Jongeren die door een beperking niet kunnen werken, belanden regelmatig in de bijstand of ontvangen helemaal niets. Critici vrezen voor de bestaanszekerheid van deze groep. Maar om hoeveel jongeren het gaat weet het ministerie van Sociale Zaken niet. Dat blijkt uit navraag van Pointer (KRO-NCRV).
Sinds 2015 moeten jongeren met een beperking bewijzen dat ze nooit meer kunnen werken om van het UWV een Wajong te krijgen – een uitkering voor mensen die vanaf jonge leeftijd een ziekte of handicap hebben of tijdens hun studie uitvallen.
Toenmalig staatssecretaris Jetta Klijnsma scherpte de regels aan om de instroom in de Wajong te beperken. Jongeren met een arbeidsbeperking die nu niet meer in aanmerking komen voor een Wajong moeten richting een baan worden begeleid. Maar van de 125.000 beloofde banen voor deze groep zijn er tot op heden zo’n 85.000 gecreeerd. En sommige jongeren zijn helemaal niet in staat om te werken.
Als het duidelijk is dat het om een grote groep gaat zou er misschien wat harder worden gelopen in Den Haag.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schat dat sinds de aangescherpte regels de instroom in de Wajong met ongeveer 100.000 jongeren is gedaald. Deze groep heeft te maken gekregen met de strengere bijstandsregels, maar hoeveel van hen niet in staat zijn om te werken is niet bekend.
Het ministerie laat aan Pointer weten “geen zicht te hebben op de totale omvang van deze groep en de mate waarin zij al dan niet aan het werk zijn gegaan” en benadrukt dat gemeenten de verantwoordelijkheid hebben om jongeren met een arbeidsbeperking te ondersteunen. “Gemeenten hebben inzicht in de mensen die vanwege een beperking niet het minimumloon kunnen verdienen en hebben mogelijkheden om hen te begeleiden richting werk. Het gebruik van deze voorzieningen neemt toe.”
Bestaanszekerheid in gevaar
Het precieze aantal jongeren dat niet kan werken, niet richting een baan kan worden begeleid, en vervolgens in de bijstand belandt of helemaal niets krijgt, is dus onbekend. Critici vrezen voor de bestaanszekerheid van deze groep. Volgens de regels van de bijstand krijg je namelijk geen uitkering als je gaat samenwonen met een partner die wel inkomen heeft en word je gekort op je uitkering als je bij je ouders woont.
Sommigen zitten echt in een situatie waarin hun bestaanszekerheid in het geding is.
Dat leidt tot benarde situaties, ziet GroenLinks-PvdA Kamerlid Mariëtte Patijn: “Je bent al afhankelijk door je ziekte en dan word je ook nog financieel afhankelijk gemaakt omdat je geen bijstandsuitkering krijgt. Dat is ellendig.” Volgens Patijn is het zorgelijk dat er geen zicht is op de omvang van deze groep: “Als het duidelijk is dat het om een grote groep gaat zou er misschien wat harder worden gelopen in Den Haag.”
Ook Juliette Hasselbach, directeur van Emma at Work – een stichting die jonge mensen met een fysieke beperking begeleidt naar werk – maakt zich zorgen: “Als mensen niet in beeld zijn, kun je ze ook geen hulp bieden. Sommigen zitten echt in een situatie waarin hun bestaanszekerheid in het geding is.”
Wajong op de schop
Volgens SP-Kamerlid Bart van Kent moet de Wajong op de schop: “De Wajong is een onbereikbaar fort geworden. De oude Wajong was niet alleen een uitkering, maar er zat ook begeleiding bij naar bijvoorbeeld een plek in de sociale werkvoorziening. Nu moet het UWV als een soort waarzegger met een glazen bol bepalen of je de rest van je leven niet meer kan werken. Er moet weer gekeken worden of je op dit moment ondersteuning nodig hebt.”
Op de vraag of er plannen zijn om jongeren zonder arbeidsvermogen in de bijstand beter te helpen laat het ministerie weten bezig te zijn met een 'fundamentele herziening van de Participatiewet’ (waaronder de bijstandsregeling valt) en ook te kijken naar ‘manieren om de ondersteuning te verbeteren’ voor mensen die niet kunnen werken. Voor de zomer hopen ze de opties met de Tweede Kamer te delen. Daarnaast werkt het ministerie aan ‘een betere overdracht van UWV naar gemeenten van jongeren die zijn afgewezen voor een Wajong-uitkering'.
UWV geeft aan dat er ‘alsnog recht op Wajong ontstaat als er sinds de vorige aanvraag tien jaar verstreken is en er in deze periode geen arbeidsvermogen is geweest’.
Kijk hieronder de uitzending van Pointer over de Wajong terug: