitdrijving plaatsvindt.
Het gebeurde ook bij Tikva (25). Als kind is meermaals bij haar geprobeerd om demonen uit te drijven om haar van psychische problemen af te helpen. Tikva’s vader wilde niet dat ze een reguliere GGZ-behandeling kreeg, omdat daarbij geen christelijke geloofsovertuiging gehanteerd wordt. Bovendien was hij ervan overtuigd dat zijn dochter bezeten was door demonen.
Kamerleden
Een meerderheid van de Kamer vindt dat er naar aanleiding van onze publicaties onderzocht moet worden hoe vaak en waar dit in Nederland plaatsvindt. “Ik wil de minister vragen om een onafhankelijk onderzoek te doen binnen deze geloofsgemeenschappen, om te kijken wat daar gebeurt met kinderen en ook heel duidelijk te kijken naar wat we kunnen doen tegen dit soort vreselijke praktijken”, aldus Attje Kuiken (PvdA) in onze uitzending.
Een onderzoek is nodig omdat deze kinderen vaak niet in beeld zijn bij kinderbeschermende instanties. “Het probleem van dit soort situaties is dat er geen meldingen zijn. De Raad voor de Kinderbescherming gaat pas onderzoek doen als er een melding is, als iemand Veilig Thuis opbelt. In dit soort situaties gebeurt dat niet want een kind gaat niet zelf aan de bel trekken en de ouders geloven erin. Vaak is er ook een omgeving die het stimuleert en accepteert, dus deze kinderen zijn nu niet goed beschermd in Nederland. De overheid moet dit serieus nemen en onderzoek doen”, stelt Vera Bergkamp (D66).
Ook het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling Veilig Thuis en Hoogleraar Jeugdrecht Mariëlle Bruning (Universiteit Leiden) vonden dat er een onafhankelijk onderzoek moest komen naar duiveluitdrijving bij kinderen.
Sander Dekker
Een losstaand onderzoek gaat er niet komen, stelt minister Sander Dekker deze week in een brief aan de kamer. “Ik acht het – mede gezien de omvangrijke onderzoeksagenda van het WODC (het onderzoekscentrum van het Ministerie van Justitie, red.) en de hoeveelheid onderzoeken die nog in de wachtrij staan – niet wenselijk om een separaat onderzoek naar de aard en omvang van duivelsuitdrijvingen in Nederland op te starten. Wel ben ik bereid te bezien of deze vraag meegenomen kan worden in andere, reeds lopende of op korte termijn startende, onderzoeken”, schrijft hij aan de Kamer.
De minister stelt in zijn brief dat het “denkbaar” is dat er sprake kan zijn van kindermishandeling bij uitdrijvingspraktijken en dat het schadelijke gevolgen voor kinderen kan hebben. Hij benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor het toezicht hierop ligt bij instanties en personen in de omgeving van het kind, zoals leraren en hulpverleners. Daarom gaat hij in gesprek met de GGZ-sector om aandacht te vragen voor demonenuitdrijving in kerkelijke kring bij kinderen die psychische hulp ontvangen. Ook heeft hij het ministerie van Onderwijs (OCW) geïnformeerd over onze uitzending. Hiermee wil hij de alertheid bij leraren vergroten.