Geen geld om te sparen voor een oudedagsvoorziening of arbeidsongeschiktheid en af en toe een loopje nemen met de regels omdat je financieel niet uitkomt. Het zijn geluiden die we de afgelopen weken geregeld hoorden van onderaannemers die pakketten bezorgen voor PostNL. Ook spreken velen van hen over een “angstcultuur”. Barbara Limpens van PostNL: “Ik herken me helemaal niet in deze kwalificatie.”

Voor ons lopend onderzoek naar pakketbezorging hadden we de afgelopen weken contact met tientallen onderaannemers van PostNL. Zelfstandig ondernemers brengen driekwart van alle pakketten rond voor het beursgenoteerde bedrijf. Veel van de ondervraagden klagen over een ondermaatse vergoeding en geven aan dat ze nauwelijks invloed hebben bij tariefonderhandelingen. Ook blijken diverse ondernemers bang te zijn hun opdrachten te verliezen wanneer ze in de media hun klachten bekend maken.

Onze presentator Teun van de Keuken vroeg Barbara Limpens, directeur hr-sourcing bij de afdeling pakketten van PostNL, om een reactie.

Waarom laten jullie voornamelijk pakketten bezorgen via onderaannemers en niet gewoon via jullie eigen personeel?
“We hebben ook eigen personeel daarvoor, tegelijkertijd werken we met onderaannemers. Dat is een werkwijze die heel gebruikelijk is in de logistiek. Het is voor ons belangrijk om met een grote groep mensen de variërende volumes te kunnen wegbrengen. Het is een flexibele groep die ons helpt om de groei van de afgelopen jaren mee op te vangen. En we zijn er eigenlijk heel tevreden over, dus we zien geen aanleiding om dat te veranderen.”

We spreken heel veel onderaannemers die zeggen: het kan eigenlijk niet uit. We zitten financieel heel lastig. We hebben geen pensioenopbouw, geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. Die tarieven zijn te laag. Hoe zit dat?
“We hebben een groep van zo’n zeshonderd ondernemers en een groot deel daarvan werkt al heel lang met ons samen. Vaak al meer dan vijftien jaar. Nou, dat doe je alleen als je het met elkaar eens bent dat de voorwaarden waaronder je werkt in orde zijn. De tarieven die we hanteren zijn gebaseerd op het feit dat de ondernemer de kosten moet dekken, zijn mensen fatsoenlijk moet kunnen betalen en een reële boterham overhoudt. Onderdeel van de reële boterham is ook pensioenvoorziening. Kijk, hoe een ondernemer uiteindelijk met de reële boterham die hij bij ons verdient ook daadwerkelijk omgaat, dat kan ik niet beoordelen.”

U noemt het een reële boterham. Zij zeggen: het is geen reële boterham, dus kunnen we dus niet sparen voor pensioen of arbeidsongeschiktheid, en daardoor komen we in de knel.
“Het tarief wat wij betalen biedt in principe voldoende mogelijkheid om een reële boterham te verdienen. En onderdeel van de reële boterham is ook pensioenvoorziening. ”

Zij zeggen dus van niet.
“Wat een ondernemer overhoudt, hangt samen met de kosten die een onderneming maakt. Bijvoorbeeld het soort bus dat hij rijdt, wat voor leasecontract hij aangaat, het bedrijfspand dat hij huurt. Dus uiteindelijk gaat het altijd om een afweging. Ook voor een ondernemer geldt, net als voor PostNL en ieder ander bedrijf: wat geef ik uit en wat komt er binnen? En hoe breng ik dat met elkaar in balans?”

U zegt eigenlijk: die onderaannemers die tegen ons zeggen: we kunnen niet uit met de tarieven, dat zijn slechte ondernemers.
“Dat laat ik verder voor uw rekening. Wat ik aangeef, is dat een grote groep ondernemers hebben, ruim de helft daarvan, daar werken we al meer dan vijftien jaar mee samen.”

Ik wil graag dat u ingaat op de klachten van de mensen en niet de mensen aanhaalt die geen klachten hebben. Want dat zo'n grote groep mensen klachten heeft, dat zegt ook iets over uw bedrijf.
“PostNL is een groot bedrijf. Het is een echt mensenbedrijf. Het kan niet zo zijn dat alle mensen die bij ons bedrijf werken, tevreden zijn over hoe het gaat. Dus de realiteit van alledag is, en dan moet ik ook eerlijk toegeven, dat er ook mensen zijn die ontevreden zijn.”

