Jaarlijks melden meer dan 70.000 mensen een letselschadezaak bij een verzekeraar. Het gaat dan bijvoorbeeld om ongevallen in het verkeer, een bedrijfsongeval, een beroepsziekte of een medische fout. Een belangenbehartiger kan je helpen je schade te verhalen. Maar veel slachtoffers weten niet dat dit in de meeste gevallen gratis is. Toch zijn er belangenbehartigers die geld vragen en slachtoffers een wurgcontract laten tekenen. Heb jij zoiets meegemaakt? Meld het bij Pointer!
Slachtoffers die geen voorschot krijgen, omdat een belangenbehartiger de juiste kennis mist. Slachtoffers die moeten betalen als ze naar een andere belangenbehartiger gaan of belangenbehartigers die extreem hoge uurtarieven rekenen terwijl ze geen opleiding hebben gevolgd. Het zijn maar enkele voorbeelden uit de letselschadepraktijk, aangehaald in een rapport van het WODC.
Al jaren zijn er zorgen over kwalijke praktijken van belangenbehartigers. Die zorgen gaan onder andere over onvoldoende juridische kennis en dubbel declareren. Zo gebeurt het dat slachtoffers een deel van hun schadevergoeding moeten afdragen aan hun belangenbehartiger.
Wurgcontracten
Letselschadejurist Inkie Stoop van Wijs Letselschade herkent deze zorgen. Ze zit al ruim dertig jaar in het vak en weet: “Kwalijke praktijken zijn er al zolang de branche bestaat.” Maar door de digitale ontwikkelingen heeft ze de vorm van kwalijke praktijken zien veranderen. “Iemand wordt hopelijk maar een keer in zijn leven slachtoffer van een ongeval. Mensen hebben daardoor vaak geen idee hoe een letselschadeprocedure werkt. Ze zoeken online naar een geschikte belangenbehartiger. Een goed ogende website kan al de doorslag geven, terwijl slachtoffers niet weten wie erachter zit.”
Stoop ziet in haar praktijk de gevolgen van deze keuzes. “In zaken die wij hebben overgenomen van dit soort belangenbehartigers, zien we vaak dat de belangenbehartiger het dossier niet overdraagt. Terwijl dat wel verplicht is. Deze belangenbehartigers laten maanden niets aan een cliënt horen en hebben vaak weinig tot niets voor een cliënt gedaan. Terwijl ze wel hun uren declareren bij een verzekeraar.” Stoop ziet dat er wurgcontracten worden gesloten, wat inhoudt dat cliënten moeten betalen als ze bij hun belangenbehartiger weggaan.
No cure, no pay
Ook dubbel declareren is een zorg. Volgens letselschadejurist Stoop een kwalijke praktijk. “Sommige belangenbehartigers vragen een succes fee op basis van no cure, no pay (red. een overeenkomst waarbij je alleen een financiële vergoeding betaalt als de dienstverlener succesvol is in het behalen van een bepaald resultaat, zoals het winnen van een claim). Mensen denken vaak dat dit iets positiefs is, maar als de aansprakelijkheid vaststaat is no cure, no pay helemaal niet nodig.”
Een belangenbehartiger kan volgens Stoop zijn kosten namelijk indienen bij de verzekeraar die aansprakelijk is voor de schade.
“Een cliënt ziet deze nota niet. Het komt voor dat een belangenbehartiger nog een deel van de schadevergoeding vraagt. Geld dat voor een slachtoffer bedoeld is. De belangenbehartiger declareert dus dubbel. Soms zonder dat een cliënt en de verzekeraar daarvan op de hoogte zijn.”
Ben jij slachtoffer geworden van een ongeval?
Letselschadejurist Inkie Stoop van Wijs Letselschade adviseert slachtoffers om te kijken of een belangenbehartiger bij een specialisatievereniging is aangesloten. “Dat kan de LSA, het ASP of het NIVRE zijn. Maar vooral het NKL (Nationaal Keurmerk Letselschade) is volgens haar een belangrijke waarborg. “Dit is een kwaliteitskeurmerk en toont aan dat belangenbehartigers aan strenge eisen voldoen. Daar worden zij ook op getoetst.”
Verder hoopt Stoop dat slachtoffers alert zijn als ze een website bezoeken. “Als je geen pagina ziet met een team of personen die jou als slachtoffer bij moeten staan, dan is dat naar mijn idee al een waarschuwingssignaal.”
Dit onderzoek is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten, www.fondsbjp.nl