Na een jarenlang proces voelen betrokken vrouwen zich eindelijk gehoord. Ze zeggen erkenning te krijgen voor wat hen is aangedaan door dirigent Pieter Jan Leusink en zijn organisatie. Pointer spreekt drie vrouwen die betrokken waren bij de zaak. Donderdag oordeelde het College voor de Rechten van de Mens dat de dirigent schuldig is aan seksuele intimidatie: “Dit is een stap in de goede richting.”

Het is erg heftig de details van het zeer grensoverschrijdende gedrag van Leusink te lezen. Het frustreert mij dat dit voorkomen had kunnen worden als de bestuurders goed hadden gehandeld en onder andere mijn klacht serieus hadden genomen. Het is fijn dat er erkenning is voor de slachtoffers”, zegt Marjolein Oosterloo over de gedetailleerde uitspraak van het College.

College oordeelt: seksuele intimidatie door dirigent Leusink

College: twee musici seksueel geïntimideerd door dirigent Pieter Jan Leusink

Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt dat dirigent Pieter Jan Leusink twee vrouwelijke musici seksueel heeft geïntimideerd.

Oosterloo zong jarenlang bij Leusink en trad op als getuige in de zaak bij het College. In 2018 deed ze haar verhaal in een uitzending van Brandpunt+ waarin ze vertelde over het vermeende grensoverschrijdende gedrag van Leusink. Oosterloo wilde met haar getuigenis de twee vrouwen die de aanklacht hadden ingediend ondersteunen in hun strijd. De twee vrouwen om wie het gaat hebben zelf geen behoefte om in de media te komen.

Stichting opgeheven
Ook Arleen van Wijland en Resie Vahsen-Cross, beiden sopraan, zijn blij en opgelucht met de uitspraak. Ze zongen tussen 2008 en 2010 bij Leusink. Eigenlijk wilden ze zelf ook een klacht indienen bij het College, maar de stichting waar ze toen voor zongen is inmiddels opgeheven. En ook al bestaat de organisatie van Leusink nu grotendeels uit dezelfde mensen van toen, een klacht indienen is dan niet mogelijk. En dus besloot Van Wijland, net als Oosterloo, wel te getuigen. Voor Vahsen-Cross was dit praktisch niet haalbaar omdat ze tegenwoordig in Canada woont.

Van Wijland: “Destijds heb ik meerdere keren bij deze dirigent mijn grenzen aangegeven. Maar die respecteerde hij niet. Daarom wilde ik getuigen in deze zaak om voor iedereen duidelijk te maken, inclusief de dirigent, dat je zo niet met mensen om moet gaan. Dankzij het College heb ik nu toch een plek gekregen waar ik gehoord ben, zodat er wat gedaan kan worden om het grensoverschrijdende gedrag te stoppen. Ik ben blij met de uitspraak. Mij is het erom te doen dat er niet nog meer slachtoffers vallen en deze uitspraak helpt daarbij.”

Ook voor Oosterloo was dat een belangrijk argument om mee te doen in de zaak: “Ik hoop dat slachtoffers in de toekomst sneller de juiste ondersteuning krijgen. Dat er een brede maatschappelijke discussie ontstaat en de samenleving in de toekomst dit soort gedrag niet meer accepteert. Dat daders hier niet meer mee weg komen.”

‘Dirigent is niet gehoord’
De leiding van de stichting wilde donderdag geen commentaar geven. Wel liet de stichting via advocaat Peter Plasman weten dat het College in beide zaken beslissingen zou hebben genomen over feitelijk handelen van de dirigent zonder deze dirigent in de gelegenheid te stellen een weerwoord te geven. Hij zou zich dus niet hebben kunnen verdedigen. Volgens het College klopt dit niet. In het oordeel is te lezen dat de stichting ervoor heeft gekozen om in één van de zaken geen verklaring af te leggen en ook geen verklaring van de dirigent in te brengen.

Volgens Plasman zouden de bestuursleden van de stichting geen weet hebben gehad van wat zich lange tijd geleden heeft afgespeeld. Plasman schrijft verder: “Wat hiervan zij, zekerheidshalve heeft de stichting al jaren geleden maatregelen genomen om te voorkomen dat binnen de organisatie relaties ontstaan waarbij een ongelijke machtsverhouding bestaat.”

Seksuele intimidatie is discriminatie
Voor het College voor de Rechten van de Mens was het bijzondere zaak, zegt voorzitter Jacobine Geel. “Het College wordt in dit soort zaken nog niet vaak gevonden, omdat veel mensen niet weten dat seksuele intimidatie een vorm van discriminatie is. Maar ik verwacht wel dat door deze zaak meer mensen zich bij ons zullen melden.”

