Leerlingen die met toestemming van school maanden, soms zelfs jaren, thuiszitten omdat ze ziek zijn, wachten op zorg of op een passende plek op school. Ouders raken verstrikt in een doolhof van instanties, hulpverleners en bureaucratie, en stuiten bij elke stap op lange wachtlijsten, blijkt uit een rapport van kinderombudsvrouw Stans Goudsmit. Dit is ook het verhaal van Pieter* (12), die door pesten en gedragsproblemen niet meer naar school kan. Al zes maanden lang vult hij zijn dagen voornamelijk met gamen op de bank.
Na een turbulente periode met problemen rond Pieters vader en pestgedrag op school, besluit zijn moeder Clarissa* met hem te verhuizen naar een nieuwe omgeving. Ze vestigen zich in een galerijflat in Rotterdam-Zuid, in de hoop op rust. Maar die rust blijft uit. Ook op zijn nieuwe school krijgt Pieter te maken met pesten, en dit keer nog heftiger dan voorheen. “Na drie jaar besloten we: het is nu genoeg geweest, want het werd ook fysiek", vertelt Clarissa.
Maandenlang thuiszitten
Ook de school van Pieter geeft aan dat ze hem niet langer de juiste begeleiding en omgeving kunnen bieden. Na een onderzoek op school wordt geadviseerd, gezien zijn ADHD en het pesten op twee scholen, dat Pieter eerst psychologische behandeling en coaching nodig heeft, voordat hij weer terug naar school kan. Hij moet eerst belangrijke sociale vaardigheden ontwikkelen zoals omgaan met boosheid en inzicht krijgen in het eigen gedrag. “Toen begon de hele cirkel waar we nu in zitten, ik wist niet dat hij vervolgens maandenlang thuis zou komen te zitten”, zegt Clarissa.
Ze komt in een moeizaam traject met het wijkteam, hulpverleners en wachtlijsten terecht. “Dan krijg je, eindelijk, een wijkteammedewerker toegewezen, die vervolgens weer vertrekt". Een wijkteammedewerker kan thuiszitters doorverwijzen naar bepaalde zorg en dagprogramma’s. Door wisselingen in het wijkteam, lopen dus ook de wachttijden op zorg en dagbesteding op. “Dan zit je zo weer een paar weken in onzekerheid. Eigenlijk weet je continu niet waar je aan toe bent, en dat sloopt.”
Geen uitzondering
Pieter is lang niet het enige kind dat door zijn zorgvraag vastloopt in een ondoorzichtig systeem. Stans Goudsmit, de kinderombudsvrouw in Rotterdam-Rijnmond, ontvangt steeds meer schrijnende signalen van ouders die zich zorgen maken over hun kinderen die langdurig thuiszitten, zonder onderwijs en met weinig contact met school of medeleerlingen. Maar ook professionals melden zich bij haar. Gefrustreerd omdat ze te veel tijd kwijt zijn aan het vinden van geschikte hulp voor thuiszitters. Ze lopen vast in hun eigen systemen.
In een recent rapport waarschuwt Goudsmit dat gemeenten niet goed weten wie deze kinderen zijn en hoeveel het er zijn. Naar schatting gaat het in Rotterdam alleen al om 2500 kinderen. Daarnaast is er voor ouders van thuiszitters geen helder overzicht van beschikbare hulp en bijbehorende wachttijden. En de samenwerking tussen onderwijs en zorg moet veel beter, benadrukt Goudsmit. “Over het algemeen vertellen ouders ons dat ze met tien, twintig, dertig professionals te maken hebben die allemaal bezig zijn om een stukje van de problematiek van zo'n kind op te lossen. Maar dat kind bestaat niet uit stukjes. Je moet samen voor dat ene kind het beste doen. En dat kan niet door hem eerst een stukjes te knippen en dan uit te serveren.”
Praktijk weerbarstig
Pieter is niet meer welkom op school en wacht op zorg en een plek in een dagbesteding. In eerste instantie was het thuiszitten voor Pieter prettig, omdat hij na een lange periode van stress even rust had. “Maar dat tot rust komen had ook wel twee weken kunnen duren, het had geen zes maanden hoeven zijn”, zegt Clarissa. Pieter komt weinig leeftijdsgenootjes tegen en de eenzaamheid slaat toe. “Hij zit echt thuis te wachten totdat zijn beste vriend thuis is, maar die heeft het soms ook druk. Dus hij ontmoet nu niemand. En ja, hij wordt heel lui, want hij zit alleen maar thuis. We doen niet veel, omdat ik zelf ook gewoon aan het werk ben.”
Eline Fekkes, beleidsadviseur jeugdhulp in Rotterdam, stelt dat er over het algemeen geen wachtlijsten zijn bij de verschillende dagprogramma’s voor thuiszitters in de stad. Ze beaamt echter dat het plaatsen van een thuiszitter bij het juiste dagprogramma in de praktijk een weerbarstig proces kan zijn.
"Het kan zijn dat er op zich ruimte is bij een aanbieder, maar dat er voor de specifieke expertise waar jij naar op zoek bent geen plek is.” Kinderen zitten door veel verschillende oorzaken thuis. Daarom heeft de gemeente Rotterdam ook verschillende dagprogramma’s voor thuiszitters ingekocht, elk met hun eigen specifieke expertise. “De match tussen vraag en aanbod is niet altijd aanwezig", zegt Fekkes.
Rust
Het thuiszitten van Pieter eist ook zijn tol bij Clarissa. "Het is nog steeds zwaar", zegt Clarissa. "Ik loop echt op mijn tenen en ik kan niet wachten totdat hij naar een dagprogramma kan. Dan heb ik iets meer ruimte om tot rust te komen."
Pieter heeft inmiddels zicht op een plek bij een dagprogramma waarbij hij ook psychologische hulp zal ontvangen. Na de kerst kan hij daar een aantal dagdelen in de week naartoe.
*De namen Clarissa en Pieter zijn gefingeerd, hun volledige echte namen zijn bij de redactie bekend.
Nieuwsgierig? Kijk hieronder de uitzending van Pointer over verloren thuiszitters: