‘Er zitten geen dassen in Amelisweerd,’ aldus het natuurrapport gemaakt door ingenieursadviesbureau Sweco. Het plan is om de snelweg A27 bij Amelisweerd te verbreden naar 14 rijbanen, daarom moest er ecologisch onderzoek worden gedaan in het natuurgebied. Een maand geleden was het ineens nieuws: er zitten wèl dassen in Amelisweerd. Hoe kan het dan dat in het natuurrapport staat dat ze er niet zitten? Landgoedbeheerder Hermen van de Wardt spreken voor ons dossier Dier en bouw. ‘Ik vind het hoogst opmerkelijk. De sporen die wij hebben gezien zijn zo overduidelijk en zo breed aanwezig, dat we weten dat ze hier ook al meerdere jaren zitten. Ze zijn hier niet gisteren komen wonen.’ We vragen Sweco om te reageren.

Van de Wardt ontdekte de dassenburcht samen met Hans Vink van Dassenwerkgroep Utrecht en het Gooi. ‘Joepie!’ was zijn eerste reactie. Van de Wardt: ‘Het is toch de kroon op je werk als beheerder van zo’n gebied. Blijkbaar zijn alle omstandigheden zo dat de dieren zich hier thuisvoelen.’ Ironisch genoeg zitten de dassen er, vanwege de snelweg en niet ondanks. Ze wonen in het talud bij de A27.

Tracébesluit

In de Nederlandse wetgeving ligt vast wat er allemaal moet gebeuren voordat er een weg wordt aangelegd of verbreed. Daarom kan Rijkswaterstaat pas in actie komen als de Tracéwetprocedure, zoals deze officieel heet, doorlopen is. Het tracébesluit is de derde en laatste stap in deze procedure. Het tracébesluit A27/A12 Ring Utrecht is in december 2016 door minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu vastgesteld. Een deelrapport natuur is onderdeel van dit tracébesluit met als doel: het in kaart brengen en beoordelen van effecten van de Ring Utrecht op natuur. In dit rapport staat dat er geen dassen zitten in Amelisweerd. De das is een beschermd dier. Als je wilt bouwen, moet je rekening met hem houden.

‘Natuur is heel flexibel’

We stellen ingenieursbureau Sweco enkele vragen, maar zij verwijzen door naar de opdrachtgever. Ecoloog Victor Loehr van Rijkswaterstaat vertelt ons dat op het moment dat het onderzoek werd gedaan er geen dassen zaten in Amelisweerd. Loehr: ‘We hebben in 2011 en 2015 groot natuuronderzoek laten doen door Sweco. Tot in het najaar van 2015 is er onderzocht. In maart 2016 kwam het natuurrapport uit, daarin staat dat er geen dassen zijn gevonden. Later in 2016 werden er dus sporen gevonden van dassen in Amelisweerd, en begin dit jaar werd er echt een burcht gevonden. Dat was een verrassing!’

Volgens Loehr is het goed mogelijk dat de dassen naar het gebied zijn gemigreerd. ‘Zo kan dat gaan met natuur, natuur is heel flexibel.’ Was de vondst van de dassenburcht een vervelende ontdekking? ‘Nee hoor, juist leuk, wij vinden het wel mooi dat we medebewoners hebben bij de snelweg.’ Loehr is ervan overtuigd dat het onderzoek door Sweco zorgvuldig en volgens de protocollen is gedaan.

‘Geen aanleiding voor contact met beheerder’

Waarom heeft Sweco voor haar natuuronderzoek de lokale experts niet geraadpleegd, waaronder Hermen van de Wardt? Dan had het bureau tijdens het onderzoeken al geweten dat de kans op dassen groot was. Loehr: ‘Daarvoor moet je bij Sweco zijn, ik weet dat niet.’ Sweco laat in een schriftelijke reactie weten:

‘Tijdens fase 1 van het project Ring Utrecht is een volledig natuuronderzoek uitgevoerd. In het voorjaar van 2015 is aan de hand van een bronnenonderzoek en enkele verkennende veldbezoeken bepaald naar welke soorten(groepen) gericht aanvullend veldonderzoek later dat jaar zou moeten plaatsvinden. Noch uit het bronnenonderzoek, noch uit de veldbezoeken in het voorjaar van 2015 is de mogelijke aanwezigheid van verblijfplaatsen van de das gebleken ter plaatse van Amelisweerd. Derhalve heeft hier later geen gericht veldonderzoek naar dassen meer plaatsgevonden en is geconcludeerd dat de das niet voorkomt in het betreffende deelgebied. Omdat de resultaten van het bronnenonderzoek en de veldbezoeken geen aanleiding gaven voor verdere consultatie van de beheerder ten aanzien van de aanwezigheid van de das in het gebied, heeft hier geen nadere afstemming met de beheerder meer over plaatsgevonden.’

Kortom: tijdens het natuuronderzoek zijn geen dassen aangetroffen. Daarom was er volgens Sweco ook geen aanleiding voor verdere consultatie van de beheerder. Volgens Van de Wardt zou het ‘meer dan voor de hand liggen’ om als onderdeel van het onderzoek de lokale experts te raadplegen: ‘Je vraagt de locals wat ze gezien hebben, zo gaan wij ook met onze buren hier om. Niet vragen, is vragen om moeilijkheden eigenlijk.’

Makers