Slachtoffers en nabestaanden maken weinig gebruik van hun spreekrecht. Slechts in twintig procent van zaken waarbij het mag, doen ze hun verhaal in de rechtszaal. Dit blijkt uit schattingen van het Openbaar Ministerie, opgevraagd door het journalistieke platform Pointer. "Ik merk dat er vaker niet, dan wel gebruik van wordt gemaakt", zegt raadsheer Rogier Sonneveldt in de vierde aflevering van de podcast 'Ik heb levenslang' van Pointer.
Het spreekrecht geldt in 2024 voor zo'n 25.000 strafzaken. Slechts in zo'n twintig procent van deze zaken maken slachtoffers en nabestaanden hier ook gebruik van. Ofwel schriftelijk via een slachtofferverklaring, al dan niet voorgelezen door de advocaat, of zelf in de rechtszaal. Dat eerste gebeurde bij 4200 zaken, dat laatste bij 1500 strafzaken. Het totaal aantal zaken waarbij slachtoffers spreekrecht hebben, is toegenomen.
Onbeperkt spreekrecht
Sinds 1 juli 2016 kent Nederland een onbeperkt spreekrecht. Bij zeer ernstige misdrijven, waarvoor de dader 8 jaar of langer de gevangenis in moet, kunnen slachtoffers en nabestaanden gebruik maken van dat recht. Ze mogen zich over elk aspect uitlaten: de impact van het delict, de bewijslast en de hoogte van de straf.
"Het spreekrecht heeft absoluut een helende werking", ziet raadsheer Rogier Sonneveldt. Een raadsheer is een rechter in het hoger beroep. "De voornaamste functie van het spreekrecht is bijdragen aan herstel en aan verwerking van wat mensen is aangedaan. In mijn ervaring kan het slachtoffers heel erg helpen als ze zich door een rechter gehoord voelen."
Spanningsveld
Maar het spreekrecht kent ook een bepaald spanningsveld. "Iemand zit tegenover ons als verdachte, maar wordt door een slachtoffer aangesproken als dader. Dan moeten wij duidelijk maken dat hij voor ons wel een verdachte is", zegt Sonneveldt in de vierde aflevering van de podcast Ik heb levenslang.
Tegelijkertijd maakt het spreekrecht vaak veel indruk en komen er een hoop emoties los. "Dat maakt ook indruk op mij", aldus Sonneveldt. "Maar tegelijkertijd rijst dan de vraag: heeft dat invloed op de straf? Ik denk dat we voldoende getraind zijn om dat te kunnen scheiden en onderzoek heeft ook uitgewezen dat de uitbreiding van het spreekrecht (sinds 2016, red.), geen invloed heeft gehad op de hoogte van de straf."
Toch heeft Sonneveldt soms wel moeite met de manier waarop het spreekrecht wordt uitgeoefend. "Ik heb meegemaakt dat slachtoffers de verdachte uitmaakten voor monster. Of dat nabestaanden de urn van het slachtoffer op tafel zetten. Wat ik graag zou willen is dat er wat meer richtlijnen en regels komen. Dan kun je als rechter strakker de grenzen bewaken van wat is toegestaan."

Meer onderzoek nodig
Slachtofferhulp Nederland ondersteunt slachtoffers zowel bij het opstellen van een schriftelijke slachtofferverklaring als het uitoefenen van hun spreekrecht. De organisatie verklaart de sterke toename van het aantal schriftelijke verklaringen "doordat het Openbaar Ministerie in haar communicatie explicieter is geworden in het benoemen van de mogelijkheid tot het afleggen van een schriftelijke verklaring."
Uit onderzoek van het WODC blijkt: mensen die gebruik maken van hun spreekrecht zijn hier overwegend positief over. Volgens Slachtofferhulp zou aanvullend onderzoek nodig zijn om te begrijpen waarom toch niet meer mensen van hun spreekrecht maken. "Het gaat om een grote verscheidenheid aan zaken – van bedreiging tot geweld, seksuele misdrijven en levensdelicten – en de cijfers geven alleen een totaalbeeld."
