“We hebben steeds hetere zomers”, zegt Vera Tax, Europarlementariër voor de PvdA. “Ik vind dat vrachtwagenchauffeurs in Nederland en in de rest van Europa, stand-airco zouden moeten hebben in de cabine omdat de aarde opwarmt.” Het gaat hier om een airco die het ook doet als de wagen stilstaat. “Als je in een cabine moet slapen waarin het meer dan dertig graden is, dat wíl je niet. 

Volgens Tax is zo’n airco in het belang van het welzijn van de chauffeur, maar ook van ónze veiligheid.” We interviewen Tax voor ons onderzoek naar arbeidsomstandigheden van vrachtwagenchauffeurs.

Een warme cabine vergroot de kans op ongelukken, zo blijkt uit onderzoek dat Tax aanhaalt: “Uitgaande van een aangename cabine-temperatuur neemt het aantal ongelukken met elf procent toe als de cabine-temperatuur stijgt naar 27 graden. Bij een cabine-temperatuur van 32 graden stijgt het aantal ongelukken zelfs met 22 procent.”

Toch zijn er veel werkgevers die zeggen: een stand-airco is gewoon te duur. Zijn de kosten inderdaad niet op te brengen voor transportbedrijven? Tax: “Ik kan me dat eigenlijk niet voorstellen. Ik zou het vooral aan werkgevers vragen, maar ik vind drieduizend euro (een deel hiervan is fiscaal aftrekbaar, red.) voor een fatsoenlijke werkplek -en waardoor er ook minder ongelukken gebeuren op de weg- een investering die het waard is. Ik vind dat niet weinig geld. Maar zo'n stand-airco gaat wel een tijdje mee.”

Tax vervolgt: “Zeker in deze crisistijden willen we ook dat supermarkten bevoorraad zijn en dat spullen kunnen worden vervoerd. Dat is niet alleen een heel groot applaus waard, maar het betekent ook dat chauffeurs goed uitgerust op weg moeten kunnen. En dan is een investering in een stand-airco het wat mij betreft meer dan driedubbel waard.”

Mobiliteitspakket niet gehaald

In Nederland wordt vooral ingezet om de verplichte stand-airco op te nemen in de transport-CAO’s. Onder meer Vakcentrale CNV is hier een voorstander van. De onderhandelingen daarover liggen echter door de corona-crisis stil, maar worden in oktober weer hervat. Toch heeft het volgens Tax weinig zin om dit per lidstaat te regelen. “Het gaat namelijk om comfort en om verkeersveiligheid en het zijn niet alleen Nederlandse vrachtwagenchauffeurs die op onze wegen rijden, maar ook chauffeurs uit andere landen binnen de Europese Unie.”

Hoe krijg je de handen hiervoor op elkaar in Europa? Na ruim drie jaar onderhandelen heeft het Europees Parlement onlangs, op 8 juli, voor het Europees mobiliteitspakket gestemd. Dit nieuwe pakket biedt allerlei maatregelen ten behoeve van het wegtransport: zoals het loon van internationale chauffeurs en een verscherping van de rij- en rusttijden. Tax: “De wettelijke verplichting van de stand-airco kon helaas niet meer in het Mobiliteitspakket worden opgenomen. Europa is erg log. Je kan niet halverwege het proces nieuwe amendementen indienenIk baal er wel echt van dat de stand-airco er niet in staat. En ik ga mijn best doen om het alsnog in wetgeving vastgelegd te krijgen.”

ETF onderzoekt vermoeidheid

Hoe dan? Een belangrijk onderzoek is volgens Tax dat van de Europese vakbond European Transport Workers’ Federation (ETF). In januari is de ETF een project gestart om vermoeidheid bij chauffeurs wetenschappelijk in kaart te brengen en om te onderzoeken hoe ongelukken met vrachtwagens ontstaan. In 2021 worden de resultaten verwacht.

Tax: “Ik spreek ook veel chauffeurs en zij zeggen dat er ongelukken gebeuren doordat ze in zo’n hete cabine moeten verblijven en niet uitgerust de weg opgaan. Dus ik ben ervan overtuigd dat dat één van de resultaten van het onderzoek zal zijn. En dat is zeker een reden om nog meer druk uit te oefenen op de Europese Commissie. Naar aanleiding van de uitkomsten van het rapport gaan we de stand-airco op de agenda zetten en kijken of we een meerderheid kunnen krijgen.”

Hoe lang gaat het duren totdat er echt voor elke chauffeur een verplichte stand-airco is? “Wetgeving in Europa is een langdurig proces omdat je met alle lidstaten tot een overeenkomst moet komen. Je moet toch wel rekenen op minstens anderhalf tot twee jaar. Als je al een wetsvoorstel op de agenda krijgt.”

Makers