Journalistiek designer Wendy maakt niet alleen de kleurrijke visuals van Pointer, ze mag dit jaar ook een boot ontwerpen die meevaart tijdens de Pride Canal Parade. Wij zochten daarom uit welke bedrijven meevaren met de botenparade in oprichtingsjaar 1996, 2011, 2018 en volgend weekend.
Pride Amsterdam is meer dan regenboogboa’s, confetti en een blote billen-parade. Een week lang worden er in de hoofdstad onder andere sportwedstrijden, manifestaties, voorstellingen, exposities en filmavonden gehouden die in het teken staan van seksuele diversiteit en gelijkwaardigheid. Met als afsluiter de wereldberoemde Canal Parade, dit jaar benoemd tot cultureel erfgoed in Nederland.
Het feest vindt dit jaar voor de 24e keer plaats met als thema ‘Remember the past, create the future'. Op 3 augustus komen honderdduizenden mensen bij elkaar om vrijheid en diversiteit te vieren. Ze juichen 80 praalboten toe die de Amsterdamse grachten zullen sieren tijdens een vaartocht door het stadscentrum.
The past, hoe zit het daar eigenlijk mee?
Het is juni 1969 als de hel losbarst in Greenwich Village, een buurt in New York. Seksuele handelingen tussen personen van het gelijke geslacht zijn nog verboden, net als kleding dragen van het andere geslacht. Wie geen hetero is, wordt op zijn minst gezien als merkwaardig en in het ergste geval als geesteszieke of zondaar. De politie heeft het daarom op deze minderheid gemunt en doet op een zomeravond een inval in een gay bar. De Stonewall Inn is een café waar iedereen die zich niet thuis voelt in het hokje ‘hetero’ graag samenkomt. Het is de zoveelste keer dat de politie LHBT-plussers treitert en in de nacht van 28 juni escaleert het. Dagenlang staat de gehele buurt op zijn kop en komen mensen die niet gewoon zichzelf mogen zijn in opstand. De kroeg moet uiteindelijk zijn deuren sluiten.
Het is de trigger voor verzetsgroepen die zich inzetten voor seksuele vrijheid en acceptatie. Een jaar later zijn er in drie grote steden (New York, San Francisco en Los Angeles) de allereerste parades: 'Stonewall' wordt herdacht, en collectief protesteren mensen voor gelijke rechten en behandeling van LHBT-plussers. ‘GAY POWER!’ scanderen mensen met spandoeken (soms dansend) door de straten. De deelnemers van deze marsen zijn trots op wie ze zijn en willen zich niet langer verbergen. Het zijn niet de allereerste demonstraties van LHBT-plussers, maar The Stonewall riots worden door hun impact wel gezien als een belangrijke aanleiding voor de Pride zoals we die vandaag kennen.
Tableau vivant
Bij de eerste Canal Parade, een initiatief van drie Amsterdamse homohoreca-ondernemers, staan 20.000 mensen langs de grachten. Inmiddels is dat bezoekersaantal opgelopen tot wel 350.000 (2005) en 560.000 (2016). De organisatoren hadden nooit gedacht dat het feest zo groot zou worden en in 2019 nog steeds zou bestaan.
In tegenstelling tot wat je nu misschien denkt, was de intentie van de eerste editie van de Amsterdam Pride niet demonstratief van aard. Verzet en protest had in de jaren '90 geen prominente rol in de Amsterdamse gayscène. Het leek goed te gaan met de tolerantie van seksuele diversiteit. De eerste parade werd juist in het leven geroepen om de LHBT-plussers als een tableau vivant te presenteren aan de heteroseksuele medemens om er samen een mooi feest van te maken.
Toenemende kritiek
De Pride is niet alleen maar regenbogen en zonneschijn. We Reclaim our Pride voerde vorig jaar tijdens de botenparade actie tegen de Pride van nu. De organisatie vindt dat de Amsterdamse Pride vanaf de oprichting een politiek karakter had moeten hebben. “Vanuit kleine protestbewegingen is wereldwijd de Pride ontstaan. Dat is toen volledig overgenomen door bedrijven.”
Ook politiek activist Lynn Fokkens pleit voor een andere, meer inclusieve versie van de Pride. Een Pride die niet in het teken staat van commerciële organisaties. “De Pride gaat om acceptatie, bestaansrecht en het vieren van seksuele diversiteit. Je hoort altijd ‘De Pride is voor iedereen’. Daar ben ik het niet mee eens. De Pride is niet voor iedereen, de Pride is voor de LHBT+ gemeenschap. Maar iedereen is er welkom.”
De Amsterdam Pride krijgt de afgelopen jaren veel kritiek te verduren: te hetero, te veel marketing, en vooral te commercieel. “Ik vind het prima dat commerciële bedrijven deelnemen aan de Pride, maar nu is de Pride een soort charmeoffensief geworden van de bedrijven die meedoen. Het evenement staat te ver af van de basis”, vindt Fokkens.
