Stel: je moet wisselen van medicijn. In het nieuwe medicijn zit precies dezelfde werkzame stof als in het origineel. De kans is klein dat je klachten krijgt van de zogenoemde hulpstoffen in het medicijn. En tóch krijg je last van bijwerkingen. De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor een bijzonder fenomeen dat die klachten zou kunnen verklaren: nocebo.
Twintig jaar lang vond huisarts Peter Lucassen het maar irritant als patiënten klaagden over bijwerkingen nadat ze van (een vergelijkbaar) medicijn waren gewisseld. Want: “Medisch gezien kan je die bijwerkingen niet verklaren.” Maar gedurende zijn carrière veranderde hij van mening.
Lucassen was 35 jaar huisarts in het Brabantse Bakel, vlakbij Helmond. Daarnaast is hij al zo’n vijftien jaar onderzoeker bij het Radboud Universitair Medisch Centrum. Hij verdiept zich onder meer in het nocebo-effect, de tegenhanger van het bekendere placebo-effect. We spreken hem voor ons lopend onderzoek naar het wisselen van medicijnen.
Wat is het nocebo-effect?
“Wat patiënten denken en verwachten bij een bepaald medicijn heeft grote invloed op de klachten die ontstaan als ze de medicijnen innemen. Dat blijkt uit diverse internationale onderzoeken. Het is een psychologisch mechanisme: verwachtingen beïnvloeden het brein en het brein beïnvloedt weer het lijf. Dus als je van tevoren verwacht dat een medicijn niet goed zal werken, dan krijg je ook bijwerkingen.”
Kunt u een voorbeeld geven?
“Een groep mannen geef je medicijnen om makkelijker te kunnen plassen vanwege prostaatproblemen. Een deel van de mannen waarschuw je dat dit medicijn soms bijwerkingen geeft zoals erectieproblemen. Tegen de andere groep mannen zeg je daar niks over. De groep tegen wie je het wel hebt gezegd, krijgt gegarandeerd meer bijwerkingen.”
Echt?
“Ja. Als je verwácht dat iets minder werkt of bijwerkingen geeft, dan werkt het ook minder en krijg je meer bijwerkingen. Het zijn hele reële effecten.”
Dan zit het dus tussen de oren?
“Ja, maar dat wil niet zeggen dat die klachten minder echt zijn. Hoofdpijn, moeheid, duizeligheid zijn de meest voorkomende bijwerkingen. Daarvan kan je nooit objectief vaststellen of het komt door verandering van de chemische substantie of door het nocebo- effect.”
Volgens Lucassen denken sommigen dat als een geneesmiddel goedkoper is, het dan ook minder goed werkt. Vanwege alle wisselingen is het volgens hem goed als er veel meer aandacht komt voor het nocebo-effect. Huisartsen en apothekers moeten zich bewust zijn hoe ze vervangende medicijnen aanprijzen.
Als huisarts adviseerde ik soms om de bijsluiter niet te lezen, want als je leest over alle mogelijke bijwerkingen is de kans juist groter dat je die bijwerkingen ook krijgt.
Wat is uw advies aan huisartsen en apothekers?
“Wisseling van medicijnen geeft al onzekerheid. Patiënten vragen zich af of het wel goed werkt en op het doosje lezen ze dat het uit India komt. Als je dan ook nog zegt: ‘Je normale medicijn is er niet, hier heb je een vervangend medicijn dat een stuk goedkoper is’, dan kunnen mensen echt meer bijwerkingen krijgen. Terwijl als je zegt: u krijgt gewoon een goeie pil en je vertelt het in een positieve frame, dan bescherm je die mensen tegen een aantal nocebo-effecten. Als huisarts adviseerde ik soms om de bijsluiter niet te lezen, want als je leest over alle mogelijke bijwerkingen is de kans juist groter dat je die bijwerkingen ook krijgt.”
Vindt u dat patiënten in Nederland te vaak moeten wisselen van medicijn?
“Het is een slechte zaak als mensen moeten wisselen als het om hele kleine prijsverschillen gaat. Ik ben voor het beleid dat ervoor zorgt dat de prijs van medicijnen omlaag gaat en dat de gezondheidszorg betaalbaar blijft. Maar als het een centenkwestie is, zou ik zeggen: zorg voor stabiliteit, zeker als patiënten meerdere medicijnen slikken. Als je vier of vijf medicijnen gebruikt en je hebt steeds een andere maat en kleur dan geeft het grotere kans op fouten.”