LHBTIQA+-jongeren tussen de 12 en 17 jaar voelen zich nergens onveiliger dan op school. Dat blijkt uit een enquête van Pointer en het AD, waar ruim 250 jongeren uit deze gemeenschap op reageerden. Ze worden er bedreigd, uitgescholden of fysiek aangevallen. Zo’n 20 procent van deze leerlingen geeft aan school zelfs te vermijden.
Pointer en het AD vroegen LHBTIQA+-personen waar zij zich in Nederland onveilig voelen. Meer dan 3600 personen vulden onze enquête in. Het resultaat: LHBTIQA+-personen voelen zich het meest onveilig op straat. Ook hetero-uitgaansgelegenheden en sportscholen ervaren zij als onveilige plekken, een deel mijdt deze plekken om die reden.
Onder de in totaal 255 LHBTIQA+-jongeren tussen 12 en 17 jaar die op onze enquête reageerden, liet 37 procent weten zich het meest onveilig te voelen op school. Dit komt vooral omdat zij zich daar een uitzondering voelen.
Van de 94 jongeren die zich het meest onveilig voelen op school, zegt ruim 40 procent dat hen daar zelf iets is overkomen. Zij werden er uitgescholden, genegeerd of bedreigd. Een klein deel van de respondenten zegt dat zij fysiek geweld hebben meegemaakt op school.
Gewelddadige opmerkingen
Uit onze vragenlijst blijkt bovendien dat ongeveer 20 procent van de respondenten tussen de 12 en 17 jaar school vermijdt omdat zij er zich onveilig voelen.
Marcus (18) is een van hen. Als trans man voelde hij zich 2 jaar geleden niet veilig genoeg om naar school te gaan en bleef daardoor de helft van de tijd thuis. “Ik had een aantal oudere jongens in de klas die gewelddadige, racistische en homofobe opmerkingen maakten. Op een dag zeiden ze dat ze transgender personen wilden vermoorden en een bom op onze huizen zouden gooien. Ook dreigden ze dat ze zakmessen bij zich hadden. Dat voelde heel onveilig.”
Volgens voormalig docent en pedagoog Marcel Absil (67) hebben dit soort dreigementen tot gevolg dat LHBTIQA+-leerlingen met angst naar school komen, zich onveilig voelen of ervoor kiezen om hun ‘coming out’ achterwege te laten. “Maar ook voor LHBTIQA+-docenten betekent dit dat ze terughoudender zijn geworden in het praten over hun eigen persoonlijke situatie, waardoor ook rolmodellen wegvallen voor leerlingen die worstelen met hun queer gevoelens."
Vertrouwenspersoon op school
COC Nederland laat in een reactie op ons onderzoek weten dat zij het “afschuwelijk” vinden dat zoveel jongeren zich niet veilig voelen op school. “Dit zou juist de plek moeten zijn waar je, in veiligheid, jezelf zou moeten kunnen ontwikkelen”, aldus woordvoerder Freek Janssen. “Dit onderschrijft het belang van aandacht besteden aan seksuele en genderdiversiteit, bijvoorbeeld op Paarse Vrijdag, want we kunnen niet accepteren dat jongeren met angst naar school gaan, of zelfs thuisblijven.”
Ook staatssecretaris Koen Becking van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap laat weten het “onacceptabel” te vinden dat LHBTI-leerlingen zich minder veilig voelen en vaker gepest worden dan niet LHBTI-leerlingen. “School moet een veilige plek zijn voor iedereen”, aldus de staatssecretaris. Hij werkt momenteel aan een wetsvoorstel dat scholen moet helpen om het gesprek over veiligheid op school regelmatig te voeren. “Het wordt bijvoorbeeld verplicht om een interne en externe vertrouwenspersoon te hebben zodat je altijd weet bij wie je terecht kunt als je je onveilig voelt. En scholen moeten ieder jaar hun veiligheidsbeleid evalueren en kijken wat er beter moet.”