Oppassen op je kleinkinderen, een en/of rekening met je hoogbejaarde moeder, vergeten te melden dat je spullen hebt verkocht via Marktplaats. Het kan je als uitkeringsgerechtigde een verdenking van fraude opleveren en uiteindelijk duur komen te staan. Er is al jaren discussie over de vraag of mensen met een uitkering niet te hard worden aangepakt voor een ‘foutje’ of een ‘vergissing’. Bas van ’t Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken, onderzoekt daarom op dit moment de fraudedefinitie en informeert de Tweede Kamer daar binnenkort over.
De staatssecretaris ziet dat de overheid het haar burgers soms lastig maakt, zo laat hij weten in een reactie op ons onderzoek naar bijstandsfraude en schuldhulpverlening. “De menselijke maat is soms moeilijk terug te vinden in de systemen van de overheid”, aldus Van ’t Wout. Formulieren zijn ingewikkeld, de brieven die verstuurd worden lastig. “Hier hebben we aandacht voor, maar een fout is snel gemaakt, dat maakt iemand nog niet direct een fraudeur.”
Kleine misstap, grote gevolgen
Uit een rondgang van De Monitor en de branchevereniging van schuldhulpverleners (NVVK) blijkt dat schuldhulpverleners regelmatig te maken hebben met mensen die volgens hen beticht worden van ‘onbedoelde’ bijstandsfraude en de daardoor ontstane ‘fraudeschulden.’ Mensen voor wie een kleine misstap soms (te) grote gevolgen heeft op hun schuldhulpverlening, zo vinden de schuldhulpverleners. Zo’n zogenoemde ‘fraudeschuld’ mag namelijk volgens de wet niet worden gesaneerd in een schuldregeling, ook niet als deze onbewust of onbedoeld is ontstaan.
Wetsvoorstel
Maar daar gaat verandering in komen, zo laat het ministerie van Sociale Zaken weten. Er ligt momenteel een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer waarin wordt geregeld dat uitvoeringsorganisaties (zoals gemeenten en UWV) de mogelijkheid krijgen om mee te werken aan een schuldregeling tegen finale kwijting als de vordering niet is ontstaan wegens opzet of grove schuld.
Een stap in de goede richting, vindt NVVK-voorzitter Marco Florijn, maar hij pleit wel voor snelheid en duidelijkheid. “Want zo’n wetswijziging gaat vaak wel een tijdje duren.” Bovendien vindt hij dat de regels niet alleen moeten gelden voor het toetreden tot een schuldregeling. Florijn: “Wat mij betreft gaan die regels ook gelden voor het stopzetten van schuldregelingen, alleen bij willens en wetens frauderen stoppen we. En anders gaan we gewoon door.”
Staatssecretaris Van ’t Wout begrijpt de oproep van Florijn om snel te willen handelen, maar vooruitlopen op het wetsvoorstel kan hij niet. “Er wordt samen met gemeenten, het UWV en de Sociale Verzekeringsbank onderzocht wat er nodig is om de voorgenomen wijziging ook daadwerkelijk in praktijk te brengen”, zo laat hij weten. Bovendien wil hij graag in gesprek met gemeenten en organisaties om te bekijken of er ook binnen de huidige wetgeving meer ruimte is voor maatwerk.