Geel wijst erop dat de weg naar het College een laagdrempelige route is om erkenning te krijgen voor je verhaal. “Er wordt serieus gekeken naar je verhaal en er wordt een proces opgestart. Dat kan helpend zijn.” Dat de uitspraken van het College juridisch niet bindend zijn, is geen reden om de stap niet te zetten, vindt Geel. “Je moet van goede of hele slechte huize komen om ons oordeel naast je neer te leggen.”

Waarom duurde deze zaak zo lang?
Naar aanleiding van de uitzendingen van Brandpunt+ melden zich in het najaar van 2018 zo’n 15 oud-musici zich bij Mores Online, het meldpunt voor ongewenste omgangsvormen in de culturele sector. De klachten hadden moeten leiden tot een onafhankelijk klachtenonderzoek, maar omdat de organisatie van Leusink niet is aangesloten bij Mores Online komt dit niet van de grond. Ook gesprekken met ministeries om een onderzoek te financieren lopen op niks uit.

Maar er lijkt zich een andere mogelijkheid aan te dienen om de klachten te laten onderzoeken. De organisatie van Leusink zou zich hebben aangesloten bij de Stichting Klachtenregeling Ongewenste Omgangsvormen. Deze organisatie kan een vertrouwenspersoon en klachtencommissie instellen bij klachten over grensoverschrijdend gedrag. Maar op geen enkel contactverzoek van Mores Online om de klachten te kunnen indienen wordt gereageerd. Ook dit is voor de oud-musici dus een doodlopende weg.

Kunstenbond
Tegelijkertijd met Mores Online bemoeit ook de Kunstenbond zich met de zaak. De grootste vakbond in de culturele sector dient eind 2018 een klacht in bij de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid over seksuele intimidatie en een onveilig arbeidsklimaat bij de stichting. De Inspectie neemt de klacht in behandeling en gaat in mei 2019 langs bij de stichting.

Peter van den Bunder van den Kunstenbond zegt over de uitkomst van het onderzoek: “Volgens de Inspectie heeft de stichting van Leusink maatregelen genomen om ongewenste omgangsvormen te voorkomen. Zo zou er een vertrouwenspersoon zijn aangesteld en er is een klachtenregeling. Ook zijn de regels voor de een-op-een repetities aangescherpt.”

Dat lijkt goed nieuws, maar toch stemde die uitkomst Van den Bunder niet gerust, zo liet hij voor de uitspraak van het College weten. “Het geeft nog steeds een nare smaak. Op papier is misschien alles op orde, maar dat is onbevredigend voor de musici die zijn getroffen. De inspectie heeft zich beperkt tot procedures, maar heeft niet gekeken naar de arbeidsverhoudingen. Veel musici werkten bij Leusink op basis van freelance contracten en dat maakt dat je extra kwetsbaar bent.”

Waarom geen aangifte?
Ondanks het inspectiebezoek en de beloftes van de organisatie van Leusink zijn de klachten van de oud-musici dan nog altijd niet onderzocht. Samen met een vertrouwenspersoon en een jurist van Mores Online, die de vrouwen al die tijd hebben geholpen en gesteund, worden de mogelijkheden bekeken om toch erkenning te krijgen voor wat ze hebben meegemaakt.

De vrouwen zien aangifte doen bij de politie niet zitten omdat ze opzien tegen een kostbaar proces en nog altijd bang zeggen te zijn voor Leusink. Bovendien heeft één van hen al eens met een advocaat gesproken en die raadde haar af om aangifte te doen, omdat het zo moeilijk is om seksueel grensoverschrijdend gedrag te bewijzen.

College
Dan blijkt dat het College van de Rechten voor de Mens ook een mogelijkheid biedt om een klacht in te dienen. In juni 2020 worden de klachten ingediend bij dit College. Omdat het een ingewikkelde zaak is duurt het uiteindelijk bijna 2 jaar voordat de zittingen plaatsvinden en ook de organisatie van Leusink kan reageren op de beschuldigingen.

Nu ligt er dan eindelijk een oordeel. Een uitspraak die weliswaar juridisch niet bindend is: het College kan geen straffen of maatregelen opleggen. Maar voor de oud-musici is het belangrijk dat er eindelijk erkenning is voor wat ze hebben meegemaakt, zo zeggen ze. Ze zijn gehoord en serieus genomen. En ze hopen dat de musici die er nu werken dit nooit zullen meemaken.

Makers