We gaan daarom terug naar 1996, toen het fundament van de Nederlandse Pride werd gelegd. We pakken de botenlijsten erbij van vier Pride edities om te kijken hoe de samenstelling van de botenparade door de jaren heen is veranderd.
We kiezen voor 1996, 2011, 2018 en de komende editie. In 2011 begint de Workplace Pride, een platform dat zich inzet voor gelijke rechten en inclusiviteit op de werkvloer, en het is het jaar van de Declaratie van Amsterdam. Grote Nederlandse multinationals ondertekende de declaratie met het doel in 2020 van al hun kantoren in de hele wereld een veilige plek te maken voor alle werknemers, ongeacht hun seksuele voorkeur. En dat zie je direct terug in de samenstelling van de boten.
* Onder commerciële boten verstaan wij alle boten van organisaties met een winstoogmerk. Dit betekent niet per se dat al deze bedrijven ook met een commercieel doel varen en/of geen raakvlak hebben met LHBT-plussers.
Het aantal commerciële boten schommelt in de loop van de jaren. Procentueel doen er nu minder commerciële organisaties mee dan in 1996. Maar bij deze eerste editie deden überhaupt minder boten mee dan nu. In 1996 voeren er 56 boten mee met de Canal Parade, waarvan 21 commercieel. Dit jaar zijn 26 van de 80 boten van een commerciële organisatie.
“We hebben vanaf de eerste editie van Pride Amsterdam gekozen voor deelname van hetero’s en bedrijven”, licht Siep de Haan, founding father van de Amsterdamse Pride, toe. “Deelname van de commerciële bedrijven betekent ook support vanuit de bedrijven. Vanuit de gehele maatschappij zijn tal van instellingen en bedrijven die zich heel graag scharen achter de doelstellingen van de Pride, namelijk diversiteit en inclusiviteit. Het zou heel jammer zijn geweest wanneer ze hun support niet aan ons LHBT-event hadden geven. Dat was pas slechte emancipatie geweest.”
Als we inzoomen op de commerciële bedrijven dan zie je een verschuiving van kleine organisaties naar multinationals. In 1996 bestaat de botenlijst vooral uit ‘gayhoreca' of uitgaansgelegenheden. Maar twee van de 21 boten zijn van grote organisaties: de Smirnoff-boot en Boer Beheer B.V. Vorig jaar waren van de 20 commerciële boten, 13 boten van grote bedrijven. Netflix, Arcadis en de ING Bank hebben het roer overgenomen, namen als De Clitboot, Cockring en Trut vind je niet meer terug in de hedendaagse botenlijst.
De particuliere boten zijn sinds 1996 flink gedaald. Volgens Lucien Spee de Castillo Ruiz, directeur van de Amsterdam Pride, omdat de particulieren uit 1996 zich zijn gaan verenigen. “In 1996 waren we nog niet zo verenigd in stichtingen, we dachten dat we er al waren op het gebied van gelijke rechten. Je ziet eigenlijk dat door de jaren heen de particulieren zich meer zijn gaan verenigen. Een vriendengroepje is een vereniging of een stichting geworden. Bijvoorbeeld travestie-artiest Dolly Bellefleur voer vroeger mee als particulier en die is naderhand stichting Bellefleur begonnen. Dan valt het ineens onder non-profit”.
*Onder non-profit scharen we alle verenigingen en stichtingen. Ook zorg -en onderwijsinstanties hebben we hierin meegenomen.
Niet gek dus dat het aantal non-profit boten is gestegen. De non-profit boten bestaan in 2018 en 2019 voornamelijk uit organisaties die zich inzetten voor LHBT-plussers, zoals het COC en het Aidsfonds. Maar soms zie je een vreemde eend in de bijt, de boot van Rotaryclub Jacobswoude is daar één van. “De Rotary doet niet heel veel aan de emancipatie in het algemeen, bij de Rotary landelijk en internationaal heerst een enorme machocultuur”, legt Spee de Castillo Ruiz uit. Daar kon je niet zomaar uit de kast komen. Wat deze Rotaryclub heeft willen bereiken, is om juist die machocultuur te doorbreken en te laten zien dat het oké is om bij de Rotary te komen als je gay bent.”
INTERACTIEF: grafiek4
Het aantal mediaboten is door de jaren heen gestegen, maar heeft nog steeds maar een klein aandeel in de botenparade. Spee de Castillo Ruiz: “We vinden het heel belangrijk dat media de LHBT+ gemeenschap goed in beeld brengen. Vorig jaar hadden we RTL met Goede Tijden, Slechte Tijden. Voor de ontwikkeling van de LHBT-plussers is dat één van de belangrijkste programma’s geweest, met openlijk homoseksuele personages.”
Tijdens de eerste Pride stonden er geen politieke partijen op de botenlijst. D66 kwam tijdens de Pride dat jaar nog spontaan aanvaren, dat kon toen nog gewoon. In 2011 deden de VVD, GroenLinks, D66 en de PvdA allemaal mee. De beslissing is toen genomen om elk jaar maar één boot van een politieke partij toe te laten omdat het niet de bedoeling is dat tijdens de Pride politieke campagne wordt gevoerd. Vorig jaar viel de keuze op GroenLinks. In 2019 is er een gezamenlijke boot met meerdere politieke partijen.