Ja, maar gaat u nou eens in op die klachten…
“Belangrijk daarbij is dat we minimaal één keer per jaar met ondernemers in gesprek gaan over de tarieven en dat is een gezamenlijk gesprek. Pas als we er uit zijn met de ondernemer wat het moet zijn, dan gaan we met elkaar door. Ieder jaar praten we met onze ondernemers over de tarieven, ook de ondernemer tekent voor het tarief.”

Zo ken ik PostNL: als een open bedrijf

Barbara Limpens, directeur hr-sourcing bij de afdeling pakketten van PostNL

Ondernemers zeggen tegen ons: wij worden onder druk gezet om tarieven te aanvaarden. Herkent u dat?
“Nee, daar herken ik mij echt niet in. Wij hebben op ieder depot in heel Nederland een speciaal aanspreekpunt waar ondernemers mee in gesprek zijn: over het tarief, maar ook over de manier waarop ze met elkaar samenwerken. Zo ken ik PostNL: als een open bedrijf.”

Een overgrote meerderheid van de onderaannemers die we bevraagd hebben, zegt: wij hebben eigenlijk geen invloed op de tarieven. Wat vindt u daarvan?
“Ik vind dat PostNL op een goede manier met haar ondernemers omgaat en dat we altijd in gesprek zijn met al onze mensen. En dat betekent niet dat iedereen heel tevreden is. En zeker als het gaat om tarieven is dat altijd een gevoelig punt. Als u een tarief afspreekt met een aannemer, zal die ook zeggen dat het te weinig is. Dus dat is heel moeilijk om een ondernemer te vinden die zegt: ‘het is precies goed’.”

Het gaat zelfs zo ver dat sommigen zeggen: wij moeten de wet of cao overtreden omdat we anders gewoon niet uit kunnen met de tarieven.
“Ik herken me absoluut niet in dit beeld. Onze tarieven zijn gebaseerd op het feit dat de ondernemers hun kosten moeten kunnen dekken, maar ook dat hij zijn mensen op een wettelijk correcte wijze moet kunnen betalen en dat hij daar een reële boterham mee kan verdienen. Dat is het uitgangspunt.”

Maar dat pakt dus kennelijk niet altijd goed uit.
“Het feit dat hij daarbij de wet overtreedt, dat is natuurlijk absoluut niet wat wij willen. En als het gaat om het betalen van zijn mensen binnen de wettelijke kaders, is dat ook iets waar we absoluut op toezien. Dus wij gaan ervan uit dat een ondernemers zich gewoon net als alle andere Nederlanders aan de wet houden.”

U zegt: we kunnen het gesprek aangaan met de onderaannemers, maar sommige onderaannemers zeggen juist: er heerst een soort “angstcultuur”. Bijvoorbeeld als je je in de pers negatief uitlaat over PostNL. Zo hoorden we: ‘Meerdere keren onvrede geuit, met als resultaat te vertrekken’, of: ‘Na medewerking aan een tv-programma werd ik bijna aangevlogen op het hoofdkantoor door een van de directeuren’.
“Ik herken me helemaal niet in deze kwalificatie. Ik werk al heel lang bij PostNL. Ik ken PostNL als een sociaal bedrijf. Als een open en transparant bedrijf. En natuurlijk hebben wij het liefst als mensen ontevreden zijn, of klachten hebben dat ze gewoon bij ons komen. We willen eigenlijk altijd met ze in gesprek. Want dat is de manier waarop wij gewoon de dingen oplossen. Het is niet zo dat als mensen een andere route kiezen, bijvoorbeeld via de pers, om hun ongenoegen te uiten, dat daar negatieve consequenties tegenover staan.”

Quote: Ik ken heel veel mensen die met heel veel trots en plezier voor PostNL werken.

Barbara Limpens, PostNL

Maar waar komen dit soort verhalen dan vandaan?
“We hebben het liefst dat als mensen klachten hebben, ze rechtstreeks bij ons komen. Dat zult u begrijpen. Als ze dat niet doen, is het evengoed een reden om toch in gesprek te gaan met elkaar over het onderwerp waarover ze niet tevreden zijn. PostNL is een heel groot bedrijf. Als je zo'n grote groep samenwerkt, zijn er ook mensen die ontevreden zijn. Dat is een gegeven feit. Maar ik ken heel veel mensen die met heel veel trots en plezier voor PostNL werken. Ondernemers, maar ook pakketbezorgers. Die elke dag opnieuw bij onze klanten aan de deur komen en daar ook echt met veel hart voor de zaak pakjes komen bezorgen.”

Makers

Verslaggever / Redacteur