De uitbreiding van het aantal verpleegzorgplekken, waarbij mensen intensieve zorg krijgen en zelf betalen voor hun woning, loopt achter. Dit terwijl minister Conny Helder (Langdurige Zorg) wil dat mensen – ook als ze dementie hebben- zo lang mogelijk in hun eigen woning blijven. In 2026 moeten er 25.000 verpleegzorgplekken bijgekomen zijn om aan de toenemende vraag naar intensieve verpleegzorg te voldoen, zo staat in eerder gemaakte bestuurlijke afspraken. Momenteel wordt het aantal concrete plannen hiervoor echter geraamd op slechts 10.000.
Door de toenemende vergrijzing neemt de vraag naar intensieve zorg de komende jaren bovendien alleen maar toe. Mantelzorgers uiten in ons onderzoek Dementiezorg onder druk hun zorgen over lange wachttijden in de verpleeghuizen. Ook zorgprofessionals zien cliënten vaak te lang thuis wonen met te weinig ondersteuning. Toch wil de minister dat mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, omdat mensen dat zelf het liefste zouden willen èn omdat in de verpleeghuizen een groeiend tekort is aan zorgpersoneel.
Geen verpleeghuisplekken erbij
Het aantal verpleeghuisplekken zal niet verder toenemen en blijven steken op 130.000 plekken als het aan de minister ligt. Wel zijn er afspraken gemaakt voor het ontwikkelen van de eerdergenoemde verpleegzorgplekken. Verschil met de traditionele verpleeghuisplekken is dat bij deze verpleegzorgplekken wonen en zorg financieel gescheiden is. Je ontvangt dan dus intensieve zorg, maar wel in je eigen woning of in een geclusterde woonvorm.
Eind vorig jaar liet Zorgverzekeraars Nederland (ZN) nog weten dat er plannen lagen voor ruim 22.000 verpleegplekken. Hiermee rekende ZN zich echter rijk, want in deze cijfers zijn namelijk ook plannen voor traditionele verpleeghuisplekken meegenomen. En die mogen niet meer van de minister Helder, zo bleek afgelopen voorjaar. Bovendien werden in de cijfers van ZN 3200 plekken meegeteld die niet als extra maar als vervangende verpleeghuisplek gezien moeten worden. Dit blijkt uit een rapport van Bureau HHM, gemaakt in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Het ministerie van VWS laat in een reactie weten dat een deel van de plannen voor verpleeghuisplekken toch mag worden voortgezet omdat ze in een ‘vergevorderd’ stadium zijn en niet meer kunnen worden teruggedraaid. Daar worden ook ‘extra benodigde middelen’ voor beschikbaar gesteld. Een ander deel van de plannen kan volgens het ministerie nog worden bijgesteld naar verpleegzorgplekken. De 25.000 verpleeghuisplekken in 2026 blijven nog steeds het uitgangspunt, aldus het ministerie.
ZN gaat in hun reactie niet in op bovenstaande cijfers. “We verwachten nog twee andere onderzoeken en we inventariseren momenteel zelf gegevens in alle regio’s. (…) Op basis daarvan maken wij einde van het jaar de balans op en kunnen we meer zeggen over waar wij staan in het realiseren van de benodigde verpleegzorgplekken,” aldus een woordvoerder.