Money, money, money
Lucien Spee de Castillo Ruiz sluit zich in 2011 aan bij de organisatie van de Pride, deze bestaat dan volledig uit vrijwilligers en veel taken liggen bij de gemeente. Maar het evenement wordt te groot, de organisatie moet gaan professionaliseren en hun eigen broek ophouden. Ook komen er vanuit de gemeente steeds meer eisen bij op het gebied van beveiliging en hulpverlening. “Toen ik kwam was er een budget van 350.000, waarvan honderdduizend vanuit de gemeente kwam. Dit jaar hebben we bijna 1,5 miljoen nodig om de Pride te kunnen organiseren. En de subsidie vanuit de gemeente is niet evenredig gestegen, die is op 250.000 euro blijven hangen. We moeten voor bijna 80% onze eigen broek ophouden.”
De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten
Om dat te bekostigen is de inschrijfprijs voor boten gestegen. In 1996 is deelname aan de Pride nog gratis. De jaren daarna blijf het bij vijftig gulden, of voor boten die dat te veel geld vinden één symbolische gulden. De opbrengst gaat naar het Aidsfonds. Nu tellen grote commerciële bedrijven al snel tienduizenden euro’s neer voor een boot. Netflix betaalde vorig jaar maar liefst 30.000 euro aan de Pride. Van dat bedrag wordt een deel in het ‘botenparade-fonds’ gestoken waarmee kleinere organisaties dan weer worden geholpen. De kleinste stichtingen betalen 250 euro om mee te varen. “Onze kleinere boten zijn zwaar gesubsidieerd. We hebben een Iraanse boot die meevaart en die heeft nog even een laatste zetje nodig om de financiën rond te krijgen. Daar hebben we een botenparade-fonds voor.”
Maar je zou überhaupt niet moeten betalen voor een boot, vindt We Reclaim Our Pride. “De Pride moet toegankelijk zijn voor iedereen. Je zou je portemonnee helemaal niet open hoeven trekken om deel te nemen aan iets wat bedoeld is om jouw gender en seksualiteit te vieren.”
Commercieel, non-profit, overheidsinstanties, mediapartijen; in totale aantallen is het allemaal gestegen. En het geld van deze deelnemende bedrijven is hard nodig. Maar waar is het de bedrijven om te doen? Is het goodwill of puur marketing?
“Goodwill is ook marketing”
Alleen bedrijven die goed bezig zijn met inclusiviteit, mogen meedoen aan de Pride, zo vertelt Spee de Castillo Ruiz. Ze noemen die bedrijven ook geen sponsors maar roze netwerk-boten. “Als je de regenboog gebruikt voor je merk dan moet je die regenboog ook uitdragen en wat voor de LHBT+ gemeenschap doen. Doe je dit niet, dan heet dat pinkwashing”, vertelt Alfred Verhoeven, een marketingexpert die zich vooral bezighoudt met de reden van bedrijven om zich te richten op LHBT-plussers.
“Als een bedrijf zich inzet voor de rechten van LHBT-plussers, dan hoor je dat wel. Dat kunnen ze natuurlijk goed verkopen”, vult politiek activist Lynn Fokkens aan. “En dat is niet erg. Ik ben niet tegen de deelname van commerciële bedrijven, mits ze veel aandacht geven aan de LHBT+ gemeenschap en dat is lang niet bij alle deelnemende bedrijven het geval.”
Toch gelooft Verhoeven niet dat de bedrijven die meedoen aan de botenparade ‘marketing’ als eerste gedachte hebben. “Het is vanuit de bedrijven bedoeld om vooral aan het personeel te laten zien dat het bedrijf diversiteit belangrijk vindt. Het is geen reclame, maar een visitekaartje. Wat wel helpt, is natuurlijk dat je bedrijfsnaam tijdens de Pride door honderdduizenden mensen wordt gezien.”
Maar het kan ook te ver gaan. Zo was de World Pride in New York dit jaar ‘powered by T-Mobile’. “Zo ver zouden wij hier in Nederland nooit gaan”, belooft Spee de Castillo Ruiz.
Dit jaar vaart Uber mee met de botentocht. Niet per definitie een ‘gay’-organisatie. En een twijfelachtige keuze, want Uber gaat nog wel eens de fout in op het gebied van discriminatie. Kortgeleden werd dragqueen Jeniffer Hopelezz in Amsterdam geweigerd door een Uber-chauffeur. Mag Uber nu niet meer meevaren? Nee, dat mogen ze nog wel. “Op hoog niveau vindt Uber het schandelijk dat dit gebeurt. We zijn meteen al met plannen bezig om workshops te geven aan chauffeurs. We gaan gezamenlijk de strijd aan. Emancipatie doe je samen. ”
Benieuwd naar de boot van Wendy? Die vaart 3 augustus mee voor de Gaykrant, en is dus inclusief de bemanning in ieder geval behoorlijk 'gay'.